Meldert (Lummen), Vlaanderen - Limburg
- Naam
- Molen Sallaerts
- Ligging
- Zelemsebaan 18
3560 Meldert (Lummen)
noordzijde
Molenberg
kadasterperceel D134
Vlaanderen - Limburg
- Gebouwd
- 1861
- Verdwenen
- 1956 - begin, ontmanteld / ca. 1958, sloop romprestant
- Type
- Stenen grondzeiler
- Functie
- Korenmolen
- Database nummer
- 4862
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Molen Sallaerts was een stenen korenwindmolen, type grondzeiler, op een heuvel ("de Molenberg") aan de noordzijde van de Zelemsebaan (nr. 18). De molen had een grote boogvormige inrijpoort. Tot op het einde waren er houten pestelroeden.
De windmolen werd in 1861 gebouwd.
Oprichter van de molen was Henri Sallaerts, geboren te Houtvenne op 9 december 1823. Hij was weduwnaar en huwde opnieuw met Marie Josephine Bammens (°Houthalen 31.07.1831). Op 9 maart 1862 kwam Henri Sallaerts uit Scherpenheuvel om de pas gebouwde molen uit te baten. Zijn broer Joseph (°Houtvenne 14.12.1844) was er molenaarsgast.
Hubert Peuters (°Meldert 26.12.1836), gehuwd met Marie Virginie Aerts (°Meldert 22.01.1841) en tot dan landbouwer in Meldert, huurde de molen tot in 1894. Hij bleef later in Meldert wonen. Zijn echtgenote overleed op 17 maart 1909.
Bij erfenis in 1883 kwam de molen op naam van molenaar Henri Sallaerts en van molenaar Hubert Sallaerts-Sannen. Henri Sallaerts' tweede vrouw Josephine Bammens overleed op 23 maart 1886. Op 24 juli 1890 vertrok Henri naar Schaffen.
Frans Huygens (°Vorst 18.12.1868) en zijn echtgenote Caroline Vandeplas (°Herselt 13.06.1870) kwamen op 20 oktober 1894 de molen uitbaten. Ze deden dat nog steeds in 1912, toen de 17-jarige maaldersknecht Landmeters op de molen verongelukte, op donderdagnamiddag 28 maart 1912. Hij was opgeschept door een van de draaiende wieken. Hij werd door molenaar Huygens aangetroffen op een tiental meter van de molen, badend in een plas bloed. Zijn vrouw had hem opgeroepen voor een koffiepauze. Aangezien hij niet reageerde, dacht de molenaar dat hij het geroep niet gehoord had. Toen hij zelf ging kijken, werd hij met het verschrikkelijk schouwspel geconfronteerd.
Andere molenaarsgasten waren Pierre Theunis, Leonard Ceunen en Jean Laenen. Leonard Ceunen vertrok naar Linkhout (zie aldaar: Molen Ceunen). Jean Laenen (°Oevel 19.02.1882) kwam op 20 maart 1919 terug. Hij was er al enkele maanden molenaarsgast geweest, samen met zijn echtgenote Marie Amelie Peeters (°Meldert 22.01.1875). Ze bleven de molen uitbaten tot ze op 16 maart 1925 naar Kortenaken vertrokken.
In 1912 werd de molen eigendom van oud-molenaar (dan herbergier) Sallaerts-Sannen voor 2/4 en van Henri Sallaerts voor 1/4. Zij verkochten de molen in 1924 aan Frans Weyens-Kenners. J. Porters-Kenis erfde de molen in 1926.
De 17-jarige molenaarsknecht Landmeters, afkomstig van Vorst, verongelukte op donderdag 28 maart 1912 op de molen.
Op 23 maart 1925 kwam Paul Schraepen (°Helchteren 28.04.1894), gehuwd met Marie Catherine Vanherck (°Peer 14.05.1894) uit Helchteren. Zij overled in Meldert op 17 september 1936. Paul Schraepen hertrouwde op 27 april 1937 met Marie Angelica Bekkers (°Meldert 22.04.1911). Hij had een zoon Pierre Henri die in de molen hielp. Paul Schraepen vertrok op 18 juli 1956 met zijn familie naar Zelem.
Emiel Orens-Smeulders kocht in 1955 de vervallen molen. Hij ontmantelde de molen (afname wiekenkruis en kap) begin 1956 en benutte alle bruikbare onderdelen voor de opbouw van zijn huis. Hierdoor bleef van de molenromp nog slechts een klein gedeelte overeind. Deze werd enkele jaren later ook afgebroken en gebruikt voor de verharding van de weg naar zijn huis.
De afbraak werd sterk betreurd door heemkundige en Bokrijk-stichter Jozef Weyns. Hij wees in het tijdschrift Ons Heem vooral op de schitterende nabijheid van molen en kerk, zoals hij dat ook in Geluveld gezien had. Maar hij vond het aanblik mooier in Meldert, omdat het dorp op een heuvel ligt.
De molenheuvel bestaat nog en is nu een klein bosje geworden.
Naar aanleiding van de verkaveling "Het Dorp" te Meldert (gem. Lummen) werd door het voormalige Agentschap Ruimte en Erfgoed een archeologische prospectie met ingreep in de bodem gevraagd die van 19 tot en met 25 januari 2010 werd uitgevoerd door Studiebureau Archeologie bvba. Tijdens dit vooronderzoek werd vastgesteld dat de aanwezige sporen als duidelijke nederzettingssporen uit de (midden- tot late) ijzertijd te interpreteren zijn (62 paalkuilen, 46 kuilen en 5 grachten of greppels; met duidelijke concentraties die op intensieve bewoning wijzen). In verschillende sleuven werden paalkuilen aangetroffen waaruit geconcludeerd werd dat er meerdere gebouwplattegronden aanwezig moeten zijn op de site. Spijtig genoeg werd de fundering van de molen, nochtans in het prospectiegebied gelegen, niet nader onderzocht.
Lieven DENEWET, Albert VANDERAERDEN & Eugène WELLENS
Aanvullende informatie
limburg/meldert_sallaert_om5.jpg
Foto: Pierre Lemmens © Stichting Levende Molens, Roosendaal
Literatuur
Gedrukte bron
M., M., "Meldert. - Schrikkelijk ongeluk", De Onafhankelijke der Provincie Limburg, 31.03.1912.
Werken
Albert Vanderaerden & Eugène Wellens, "Onze Lummense molens, molenaars en bakkers", Lummen, Geschied- en Heemkundige kring Groot Lummen, 1996, p. 79-80.
H. Holemans & W. Smet, Limburgse windmolens in heden en verleden, Nieuwkerken, Ten Bos / Studiekring Ons Molenheem, 1981.
Mededeling R. Drijvers aan H. Holemans, 13.02.1981.
Maarten Smeets & Michiel Steenhout, "Het archeologische onderzoek aan de Zelemsebaan te Meldert", Kessel-Lo, Studiebureau Archeologie bvba, 2012 (Archeo-rapport, 126).
(J.) W(eyns), "Meldert-bij-Diest", Ons Heem, jg. XIV, 1960-1961, p. 19.