Ronse, Vlaanderen, Oost-Vlaanderen
- Naam
- Bruulmolen, Breulmolen
- Ligging
Beekstraat
9600 Ronse
nabij de Gebroeders Dopchiestraat
zijde Ninovestraat (nr. 50-52)
kadasterperceel B751
op de Molenbeek of Lozebeek
Vlaanderen - Oost-Vlaanderen
- Geo positie
- 50.751080, 3.607136 (Google Streetview)
- Eigenaar
- Privaat
- Gebouwd
- voor 1316 / 19de eeuw
- Type
- Bovenslag watermolen
- Functie
- Korenmolen
- Kenmerken
- Fabrieksachtig uitzicht
- Gevlucht/Rad
- Houten bovenslagrad (verwijderd)
- Inrichting
- Verwijderd (molensteen in De Stadstuin)
- Toestand
- Vervallen, dak ingestort
- Bescherming
- niet,
Niet beschermd - Molenaar
- Geen
- Openingstijden
- Niet toegankelijk
- Database nummer
- 4437
- Ten Bruggencatenummer
- 54437
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Bruulmolen is een watermolen op de Molenbeek of Lozebeek, in de Beekstraat, nabij de Gebroeders Dopchiestraat, zijde Ninovestraat (nr. 50-52).
Hij werd voor 1316 opgericht door de kapittelheren van Ronse.
Toponymiemen:
- 1316: "en le couture de freremoulin
- 1352: terra ... de fremolin alias brulmolin
- 1379: op bruedermolin in den auden boengaert
- 1450: op bruelmolin cautere ende diepmersch geheseit den auden boeghaert (Van Cauwenberghe, p. 80, 192).
De zonderlingen vormen "freremoulin", "fremolin" zijn door (verkeerde) vertaling te verklaren: uit "bruedermolin". "Bruedermolin" zelf stelt "bruelermolen" voor, vergelijk "brulmolin" , 1577, "de bruelmolen" en de nog actuele naam "Brulstraat.
- 1577: "van den bruelmole", "op de bruelmole cautere" (Penningkohieren Ronse, 1577, f° 13 r°).
Eigenaar Willem Huysman, zoon van Maarten, komt voor op de lijst van de uitgewekenen en bannelingen, onmiddellijk na de Beeldenstorm van ca. 1566 omwille van zijn protestants geloof (Archief Bisdom Gent, Decanale Verslagen en Algemeen Rijksarchief Brussel, Rekenkamer)
Volgens de kadasteratlas van Ronse van 1684 stond de "Bruelmeulen" op " 't Arentsgat" en de bijhorende spaarvijver op "Haeghemeersch", perceel nr. 7, oppervlakte 1 dagwant 55 roeden, waarde 2 pond 14 schellingen 6 denieren. De molen was dan eigendom, net zoals de molen te Queere, danin het bezit vanh et Kapittel van St. Hermes.
Rond 1700 was er een akkoord met pachter Gillis Vander Meulen voor het maken van een nieuw molenhuis. Volgens het stadsarchief (bundel Kapittel) was Pieter Stockman de molenar in 1721.
In het stadsarchief Ronse wordt een aankondiging bewaard van een openbare verhuur van 12 november 1769. De verkoop zou gebeuren ("verblijven" na 3 opeenvolgende kerkgeboden) in de Kapittelkelder (café van 't Kapittel) om 2 uur 's namiddags.
Eigenaar Leonard Delanghe, handelaar te Ronse, vroeg in 1837 de toelating aan het stadsbestuur om een houten brug te plaatsen over de Molenbeek op het uiteinde van zijn eigendom. Het werd hem met tegenzin toegestaan en onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat het Schepencolege ze mocht doen verdwijnen indien het gewenst was (Stadsarchief Ronse, register 500 - Eigen Schoon).
Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Delanghe Leonard, handelaar te Ronse.
- 21.12.1870, deling: Liefmans-Delanghe Theodore (+1897), voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg te Oudenaarde (notaris Saby)
- 26.01.1913, erfenis: Liefmans Eleonore, eigenaar te Oudenaarde (overlijden van de weduwe van Theodoor Liefmans)
- 24.09.1919, verkoop: De Jaegher-Van Sleevoorde Pierre, molenaar te Ronse (notaris Derouvroy)
Op maandagnacht 24 augustus 1873, om 23 uur, gebeurde een eigenaardig ongeval. Een plaatselijk weekblad schrijft: "De heer Jan De Malander, deurwaerder, is in het naer huis keeren, nabij de fabriek van den heer Beatse, met zijn hoofd op eene molenas die in de beek lag gevallen, waardoor hij de hersenpan werd verbrijzeld. Dit ongeluk (?) werd met droefheid verspreid. De Heer De Malander is des anderdaags om 3 ure 's morgens overleden."
De laatste molenaar Pierre De Jaegher-Van Sleevoorde, die de molen in 1919 verwierf, kende niet veel geluk: in 1920 werd de molen door een blikseminslag errnstig getroffen. Hierop werd hij in 1926 ontmanteld en werd in de jaren 1930 nog gebruikt als opslagplaats.
Het houten bovenslagrad en het binnenwerk zijn verwijderd. Aan de beekzijde zien we onderin de watergevel nog de ronde, met arduinstenen omklede opening van de (nu verdwenen) wateras. In de beek is het sluiswerk verdwenen, maar de waterval is nog aanwezig. Het naastliggend groot fabriekspand bestaat nog. In De Stadstuin van Ronse bevindt zich nog een molensteen afkomstig uit de Bruulmolen.
Het gebouw, voor een deel in gebruik door het Wit-Gele kruis van Ronse, verkeert in groot verval. Zo is het dak ingestort. Niet beschermd als monument.
Lieven DENEWET, Herman HOLEMANS, Julien VANDEPUTTE & Maarten OSSTYN
Literatuur
Bronnen
Stadsarchief Gent, Penningkohieren Ronse, 1577, f° 13 r°.
Stadsarchief Ronse, "Landt ende Caertboeck" van Ronse, 1684.
Werken
Emmanuel-M. (Br.) - Mora N., "Eigen schoon, De watermolens van Ronse en wat er mee in verband staat", s.l., s.d., p. 49-53.
L. Van Durme, "De Romaanse namenpracht van Ronse", Annalen. Geschied- en oudheidkundige Kring van Ronse en het Tenement van Inde", LII, 2003, p. 75-115.
H. Kerkhove, "Waren er ooit meer dan 22 molens in het Ronsische?" Annalen. Geschied- en oudheidkundige Kring van Ronse en het Tenement van Inde", LII, 2003, p. 117-134.
Gadeyne G., "Inventarissen van archieven van kerkfabrieken (Oud Regiem), Deel II: Kapittelkerk en parochiekerken van Ronse", Brussel, 1979, p. 237.
Vandeputte J.L.Th., "De molens van het arrondissement Oudenaarde, Uit hun geschiedenis", Oudenaarde, 1974, p. 157-159.
Bogaert C., Lanclus K., Tack A. & Verbeeck M., "Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Oudenaarde, Kanton Ronse", Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 15N3, Brussel - Turnhout, 1998.
H. Holemans, "Oosvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 6. Gemeenten O-R", Opwijk, Ons Molenheem, 2006, p. 54-55.
Mededeling Robert Van Ryckeghem, 24.08.2012.