Molenechos's Homepage Molenechos.org

Antwerpen, Vlaanderen - Antwerpen

Verdwenen molen

Karakteristiek

Naam
Gasthuismolen - II
Ligging
Haringrode
2000 Antwerpen
Vlaanderen - Antwerpen
Gebouwd
voor 1395
Verdwenen
voor 1580
Type
Staakmolen
Functie
Korenmolen
Bescherming
---,
Database nummer
4316

Beschrijving / geschiedenis

De Gasthuismolen-II was een houten korenwindmolen op Haringrode. Hij werd op deze locatie voor het eerst vermeld in de Antwerpse stadsrekening van 31 december 1395 en was eigendom van het Sint-Elisabethgasthuis.

Aanvankelijk was het Antwerps gasthuis gelegen bij de O.L.Vrouwekerk en heette het O.L.Vrouwgasthuis. Toen het gasthuis in 1238 zijn definitieve vestiging kreeg aan de huidige Lange gasthuisstraat, werd het bij de inwijding op 28 oktober van datzelfde jaar St. Elisabethgasthuis herdoopt, ter ere van de H. Elisabeth van Hongarije.

Op 5 oktober 1284 schonk Wouter van Duffel, de helft van de windmolen op het Antwerps veld aan het gasthuis Wouter was eerst pastoor van Duffel (vandaar zijnnaam, want zijn vader noemde Engelbert van Vorselaar), dan deken vanhet St. Gummaruskapittel te Lier in 1263, en kanunnik vanhet O.L.Vrouw-kapittel te Antwerpen in 1273. In 1262 trad hij voor het eerst op als provisor van het St. Elisabeth-hospitaal.

De oorkonde over deze overdracht berust bij het OCMW van Antwerpen. Dr. Van den Nieuwenhuizen geeft de tekst weer in zijn oorkondenboek van het hospitaal: "Universis presentes litteras visuris, Walterus de Duffle, cononicus Antwerpiensis, quondam ecclesie Lyrensis, salutem in Domino. Universitati vestre notum facio, quod ego dedi et contuli, do et confero in puram elemosinam hospitali Antwerpiensi medietatem molendini mei ad ventum, stantis in Campo Antwerpiensis, me contingentem, quod quidem molendinum habeo commune cum dicto hospitali, et construxti in expensis emmunibus cum eodem,..."

Er is nog een vroegere verwijzing naar de molen, namelijk in de testamentenverzameling van het O.L.Vrouwarchief: "Ista sunt bona que reliquit Henricus Nosen, quondam decanus ... in Antwerpia terram in qua situm est molendinum hospitalis ... (ca. 1272).

De St. Elisabethakte wordt ook vermeld in een artikel van L. Goeminne in Molenecho's. Hij situeert de molen op de Meir. Als we dezelfde kaart van Floris Prims opnieuw ter hand nemen, merken we dat dit een logische situatie is. In de 13de eeuw, de periode van de molenschenking, lag de "Meire" buiten de toenmalige stadswallen, met de "Meirbrug" als doorgang.
De heuvel aan de Meire (8 m) was even hoog als de Stuivenberg en dus uitstekend gelegen om een molen op te plaatsen. Pas later, als de Spaanse vestingen gebouwd worden, zal de Meir haar gunstige molenligging verliezen, en een nieuw molenterrein ontstaat: het St. Willibrordusveld met de Stuivenberg als hoogste punt.

Verder: zie Antwerpen - Gasthuismolen - III

Hugo LAMBRECHTS-AUGUSTIJNS

Literatuur

Archieven
Archief OCMW Antwerpen, EG 157, Register van de renten, pachten van hoeven en landen, competerende Ste Elisabetten Gasthuyse binnen dese stadte Ant(wer)pen, beginnende den 1 ste febr. 1709, f° 162: verkochte graenen.
Archief OCMW Antwerpen, St. Elisabethgasthuis, LC 1808-1926.
Stadsarchief Antwerpen, Kerkelijk Archief, K 2149, St. Elisabethgasthuis.
Stadsarchief Antwerpen, Kerkelijk Archief, K 2152, Rekeningen St. Elisabethgasthuis, f° 73.
Stadsarchief Antwerpen, Schepenregisters Antwerpen, SR 1212, f° 5v°
Stadsarchief Antwerpen, Schepenregisters Antwerpen, SR 1248, f° 215r°
Stadsarchief Antwerpen, Stadsrekeningen, 1, d.d. 31.12.1395.
Stadsarchief Antwerpen, Falcon Cleyn Caertboeck, 3 oktober 1693.
Stadsarchief Antwerpen, Privelegekamer, nr. 116. Atlas met kadastrale plattegrionden van de Antwerpse 'stadsbuitenijen' opgesteld door landmeter J.C. Van Lyere in 1698. [fac-similés met vergelijking: Prims-Dierckx, Antw. 1933].
Stadsarchief Antwerpen, Trésorie. Portefeuille - P35, Album De Ryck, 1812

Werken
F. Prims, Antwerpiensia - XII, Antwerpen, 1938, p. 12.
J. Van den Nieuwenhuizen, "Oorkondenboek van het Sint Elisabethhospitaal te Antwerpen (1228-1355), Brussel, 1976 (Kon. Commissie voor Geschiedenis).
F. Prims, "Het cartulariujm van O.L.V. Kapittel te Antwerpen", Bijdragen tot de Geschiedenis, XVII, 1926, p. 306.
F.H. Merens & K.L. Torfs, "Geschiedenis van Antwerpen sedert de stichting der stad tot onze tijden" - I, Antwerpen, 1845, p. 539.
Georges Kockelberg, "Historische molenvermeldingen in en om Antwerpen. Een blik op de 1000-jarige geschiedenis der Antwerpse molens", Antwerpen, 1986, p. 68.
Herman Holemans & P.J. Lemmens, "Molens van de Voorkempen en van Groot-Antwerpen", Nieuwkerken, 1983.
Herman Holemans, "Provincie Antwerpen - Volledig overzicht van bestaande & verdwenen wind- water- & rosmolens", Kinrooi, Studiekring "Ons Molenheem", 1986, p. 10.
H. Lambrechts-Augustijns, "Bijdrage tot de studie van het maaldersambacht te Antwerpen. Molenaars Lambrechts op het Antwerpse Sint-Willibrordusveld", Molenecho's, XXIII, 1995, 4, p. 222-230.
G.K. Kockelberg, "Molens der Vlaamse Steden. Antwerpen", Kinrooi, Ons Molenheem, 1994.
Luc Goeminne, "Twee oude windmolenvermedldingen in het Antwerpse: Wuustwezel, circa 1260 en Antwerpen, circa 1280", Molenecho's, X, 1982, 5, p. 198-199.
Herman Holemans, "Wind- en watermolens van de provincie Antwerpen. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 1. Gemeenten A-G", Opwijk, Studiekring "Ons Molenheem", 2009, p. 13.