Ouwegem (Kruisem), Vlaanderen, Oost-Vlaanderen
- Naam
- Maldegemmolen, Molen Van Oost
- Ligging
Molendamstraat 9
9750 Ouwegem (Kruisem)
Ouwegemveld
200 m ZO v.h. dorp
kadasterperceel A1073
Vlaanderen - Oost-Vlaanderen
- Gebouwd
- voor 1500 / 1742 / 1791
- Verdwenen
- 1940 - 14 nov., storm
- Type
- Staakmolen
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet,
- Database nummer
- 4022
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Maldegemmolen (niet te verwarren met de gelijknamige molen in het buurdorp Huise) of Molen Van Oost was een houten korenwindmolen met rosmolen aan de oostzijde van de Molendamstraat, ter hoogte van het huidige huisnummer 9. Schuin tegenover stond tot in 1880 molen Dhondt, een houten oliewindmolen (zie aldaar).
De benaming "Maldegemmolen" is afkomstig van de familie Van Maldeghem, heer van Ouwegem in de tweede elft van de 15de eeuw. De benaming "Molen Van Oost" verwijst naar de nijveraars Van Oost uit Gent, eigenaars in de 19de eeuw.
De windmolen werd al vermeld de penningkohieren van 1571 en was dan in het bezit van de heren van Ouwegem. Arent vande Meere huurde toen de molen voor 216 ponden parisis per jaar, mits een zak tarwe (8 ponden parisis) en de draaiende werken te onderhouden (24 pond parisis). In 1577 was Joos Geluck de huurder aan dezelfde voorwaarden.
De heerlijkheid Ouwegem was een dorpsheerlijkheid en was een leen van het Land van Gavere, indirect afhankelijk van het grafelijk leenhof van Aalst. In 15de eeuw was de heerlijkheid (met de windmolen) in het bezit van de families De Cockere en Van Maldeghem. In 1521 aangekocht door Nikolaas II Triest, overgrootvader van de bekende Gentse bisschop Anton Triest. In 1628 verheven tot baronie. De laatste heer van Ouwegem was graaf d'Allegambe. Ook na de opheffing van de heerlijkheden bleef graaf d'Allegambe eigenaar van vele gebouwen en gronden te Ouwegem, waaronder ook de windmolen.
Volgens de inkervingen in de molen werd in 1742 een nieuwe molen opgericht. Op de zware eikenhouten standaard of staak, die een omtrek van 4 meter had, stond het jaar 1791 en de inscriptie "1791 gemaakt door Pieter Tillieu, Meulemaecker tot Synghem". Dit wijst op de vernieuwing van de staak tot mogelijk de gehele molen.
We zien de molen aangeduid op:
- kaart van de kasselrij Oudenaarde (1667)
- de Fricxkaart (1712)
- de Villaretkaart (1745-1748) met het bruin symbool van een staakmolen, met de benaming "Moulin d'Auweghem"
- de Ferrariskaart (ca. 1775) met het bruin symbool van een staakmolen, onder de benaming "Moulin d'Auweghem"
- de Atlas der Buurtwegen (ca. 1842)
- de kaart Vandermaelen (ca. 1850)
- de kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1860) met de benaming "Graen molen".
Iets noordelijk van de windmolen stond een rosmolen om ook in windstille periodes te kunnen malen. Het was een buitenrosmolen met stenen muren en een strodak. Deze rosmolen werd tussen 1811 en 1842 gebouwd. We treffen hem aan op de Atlas der Buurtwegen (ca. 1842) en de kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1860).
De molen werd verpacht aan molenaars. Tot 1811 was dat Jan Baptiste d'Hont. In de "Gazette de Gand" van 1811 verscheen de volgende advertentie: "Te pachten: Om met prima mey toekomende in het liber gebruyk te komen, eenen wel-gekalanten Koorn-wind-molen, met molen-huys, schuere, stallen en dry bunderen land en meirsch daer medegaende, ter prochie van Auweghem, alsnu gebruykt door Jan Baptiste d'Hont. Te bevraegen by den ontfanger Facon, in de Geldmunte tot Gend."
De staakmolen werd in 1834 door de diensten van het Belgisch kadaster ondergebracht in klasse 1, met een kadastraal inkomen van 286 frank.
Eigenaars na 1800:
- 1800, eigenaar: d'Allegambe comte Charles Marie François Joseph Désiré Colette, te Brussel
- na 1834, erfenis: de erfgenamen (overlijden van graaf Charles d'Allegambe)
- 03.05.1855, deling: Libre-d'Allegambe Charles Antoine Henri Ghislaine, de weduwe, te Namur (notaris Vanderlinden)
- 1870 erfenis: (registratie op 23.05.1870) de Limminghe-Dumortier Jean, eigenaar te Ghessignies (overlijden van de weduwe d'Allemgambe van Charles Antoine Libre)
- 08.02.1891, erfenis: du Mortier Louisa, gravin, weduwe van de Limminghe Leon, eigenaar te Gesves (overlijden van Leon de Limminghe)
- 21.10.1904, verkoop: Van Oost-Dugniolle Georges, nijveraar te Gent (notaris Van der Eecken)
- 24.03.1917, erfenis: en de kinderen (overlijden van vrouw Dugniolle)
- 29.12.1922, deling: Van Oost Leonce, nijveraar te Gent (notaris Van de Moortele)
- 17.04.1957, erfenis: de erfgenamen (overlijden van Leonce Van Oost)
- 10.12.1957, deling: d'Autricourt-Guérin Réginald Paul Germaine Benoit, nijveraar te Aalst (notaris Van Innis, perceel A1073a = weiland)
Molenaars
Tot 1881 was de molen verpacht aan de kinderen Vander Eecken. Dit waren drie broers: Charles, de oudste is ongehuwd gestorven, de andere twee gingen wonen in Gent, de ene was notaris de andere advocaat.
Theofiel Tillieu, in de volksmond Fielke de mulder, pachtte vanaf 1881 de Maldegemmolen te Ouwegem. Hij huwde in 1870 en was jarenlang muldersknecht. In 1899 pachtte hij d'Eerdemolen te Nazareth. Zijn zoon Hector werd er geboren. In dezelfde molen te Nazareth werd in 1914 verschillende rijkswachters (= de toenmalige federale politie) die in de molen verschanst zaten, door de Duitsers neergeschoten. Vader
De jongste zoon van Theofiel, Hector, nam in 1919 de molen over. Hij liet in 1908 naast de molen een gebouw met een "naphtemoteur" optrekken. Hector werkte er tot in 1931. Er kwam geen andere pachter odagen, met als gevolg dat het afgelopen was met malen en draaien en het verval begon.
De molen brandde af bij het stormweer van 14 november 1940. Torie Mulders geeft de volgende vesie van zijn verdwijnen: "De molen die aan 't Peerdeke stond, Maldeghem Molen, was een schoone welgebouwde staakmolen. In eene vlaag uit het Noorden, trok de molenaar zijn zeil af: hij had reeds een roe en een ende bloot. Met het overzetten van het laatste op punt gekorte molenende, toen het vlak van dweers stond, viel er de wind op. De molen wrong op steert en trap, de schaatsen hielden en alzoo sloeg ze van de teerlingen en viel omverre".
Lieven DENEWET, Julien VANDEPUTTE & Herman HOLEMANS
Literatuur
Archieven en landkaarten
- Stadsarchief Gent, Penningkohieren Ouwegem, 1571 en 1577.
- Rijksarchief Gent (voorheen: Rijksarchief Ronse, 106-241), Gemeente Ouwegem. Oud archief (Archief van de baronie Ouwegem, 1522-1806°, nr. 241. Octrooi van de heer van Ouwegem voor het oprichten van een rosmolen, 1618. Perkament; 1 stuk
- Kaart van de Kasselrij Oudenaarde, 1669
- Fricxkaart, 1712
- Villaretkaart, 1745-1748
- Ferrariskaart, ca. 1775
- Atlas der Buurtwegen, ca. 1844
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen, ca. 1850
- Kadastrale kaart van P.C. Popp, ca. 1855.
Gedrukte bronnen
Gazette de Gand, n° 1771 van 14.03.1811, n° 1773 van 21.03.1811 en n° 1775 van 28.03.1811.
Werken
Achiel De Coninck & Thomas Piens, "De molen van Oost te Ouwegem", Chronyken van Huizingouw (Heemkundige Kring Huizingouw), jg. 2007, 2, p. 8-13.
Rik Castelain, Feodaal en kerkelijk bezit in Ouwegem (14e tot 17e eeuw), (Handelingen van de Geschied- en Oudheidkundige Kring van Oudenaarde, XXXIII, 1996, p. 61-81).
"Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Derde aflevering. De arrondissementen Oudenaarde en Sint-Niklaas", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XVI, 1962, 2 (Gent, 1963);
"Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Brakel, Horebeke, Kruishoutem, Lierde, Zingem en Zwalm, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 15N4", (onuitgegeven werkdocumenten).
J. L. Th. Vandeputte, De molens van het arrondissement Oudenaarde, Uit hun geschiedenis, Oudenaarde, 1974.
H. Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 6. Gemeenten 0-R", Opwijk, 2006, p. 39.
Torie Mulders (pseudoniem van Hector Vindevogel), "De windmolens tussen Schelde en Leie", in: Handelingen van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk, XXII, 1946-1948, p. 46-107 (56).
Mailberichten
John Verpaalen, Roosendaal, 04.08.2015.