Leffinge (Middelkerke), Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Naam
- Noordmolen, Molen Hallevoet, Molen Decroos
- Ligging
- Noordmolenlaan
8432 Leffinge (Middelkerke)
nabij hoek met Ieperleedstraat
300 m N v.d. kerk
kadasterperceel B502
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Gebouwd
- voor 1503 / 1609
- Verdwenen
- 1600-1604, oorlog / 1956 - augustus, omgewaaid
- Type
- Staakmolen
- Functie
- Korenmolen
- Database nummer
- 4148
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Noordmolen was een houten korenwindmolen aan de Noordmolenlaan, nabij de kruising met de Ieperleedstraat, op 300 meter ten noorden van de kerk van Leffinge.
Hij wordt voor het eerst vermeld in de Kerkelijke legger van Leffinge van 1503-1516. Het perceel waarop de molen was opgericht, behoorde al sinds het einde van de 15de eeuw toe aan de Kerk van Leffinge. De oudste, ons bekende vermelding is terug te vinden in de Kerkelijke legger van 1503-1516.
Na de vernieling tijdens het Beleg van Oostende (1600-1604) werd hij in 1609 heropgericht.
De molen werd aangeslagen door de Franse Republiek als nationaal goed. In 1809 werd de molen openbaar verkocht en toegewezen aan molenaar Jean Hallevoet. Deze familie bleef eigenaar tot bij de afbraak.
De eerste ons bekende molenaars waren Matheus Van Reynegem, Cornelis Marannes, verder de kinderen Marannes, Crispyn Caele en Rycquaert t'Jonck (+1680).
Jan Van Poucke was "Meulenaer van den Noortmeulen", van ca. 1697 tot zijn overlijden in 1719. Voorafgaand, van 1692 tot ca. 1697 was hij molenaar in Wilskerke. In 1698 was hij lid van het Sint-Sebastiaansgilde (schutterskring) te Leffinge. Volgens de "Beterdinghe" van 1699 (f° 36 v°) woonde hij op het 25e begin 19, dit is de plek waar de Noordmolen en de molenaarswoning te Leffinge stonden.
Dan volgde de familie Lamote:
- Peter Lamote, gehuwd met Marianne Espeel
- Guillaume Lamote, gehuwd met Isabelle Van de Waetere
- Carel Lamote, gehuwd met Joanne Pick
- Na zijn overlijden hertrouwde Joanne Pick met molenaar Bartholomeus De Clercq
- Bij zijn overlijden volgde Francis Lamote hem op; hij was de zoon van Carel Lamote en Joanne Pick.
Vervolgens nam de familie Hallevoet het molenaarsbedrijf over in 1809.
- Jean Hallevoet, geboren te Ichtegem in 1763, was gehuwd met Clara Jonckheere, eveneens geboren te Ichtegem in 1772.
- Hun zoon Joseph Hallevoet (Leffinge, 1805-1846) volgde hem op; hij was in 1840 gehuwd met Catherine Vergauwe (Leffinge, 1814-1852); deze laatste hertrouwde met Francis De Vos (Leffinge, 1819-1872), een molenaarszoon uit de Zuidmolen; laatstgenoemde hertrouwde met Sophie De Clercq (°Lombardsijde 1828).
- Louis Hallevoet (Leffinge, 1843-1879), zoon van Joseph Hallevoet-Vergauwe, gehuwd met Roaslie Gheldof (°Leffinge 1847) volgde zijn vader op.
Hij draaide bij ongeval in zijn molen en kwam dus op tragische wijze om op 8 maart 1879.
De weduwe Rosalie Gheldof hertrouwde met Henri Decroos (Leffinge, 1848-1919), hij werd molenaar op de Noordmolen.
- Joseph-Louis Hallevoet (°Leffinge 1870 - +Oostende 1835), zoon van Louis, volgde zijn stiefvader op; hij huwde met Valerie De Berdt (°Leffinge 1884). Bij zijn overlijden in 1935 werd het molenaarsbedrijf stopgezet. Joseph Hallevoet was sinds 1883 spelend lid van de fanfare Ste. Cecila van Leffinge.
We zien de molen mooi afgebeeld op een figuratieve kaarten uit 1750 (Archief OCMW Brugge) en 1776 en op de Ferrariskaart van dezelfde periode.
Eigenaars na 1800:
- 1809, verkoop: Hallevoet Jean, molenaar
- voor 1834, eigenaar: a) Hallevoet Jean, zonder beroep te Leffinge, b) Hallevoet Henri, molenaar te Ichtegem en c) Hallevoet Marie, echtgenote Boedt Charles, bakker te Leffinge
- 20.03.1845, verkoop: Hallevoet-Vergauwe Joseph, molenaar te Leffinge (notaris Verhulst)
- later, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van Joseph Hallevoet)
- later, huwelijk: de weduwe hertrouwt met Devos Franciscus
- 16.01.1846, erfenis: an de kinderen (kinderen: a) Hallevoet Louis AUgustin, minderjarige en b) Hallevoet Marie Thérèse, minderjarige) (overlijden van vrouw Vergauwe)
- 07.03.1875, verkoop: Hallevoet-Gheldof Louis, molenaar te Leffinge (notaris Boutens)
- 08.03.1879, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van Louis Hallevoet)
- 26.09.1909, erfenis: de kinderen en deelhebbers (overlijden van de weduwe Gheldof van Louis Hallevoet)
- 11.08.1920, verkoop: a) Decroos Valerie (voor 77/192), zonder beroep te Leffinge en b) Hallevoet Joseph (voor 115/192), molenaar te Leffinge (notaris Vanderheyde)
- 02.06.1929, erfenis: Hallevoet-De Berdt Joseph, molenaar te Leffinge (overlijden van Valerie Decroos)
- 09.08.1935, erfenis: a) Strubbe-Hallevoet Edmond en kinderen (voor naakte eigendom), landbouwer te Leffinge en b) Hallevoet-De Berdt Joseph, de weduwe (voor vruchtgebruik), zonder beroep te Leffinge (overlijden van Joseph Hallevoet)
- 18.10.1937, erfenis: a) Strubbe-Hallevoet Edmond, de kinderen (voor naakte eigendopm), landbouwer te Leffinge en b) Hallevoet-De Berdt Joseph, de weduwe Valerie (voor vruchtgebruik), zonder beroep te Leffinge (overlijden van Edmond Strubbe)
Sinds het overlijden van de laatste molenaar Joseph Hallevoet (Leffinge 1870 - Oostende 1935) was de molen buiten werking geraakt. In 1938 werd opgemerkt dat het heel moeilijk zou zijn om zijn instandhouding door jaarlijkse toelagen te verzekeren, omdat een stilstaande molen niet onderhouden kan worden zoals het hoort.
Na de tweede wereldoorlog geraakte de molen erg in verval. De weduwe Valerie De Berdt van molenaar Joseph Hallevoet bekloeg zich in juni 1945 bij het schepencollege van Leffinge dat iemand de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen had ingelicht over de bouwvallige staat en herstellingen verzocht om de molen te behouden. Op dat verzoek werd niet ingegaan. De molen was ondertussen beschermd als monument.
De vervallen staakmolen waaide om in augustus 1956 en werd in 1957 geheel opgeruimd.
Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
Literatuur
Archieven
Rijksarchief Brugge, Kerkelijke legger van Leffinge, 1505-1516.
Rijksarchief Brugge - TBO 3 - 892. Verzameling 'Omlopers Mestdagh, nr. 892, Ommeloper van de parochie van Leffinge. Naar Ingel Stoet - 26-30e begin - Kopie : J. Sappart, 1673 - Aanvullingen tot 1700 - Opeenvolgende eigenaars : F. D' Hauw. 1673-1700.
Archief OCMW, Brugge. Figuratieve kaart, ca. 1750.
Gemeentearchief Middelkerke, Verslag van het College van Burgemeester en Schepenen van Leffinge, 18.06.1945.
Privaat archief W.P., Figuratief plan met de Noordmolen, 1776.
Werken
Carlo Loontiens, "Les derniers moulins à vent dans l'arrondissement d'Ostende", Oostende, 1939.
"De molens van Middelkerke", in Graningate (Driemaandelijks tijdschrift van de Heemkring van Middelkerke), II, 1982, nr. 5, p. 1-87.
Lorthiois Jacques, "Flandre Occidentale. Meuniers et moulins de West-Flandre", L'Intermédiaire des Généalogistes, n° 170, XXIX, 1974, 2, p. 116-126 (121).
R. Van der Heyde, "Molens te Leffinge en Lombardsijde en de twee oudst gekende molens in Camerlinckx Ambacht", in: Graningate (Driemaandelijks tijdschrift van de Heemkring van Middelkerke), nr. 22, jg. VI, 1986, juni, p. 115-123, plan.
R. Van der Heyde, "Nog molennieuws uit Leffinge en Walraversijde", in: Graningate (Driemaandelijks tijdschrift van de Heemkring van Middelkerke), nr. 23, jg. VI, 1986, sept., p. 160-161.
Herman Holemans, Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 4. Gemeenten K-L, Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1997.
C. Devyt, Onze windmolens inn 1956", Biekorf, 1956.
R. Van der Heyde, "Antroponymie Leffinge, deel II, 17de en 18de eeuwen", 2003, p. 81 (over molenaar Jan Van Poucke).
Mailbericht van Werner Peene, 09.02.2016.