Beselare (Zonnebeke), Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Naam
- Plaatsmolen - I, Pé Pieters molen - I
- Ligging
- Kloosterlaan
8980 Beselare (Zonnebeke)
oostzijde
tegenover Berg
kadasterperceel E428g
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Gebouwd
- 1841
- Verdwenen
- 1875, verplaatst naar Beselare, Beselarestraat
- Type
- Staakmolen met open voet
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- ---,
- Database nummer
- 2706
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
Aan de Kloosterlaan, tegenover de straat Berg, werd in 1841 een nieuwe houten staakmolen, rustende op teerlingen en van eerder bescheiden afmetingen, opgetrokken. Niettemin was het een volwaardige graanmolen met twee koppels maalstenen en met later een cilinderpletter. Pieter Dejonghe, geboren in 1795, molenmaker en timmerman te Beselare en afkomstig van een Geluveldse molenaarsfamilie, was bezig met de opbouw van zijn eigen molen achter zijn woonhuis, toen hij in 1842 plotseling overleed. Hij liet een weduwe, Cecilia Vandooren en zeven kinderen na. Zijn zoon Pieter junior, in de volksmond ‘Pé(trus) Pieters’ voltooide de molen en werd de eerste molenaar. Behalve van ‘Pé Pieters molen’ sprak men ook van de ‘Plaatsmolen’.
Pé Pieters (Dejonghe) trouwde met Katrien-Hortense Vandemoortele, afkomstig van Menen. Het gezin kreeg vier kinderen. Hermien (° 15 september 1866) werd bakker. Hij startte een bakkerij op in het ouderlijke huis terwijl zijn vader de molen bleef begaan. Verder waren er nog twee meisjes, Julie (°6 juni 1868) en Sidonie (°8 maart 1873). Jules, geboren in 1870, overleed op zeer jonge leeftijd.
Pieter De Jonghe kreeg in november 1874 de toestemming van de Bestendige Deputatie van de provincie West-Vlaanderen, om zijn houten korenwindmolen op de Berg een honderdtal meter oostwaarts te verplaatsen, naar de westzijde van de Beselarestraat (de vroegere Zonnebekestraat), ten noorden van de Molenvoetweg.
De molen werd voortgetrokken op eikenhouten rollen. Dit huzarenstukje nam negen werkdagen in beslag. De molenwandeling had bekijks van heinde en verre. Het motief voor deze verplaatsing van de slechte windvang op de vroegere standplaats. Rond 1914 was de Zwaanhoek zodanig volgebouwd dat de molen het ook daar moeilijk had met de windvang.
Zie verder: Beselare, Plaatsmolen - II
Pé Pietersmolen - II
Jozef MAES
Literatuur
Jozef Maes, De Verdwenen Plaatsmolen van Beselare in: De Belgische Molenaar, LXVIII, 1973, nr. 2.
Jozef Maes, Beselaarse Gedenkboeken Deel II: De Windmolens, Brouwerijen, Herbergen en de Toveresseparochie, Beselare, 1958, 95 p.
John Verpaalen, "Molens van de frontstreek", Veurne, 1995.
Herman Holemans, "Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 1. Gemeenten A-B", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1993.
Jozef Maes, Gedenkboek aan Beselare in de Eerste Wereldoorlog 1914-1918, Beselare, 1979.
"Kadastrale Legger P.C. Popp: Deel I Passendale en Zonnebeke: Deel II Beselare,Geluveld en Zandvoorde", Zonnebeke, 2001,