Grimbergen, Vlaanderen - Vlaams-Brabant
- Naam
- Tangemolen
- Ligging
- Oude Schapenbaan
1850 Grimbergen
bij het Hellegat
op de Tangebeek
Vlaanderen - Vlaams-Brabant
- Gebouwd
- tussen 1172 en 1208
- Verdwenen
- na 1264
- Type
- Onderslag watermolen
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet,
- Database nummer
- 3469
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
Een van de oudste Grimbergse plaatsnamen is 'De Tangen', gelegen vlak bij het Hellegat aan de gelijknamige Tangebeek. Op die plaats maakt de beek een sprong, vermoedelijk een restant van een voormalige molen. We mogen deze molen niet verwarren met een andere watermolen, eveneens op de Tange maar in de Borgt. De buurtnamen Groot en Klein Molenveld herinneren aan zijn bestaan.
Paus Eugenius 11 gaf op 9 mei 1147 bevestiging aan de eerste Norbertijnerkloosterlingen van Grimbergen van al de goederen, hun geschonken bij de stichting van de abdij en later. Bij diverse schenkingen vanwege o.a. Godfried III en zijn moeder, hertogin Lutgardis, kwam de abdij in 1153 in het bezit van een grond aan de Strombeek, andere naam voor Tangebeek, om er een molen te bouwen. Later schijnt de hertog die schenking vergeten te zijn want er rees een geschil dat pas in 1172 werd bijgelegd.
De twist, ontstaan rond de plaats van de molen, belette de bouw. Van 1172 tot 1208 wordt van de Tangebeek of -molen geen melding gemaakt. In die tijdsspanne werd de molen waarschijnlijk toch gebouwd. Dat kunnen we afleiden uit een brief van hertog Hendrik I, geschreven in 1208. Daarin meldt hij dat hij aan de kerk van Grimbergen een bunder land heeft geschonken, grenzend aan de molen ter Tange (conterminum molendino de Tangen), tot schadeloosstelling voor de molen van Diegem. In het 'privilegium magnum' of de grote goedkeuring van paus Innocentius VI, gegeven te Lyon op 25 oktober 1246 worden alle bezittingen van de abdij opgesomd, waaronder «de vijver en de molen die ge bezit op de plaats, de Tange genaamd». Het oorspronkelijke stuk berust in het abdijarchief.
'Tange' komt als plaatsnaam veel voor en betekent volgens Jan Lindemans: «een hoger gelegen stuk grond, oprijzend uit een moeras, de vooruitspringende tip omkneld door een beek of drassige grond, als in een tang». De Flou vermeldt een Tanghe te Brugge en te Male, een Tangebos te Oekene, een Tangedries, Tangemeerschelken en een Tangeveld te Geluwe. Ook de Westvlaamse familienamen Tanghe, Vertangen en Van der Tanghen zijn af te leiden van die plaatsnaam. In onze streek was die naam eertijds ook bekend want in het tiendboek van A. Spira ontmoeten we een Aert Tanghe
Daniël J. DELESTRE
Literatuur
J.J. Feyen, "Oude pachthoeven en rustige watermolens te Grimbergen", in "De Toerist", XXXVII, 1958, p. 521-524.
M.A. Duwaerts e.a., De molens in Brabant, Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961;
Daniël J. Delestré, Uit het Verleden van Grimbergen, deel II, bewerkte en geannoteerde uitgave door de leden van 'Eigen Schoon', Heemkundige Kring 'Eigen Schoon' en Abdijgemeenschap der Norbertijnen, Grimbergen 1987, p. 68-77, ill.
Mailbericht Wim van der Elst, Laken, 09.11.2013.