Molenechos's Homepage Molenechos.org

Ardooie, Vlaanderen - West-Vlaanderen

Verdwenen molen

Karakteristiek

Naam
Bergmolen, Doornbergmolen, Molen Baert
Ligging
Pittemsestraat 46
8850 Ardooie
zuidzijde
Berg
1,7 km O v.d. kerk
kdasterperceel C734
Vlaanderen - West-Vlaanderen
Gebouwd
1643 / 1736
Verdwenen
1735, storm / 1914 - maart, sloop
Type
Staakmolen
Functie
Korenmolen
Bescherming
---,
Database nummer
3305

Beschrijving / geschiedenis

De Bergmolen, Doornbergmolen of molen Baert (naar de molenaars) was een houten graanwindmolen op de hoogte aan de zuidzijde van de Pittemsestraat (nr. 56), op 1,7 km ten oosten van de kerk van Ardooie.

De hoge ligging in de oosthoek van de gemeente leende zich tot het oprichten van windmolens. Op de Doornberg, het hoogste punt van Ardooie (ten oosten van huis nr. 46), werd in 1643 een houten staakmolen gebouwd, "Bergmolen", "Doornbergmolen" of "molen Baert" genoemd. De heuvel wordt "Bergdoorn" of "Doornberg" of kortweg "Berg" genoemd, naar ovelevering omdat zich op de top een grote oude esdoorn bevond.

Een zware storm in 1735 deed de Bergmolen omwaaien. Germain Noppe kreeg in oktober 1736 het octrooi om een staakoliemolen die hij uit Gent had laten overbrengen in werking te brengen. 

We zien hem aangeduid op:

- de Ferrariskaart (ca. 1775) met het bruin symbool van een staakmolen op teerlingen en met de benaming "Bergh Molen"
- op de kaart voor de aanleg van de Pittemsestraat (1775) ams "Bergh-Moolen"
- op het primitief kadasterplan (1817) als "Bergh-Molen".
- op de topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850) als "Foornberg Molen"
- op de kadastrale kaart van P.C. Popp als "Bergh Molen"

De kleine molenaarshoeve tegenover de molen bestond uit een boerenhuis en landgebouw in L-vormige constellatie.

Eigenaars:
- 1736, eigenaar-molenaar: Noppe Germain
- voor 1834, eigenaar: Van Brabant Jan, molenaar te Ardooie.
- 11.09.1861, verkop: a) Van Brazbant Pieter, moelnaar te Ardooie en b) Van Brabant Eduard, molenaar te Ardooie (notaris Libbrecht)
- 1863, erfenis: Van Brabant Eduard (overlijden van Pieter Van Brabant)
- 01.07.1892, verkoop: a) Bert-Demeulenaere Constant, landbouwer te Ardooie en b) Demeulenaere-Baert Adolf Ernest Alfons, landbouwer te Ardooie (notaris Van Campenhout)

De molen werd in maart 1914 gesloopt (en dus niet vernield tijdens de eerste wereldoorlog, zoals soms ten onrechte wordt gedacht).

De molenhoeve staat aangeduid op de topografische kaarten uit het laatste kwart van de 19de eeuw vermeld als hoeve "Pinboomken". Molenaar Eduard Van Brabant liet in 1887-1889 diverse herstellingen uitvoeren aan het wiekenkruis, met het steken van een nieuwe pestel, door de molenmakers Coussée uit Meulebeke. In 1898 was de molen eigendom van landbouwer Constant Baert-Demeulenaere. Het liet het boerenhuis vernieuwen of vergroten aan de westzijde, ten noorden verscheen een bakhuisje. Nog in 1907deed hij een beroep gedaan op de Meulebeekse molenbouwers Coussée om het wiekenkruis te herstellen. In maart 1914, dus net voor de eerste wereldoorlog, werd de molen gesloopt. De tweezolder-staakmolen met open voet was steeds enkel gebruikt als korenmolen. Het kadaster registreerde pas in 1931 de opruiming van puinen van de voormalige molen.

Er werd verder gemalen met een mechanische maalderij, die in 1910 werd ingericht in een bestaand landgebouw verbouwd tot maalderij. In 1954 werd het maalderijgebouw verlengd aan de zuidzijde. Het is een semi-verhard erf, bereikbaar via erfoprit, met wegkruis langs de straat. Ten noorden het boerenhuis van vijf traveeën onder zadeldak in zwartgeglazuurde pannen, met vernieuwde roodbakstenen erfgevel. Haaks maalderijvolume aan de oostzijde, deels als verbouwing van een ouder landgebouw, in rode baksteenbouw, muuropeningen onder betonlateien, deels vernieuwd parement.

Bij opgravingen nabij de Bergmolen in de jaren 1880 vond baron Gillès de Pélichy onder meer een stenen pijlpunt, wat wijst op bewoning tijdens het neolithicum. Aan weerszijden van de straat is het gebied vanaf de Bergmolensite naar Pittem toe, op de gewestplannen als archeologische site afgebakend.

Na de Eerste Wereldoorlog werd ongeveer op de plaats van de voormalige Bergmolen een Duits "Ehrefriedhof Ardooie-Bergmolen" aangelegd, waar 360 Duitse soldaten begraven lagen (zie foto KIK). Rond 1955 worden de graven overgebracht naar Menenwald (Wevelgem-Menen), één van de vier grote Duitse begraafplaatsen.

In het interbellum werden nabij de voormalige Bergmolensite, tal van woningen opgericht. De benaming Bergmolen leeft nog voort in de "Bergmolen Ranch", manege en jumping (Pittemsestraat 77).

Lieven DENEWET, P. SANTY & B. BOONE

Literatuur

Archieven
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1856. Germain Noppe bekomt een octrooi om de oliewindmolen die hij uit Gent liet overbrengen in werking te brengen, oktober 1736)
Rijksarchief Brugge, Verzameling kaarten en plannen, nr. 322: Plan van de steenweg die Ardooie verbindt met de steenweg Kortrijk naar Brugge tot aan Herberg Ruyselende, 1775.

Werken
P. Allossery, Ardooie, meest onder kerkelijk oogpunt, in Handelingen van het Genootschap voor Geschiedenis te Brugge, jg. 82, 1939, p. 205-239.
K. De Flou, Woordenboek der toponymie van westelijk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het land van den Hoek, de graafschappen Guines en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, Deel XIII, Brugge, 1932, kolommen 1080-1082.
Deutsche Kriegsgräberstätten in Belgien, [1938].
P. Santy & B. Boone m.m.v. G. Callaert, Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Ardooie met deelgemeente Koolskamp, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL44, (onuitgegeven werkdocumenten), 2010.
"Gazete van Thielt", LXV, 1914, nr. 23 (za. 21 maart), aankondiging verkoop materialen afbraak.
Gabriël Houthoofd, "De windmolens van Ardooie", in: Jaarboek van de Heemkundige Kring Ardooie-Koolskamp, VI, 2010, p. 25-44.
Herman Holemans, "Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 1. Gemeenten A-B", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1993.
Lieven Denewet & Luc Goeminne, Molenmakers in Vlaanderen. Het werkboek van Coussée uit Meulebeke (1881-1911), Molenecho's, XXII, 1994, 3-4, p. 107-331 (Speciaal themanummer, 7)