Molenechos's Homepage Molenechos.org

Roeselare, Vlaanderen, West-Vlaanderen

Verdwenen molen

Karakteristiek

Naam
Zilverbergmolen
Ligging
Karabiniersstraat 76
8800 Roeselare
noordzijde
Zilverberg
grens met Rumbeke
2,9 km ZW v.h. centrum
kadasterperceel C 853
Vlaanderen - West-Vlaanderen
Gebouwd
voor 1496 / voor 1758
Verdwenen
1918 - oktober, oorlog
Type
Staakmolen met open voet
Functie
Korenmolen
Bescherming
niet
Database nummer
3292
© Duitse oorlogsfoto (coll. Ton Meesters, Breda)

Beschrijving / geschiedenis

De Zilverbergmolen was een houten korenwindmolen aan de noordzijde van de Karibiniersstraat (nr. 76), op de grens van Roeselare en Rumbeke, op 2,9 kilometer ten zuidwesten van het centrum van Roeselare.

Tot in het begin van de 19de eeuw diende hij als grenspaal tussen Rumbeke en Roeselare. Hij stond immers met twee teerlingen op het grondgebied van Rumbeke en met twee teerlingen op dat van Roeselare. Bij de uitbakening van de gemeentegrenzen in 1823 werden deze grenzen lichtjes gewijzigd, waarbij de grens werd "weggetrokken" onder de teerlingen, zodat de Zilverbergmolen sindsdien helemaal op het grondgebied van Roeselare kwam te staan. De molenaarswoning heeft altijd bij Roeselare behoord.

De molen werd voor 1496 gebouwd. Dan behoorde hij toe aan de burggravin van Veurne en werd hij begaan door Julien Decoene. In 1570 was Pieter de Vlamynck molenaar. Hij was ook tavernier: aan de voet van de molen stond immers een herberg die er in het begin van de 20ste eeuw nog stond

.De staakmolen was een leenmolen, gehouden van het Leenhof van het Kasteel van Wijnendale. Hij stond op de heerlijkheid van het Hof van Izegem.

In het Stadsarchief Roeselare wordt een stuk bewaard over een dodelijk gevecht in deze herberg: "Den 17 juli XVc ende LXX (1570) ghebeurde een afgrijselick stick van vichtinghe tot Pierkins Vlamyncx was, bij 't Zilverberchmolentken ende ghync zo toe, dat ter twee ghebuerten drijnckende waren ten voorn. huuse ende drijnckende bedeghen zo fecaulick droncken dat 't deen ghebeurte 't andere beriep, zo datter eenen dootghesleghen was zo derlicke vermoort dat derghelijcx niet vele ghehoort was; 't welck ghedaen was bij den zeune van Gilles Mule ende de overledene was de zeune zo men zeide van Charles Hanne, ende voorts noch diversche zo ghequetst dezer de dood omme doen zullen, welcke al een afgrijselick stick was al sulcke folle vichtinghe voort te stellen, daer nochtans 't lant zo vul miserie ende ellende was, zo van oorloghe ende pestilentie. Godt wilet beteren."

Na Pierkin Vlamynck kwam de familie Mestdag op de Zilverbergmolen. Zo was er 125 lang een Karel Mestdag, van vader op zoon.

De molen staat aangeduid op de Fricxkaart (1712) met de benaming "Zivelberghe", op de Ferrariskaart (ca. 1775) met het bruin symbool van een staakmolen, in de Atlas der Buurtwegen (1843) en op de topografische kaart van Vandermaelen (ca. 1845) met de benaming "Zilverberg Molen".

Voor 1758 werd de Zilverbergmolen helmaal "nieuw geërigeerd, gemaeckt ende gebouwd" door Maerten Mestdagh. Het werd een grote staakmolen met een vlucht (van het wiekenkruis) van 25 meter. De naam van de molenmaker stond gegrift in de staak: "Vanneste Lendelede", terwijl op de middenlijst "Gebroeders Mestdagh" stond ingekerfd (info Camiel Surmont, de laatste molenaar, aan Joseph Delbaere, jaren 1960).

Op 28 maart 1799 verkocht Marie-Anna Mestdagh de Zilverbergmolen aan Petrus Demunster van Roeselare, die zelf de molen bediende.

Eigenaars na 1830:
- voor 1829, eigenaar: Demunster Petrus, de kinderen, molenaars te Roeselare
- 01.02.1866, verkoop: Surmont-Vervisch Charles, molenaar te Moorsele (notaris Vandeputte)
- 30.05.1886, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van Charles Surmont)
- 13.01.1889, erfenis: de kinderen: a) Surmont Adela, b) Surmont Polydoor, c) Surmont Gustaaf en d) Surmont Jules (overlijden van de weduwe Vervisch van Charles Surmont)

De kinderen van Petrus Demunster bouwden bij hun molen nog een stenen rosmolen, type buitenrosmolenn, om in geval van windstilte hun bedrijf in gang te kunnen houden. Zij stelden de molen publiek te koop. Op 1 februari 1866 werd de molen toegewezen aan Charles Surmont-Vervisch. Deze beging de Zilverbergmolen nog gedurende 20 jaar en overleed in het molenhuis op 30 mei 1886. Zijn kinderen (Adèle, Polydoor, Gustaaf en Jules Surmont) zetten het bedrijf verder tot onder de eerste wereldoorlog.

De molen hield de gehele oorlog stond, alhoewel hij op nauwelijks 5 à 6 km van de frontlinie stond en binnen het bereik lag van het geallieerd geschut. Zo bestaat er een luchtfoto, genomen op 28 januari 1918, waarop de molen duidelijk te zien is (zie hierna).

De molen sneuvelde evenwel op de vooravond van de bevrijding. Wegtrekkende Duitse troepen hebben hem vanuit Roeselare, met kanonnen opgesteld aan de Rijselpoort (Meensesteenweg) in oktober 1918 geveld. Hiermee wilden ze een mogelijk mikpunt van de geallieerde legers doen verdwijnen.

Er bestaan enkele Duitse molenfoto's van de molen, die pas in de jaren 2000 weer boven water kwamen. Tevens bleef een schilderij bewaard van kunstschilder Emiel Duyvewaerdt uit Roeselare uit het begin van de 20ste eeuw.

De molenplek is thans ingenomen door een villa.

Lieven DENEWET & Joseph DELBAERE

Literatuur

Archiefbronnen en landkaarten
- Fricxkaart (1712)
- Ferrariskaart (ca. 1775)
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1842)
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1854)

Werken
- Delbaere Jospeh, De Zilverbergmolen op Roeselare,vroeger grenspaal tussen Roeselare en Rumbeke, Roeselare, Roularta, 1961; Jaarboek Geschied- en Oudheidkukndig Genootschap van Roeselare, jg. 1962, p. 33-48.
- Delbaere Joseph, Eenige bladzijden uit de voorgeschiedenis der Prochie van den Zilverberg te Rumbeke (Caesterbergmolen, Zilverbergmolen), Kortrijk, 1939.
- Denys Désiré, Toponymie van Roeselare, Roeselaars plaatsnaamkundig woordenboek, Roeselare, 1952; herdruk: Kortemark-Handzame, 1982.
- De Potter F., Schets eener Geschiedenis van de Stad Rousselare, Roeselare, 1875.
- Dochy B., Geschiedenis van de Stad Roeselare vanaf de oudste tijden tot heden, s.l., 1949.
- Goderis Jozef, Keramisch raadsel van de Zilverbergmolens na 23 jaar grotendeels opgelost, Rollarius (Bulletin van het geschied- en oudheidkundig genootschap van Roeselare en ommeland), XL, 2011, 1, p. 21-23.
- Holemans Herman, Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 7. Gemeenten P-R, Rotem, Studiekring Ons Molenheem, 2001.
- Verpaalen John, Kort voor zijn verwoesting: unieke luchtfoto's van de Zilverbergmolen, Vlaamse molens, I, 2007, 1 (zomer), p. 10-14.
- W.D.G.Z.R., Leningen bij de Grauwe 2usters (te Roeselare) tijdens de 18de eeuw, in: "Waar is de Tijd" (kontaktblad oudleerlingen Grauwe Zusters), nr. 37, okt. 1983, p. 14-15; overgenomen in: 't Stamboompje (Zuid- en middenwestvlaams V.V.F.-krantje), XIII, 1985, 5-6, p. 39-42.
- Joseph Delbaere, Charles-Theodore Keurvorst Palatijn (steenweg naar Menen, molens), in: Eenige bladzijden uit de voorgeschiedenis der Parochie van de Zilverberg, p. 12-34.

Persberichten
- A. Denys, De verdwenen windmolens van Rousselare, in: De Rousselaarsche Bode, 09.03.1935.

Overige foto's

Zilverbergmolen, Roeselare, Duitse oorlogsfoto (coll. Ton Meesters, Breda) | Database Belgische molens
© Duitse oorlogsfoto (coll. Ton Meesters, Breda)
Zilverbergmolen, Roeselare, Duitse luchtfoto, 28.01.1918. Opschrift: Bombenangriff auf Beobachtung Mühle Zilverberg (uitg. als prentkaart, Stichting Levende Molens - Roosendaal, 2007) | Database Belgische molens
© Duitse luchtfoto, 28.01.1918. Opschrift: Bombenangriff auf Beobachtung Mühle Zilverberg (uitg. als prentkaart, Stichting Levende Molens - Roosendaal, 2007)
Zilverbergmolen, Roeselare, Duitse oorlogsfoto, 1918 (repro coll. D. Vandenbulcke, Staden) | Database Belgische molens
© Duitse oorlogsfoto, 1918 (repro coll. D. Vandenbulcke, Staden)