Molenzorg
navigatie Mollem (Asse), Vlaams-Brabant
Foto van <p>Molen van Bollebeek</p>, Mollem (Asse), Prentkaart Nels. Verzameling Ons Molenheem | Database Belgische molens
© Prentkaart Nels. Verzameling Ons Molenheem

Molen van Bollebeek

Bollebeekstraat 2
1730 Mollem (Asse)

1,7 km N v.d. kerk van Mollem
op de Bollebeek of Molenbeek
kadasterperceel B58

50.918770, 4.240002 (Google Maps)
Privaat
voor 1234 / 17de eeuw
Bovenslag watermolen
Korenmolen
Bak- en natuurstenen gebouw
Verwijderd
Verwijderd
Nog als gebouw
M: monument, DSG: dorps- en stadsgezicht,
10.01.1980
Geen
Niet toegankelijk

Beschrijving / geschiedenis

Op het Hof van Bollebeek staat nog het gebouw van een watermolen, gelegen aan de Bollebeek. De molen werd voor 1234 opgericht en werd regelmatig verbouwd, zoals in de 17de eeuw. Samen met het hof maakte de watermolen eeuwenlang deel uit van de abdij van Vorst bij Brussel.

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Paulée-Van Lerberghe César, de weduwe, te Mouton (F)
- 21.08.1864, erfenis: Tanneguy-Paulée Charles, eigenaar te Parijs (overlijden van de weduwe Van Lerberghe van César Paulée)
- 12.08.1878, erfenis: Duchâtel comte Charles Jacob Marie, gevolmachtigd minister van Frankrijk, te Brussel en b) de Tarence et de Talmond-Duchâtel prince Charles Louis, duc de Tremvuille, eigenaar te Parijs (overlijden van Charles Tanneguy)
- 20.11.1884, verkoop: van de grond aan  a) Van Lierde Charles Joseph (voor naakte eigendom) en b) Van Lierde-Vanderperre Marcus, de weduwe (voor vruchtgebruik), landbouwster te Mollem (voor de eigenaars van het gebouw: zie 12.03.1878) (notaris Crick)
- 24.02.1890, einde vruchtgebruik: van de grond aan Van Lierde-Van Mol Charles Joseph, landbouwer te Mollem (voor de eigenaars van het gebouw: zie 12.03.1878) (overlijden van de weduwe Vanderperre van Marcus Van Lierde)
- 24.12.1890, verkoop: van het gebouw aan Van Lierde-Van Mol Joseph, landbouwer te Mollem (notaris Crick)
- 05.11.1928, gift: Van Lierde-Jcobs Theophiel Charles Antoon, molenaar te Mollem (notaris Stas)
- 20.12.1938, verkoop: a) Van Lierde Jan Jozef ANtoon (voor 1/3), landbouwer te Asse, b) Van Lierde Petrus Josephus (voor 1/3), molenaar te Asse en c) Van Lierde Maria Germana (voor 1/3), zonder beroep te Mollem (notaris De Smet)
- 27.02.1947, afstand: a) Van Lierde Petrus Jozef (voor 1/2), molenaar te Mollem en b) Van Haute-Van Lierde Jozef Corneel (voor 1/2), landbouwer te Mollem (notaris De Smet)

Vanaf 1943 wedrd nog enkel elektrisch gemalen. In 1956 werd de molen omgebouwd tot een woning. Hierbij werden het waterrad en het interieur verwijderd.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

-------------------

Historisch-architectuale beschrijving van het Hof te Bollebeek (Hilde Kennes, Agentschap voor Onroerend Erfgoed)

Het Hof te Bollebeek is een typisch Brabantse hoeve,met huidig gebouwenbestand opklimmend tot de 17de en 18de eeuw. Het complex werd beschermd als monument bij koninklijk besluit van 10 januari 1980 en maakt bovendien deel uit van het bij K.B. van dezelfde datum beschermde dorpsgezicht in Bollebeek-centrum.

In 1117 schonk hertog Godfried I van Brabant zijn allodium in Bollebeek, gegroeid uit een oud domein van de abdij van Nijvel, aan de circa 1096 opgerichte vrouwenabdij van Meerhem bij Lede, die in 1102 werd overgebracht naar Vorst bij Brussel. Zo kwam niet alleen het Hof van Bollebeek, centrum van het domein, in handen van de abdij, maar verwierf de abdij ook het patronaat van de parochiekerk en dit tot het einde van het ancien régime. De naam "Hof te Bollebeek" komt voor het eerst voor in een pachtbrief van 1438. Eeuwenlang oefende dit hof als één van de oudste bezittingen van de abdij van Vorst, een belangrijke impact uit op zijn omgeving.

In de loop van de 16de eeuw werd een eerste stenen huis gebouwd, maar in 1684 werd het grootste deel van het complex door brand vernield. Voortgaande op de "Cronicke van Vorst" werd in 1687 gestart met de heropbouw "den 9 april 1687 hebben wij beginnen bauwen op het pachthof te Bollebeke een nieuwe scheure, waegenhuys, stalleken ende vier nieuwe poorten ende het hof alsoo rontom gesloten". Tot op dat ogenblik was het een open hoeve, bestaande uit losse bestanddelen met strodaken en doorkruist door de baan naar Asse, zoals blijkt uit de kaart opgemaakt door Ph. De Dyn in 1632. Bij de heropbouw door de abdij werd de baan verlegd en evolueerde het hof naar een gesloten complex met binnenplaats. In dezelfde periode werd het hof trouwens gesplitst in een "Groot Hof" (Hof te Bollebeek) en een "Nieuw Hof", het huidige Hof ter Heiden, Terheidenboslaan nr. 15. Volgens de kronieken van Vorst werden beide hoven in 1687 op kosten van de abdij verbonden door een lange eikendreef. In 1704 werd het opnieuw door brand geteisterd, maar in 1706 was alles met uitzondering van de schuur en het wagenhuis hersteld.

Gesloten, monumentaal hoevecomplex met een ruime, gekasseide binnenplaats, waarvan de oudste bestanddelen opklimmen tot de 17de eeuw. Het ensemble vertoont een onregelmatige vijfzijdige plattegrond met het woonhuis en een aansluitende stal ten zuidwesten, bijkomende stallingen aan de zuid-, oost- en noordoostzijden en een monumentale schuur aan de noordwestzijde; de oorspronkelijk ommuurde moestuin en een poel liggen ten zuidwesten, en wel aan de buitenzijde van het gesloten complex, dat toegankelijk is via een eenvoudige, overluifelde poort in de noordelijke hoek tussen schuur en stal; in de houten latei staat het jaartal 1700 gegraveerd. Een tweede poort, de zogenaamde veldpoort, ligt in de westelijke hoek en gaf toegang tot de omliggende landbouwgronden. Het geheel bestaat uit verankerde, bakstenen gebouwen met gewitte gevels op gepikte plint onder aaneengesloten pannen zadeldaken, met uitzondering van het woonhuis dat wordt afgedekt door een steil leien zadeldak tussen aandaken met vlechtingen; voorts diverse dakvensters met houten luik en een duiventil. Centraal op de binnenplaats ligt de mestvaalt en ter hoogte van de woning staat een oude weegschaal.

Het woonhuis is groots opgevat en bestaat uit twee delen met links een gedeelte van vier traveeën en twee bouwlagen en rechts een gedeelte van vier traveeën en één, onderkelderde en verhoogde bouwlaag. Getraliede, rechthoekige vensters op lekdrempels van blauwe hardsteen met contrasterend ontlastingsboogje van baksteen; benedenvensters met sponning in het linkerdeel. Korfboogdeurtje in zandstenen omlijsting met kwarthol beloop en accoladevormige waterlijst met gotisch getinte bekroning, in de loop van de twintigste eeuw gedeeltelijk weggebroken voor een rondbogig heiligennisje van baksteen.

Naderhand werd het woongedeelte nog uitgebreid met haakse aanbouwsels tegen de overigens met grote vensters aangepaste achtergevel, ook hier sporen van vroegere zandstenen omlijstingen en een nog deels zichtbare zandstenen onderbouw; haaks aangebouwd bakhuisje. Interieurbezoek werd niet toegelaten.

De rechts aansluitende stal van vier traveeën vertoont nog sporen van vroegere vakwerkbouw in de vorm van houten standvinken en zichtbare ankerbalkkoppen; voorts rechthoekige muuropeningen onder een houten latei. Dit deel is van latere datum dan het woonhuis vermits er in de thans ingebouwde rechterzijgevel van de woning duidelijke sporen zijn van een gedicht venster in een zandstenen omlijsting; hieruit kan immers besloten worden dat de stal werd aangebouwd tegen een al bestaande constructie. Inwendig bleven een houten hijsrad en het gebint met pen- en gatverbindingen bewaard.

De grosso modo U-vormig ingeplante stallingen aan de zuid-, oost- en noordoostzijden hebben rechthoekige, ten dele aangepaste muuropeningen onder houten lateien, op een aantal plaatsen met bewaarde zandstenen rechtstanden en contrasterende bakstenen ontlastingsboogjes. Verspreide, klimmende laadluiken. De zuidelijke, blijkbaar latere stalling wordt gemarkeerd door een overkragend dak op daklijstbalkjes, zandstenen hoekblokken en een hoger oplopende middentravee met rondboogpoort. Aan veldzijde vertonen de stallingen een vrij gesloten karakter met uitzondering van de veelvuldige lichtgleuven en kleine rechthoekige venstertjes. Inwendig zijn de stallen overdekt door bakstenen troggewelven tussen ijzeren I-balken.

De noordwestzijde wordt volledig ingenomen door de monumentale, tweebeukige langsschuur met talrijke lichtgleuven in de zijpuntgevels. In de noordelijke zijgevel zitten twee rondboogpoorten in een zandstenen omlijsting met sluitsteen en imposten met vermelding AN NO 16 87; de linkerpoort, de voormalige toegang tot het erf, is thans gedicht; de sluitsteen hier draagt een afbeelding van de abdissenstaf. Rechts een recent ingebrachte rechthoekige poort. Latere aanbouwsels tegen beide langszijden.

Loonens M., Cronicke van desen clooster van Vorst t'sedert den jaere 1682, in Eigen Schoon en de Brabander, jaargang 86, nummer 3, 2003, p. 381-388.
Verbesselt J., Het domein van de abdij van Nijvel te Bollebeek, in Eigen Schoon en de Brabander, jaargang 49, nummers 8-10, 1966, p. 293-325.
Hasquin H., Gemeenten van België. Geschiedkundig en administratief-geografisch woordenboek 2. Vlaanderen-Brussel, Brussel, 1980, p. 714-716.
Spanhove Joris, De naam Bollebeek, in Ascania, XXXV, 1992, 2, p. 113-114.
"Asse in oude prentkaarten deel 2", samengesteld door Heemkring "Ascania", Zaltbommel, 2003, nr. 11.
J. De Munter, "Molhem", in: Eigen Schoon, I, 1911, p. 117-125; II, 1912, p. 117-118;
Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 3: arrondissement Halle-Vilvoorde (M-Z)", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem", 1992;
M.A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961;
P. Sablon, "Over hoeven en molens [te Mollem], Ascania, (Mollem-nummer), Driemaandelijks tijdschrift over Asse, zijn streek, zijn mensen, Heemkring Ascania, Asse, jg. 23 (1980), 3-4, p. 75-79;
Coppieters Jean-Pierre, "Mollem, molens en het mysterie van de Heilige Maagd Amalberga", Ascania, XLVI, 2003, p. 23-29.
Kennes Hilde, "Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Gemeente Asse, Deelgemeenten Asse, Bekkerzeel, Kobbegem, Mollem, Relegem en Zellik,Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen" VLB6, 2005.
Paul Lindemans, "De watermolen van Bollebeek te Mollem", Ons Molennheem (Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1996, nr. 3, p. 10.

Overige foto's

transparant

<p>Molen van Bollebeek</p>

Prentkaart Nels. Verzameling Ons Molenheem

<p>Molen van Bollebeek</p>

Hof van Bollebeek. Foto Marjolijn Van Damme, 2005

<p>Molen van Bollebeek</p>

Hof van Bollebeek. Foto Marjolijn Van Damme, 2005

<p>Molen van Bollebeek</p>

Hof van Bollebeek. Foto Marjolijn Van Damme, 2005

<p>Molen van Bollebeek</p>

Hof van Bollebeek. Foto Marjolijn Van Damme, 2005


Laatst bijgewerkt: woensdag 30 maart 2022
Stuur uw teksten over deze molen
Stuur uw foto's van deze molen
  

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in databasezoek op provincieStuur een e-mail over molen <p>Molen van Bollebeek</p>, Mollem (Asse)homevorige paginaNaar Verdwenen Molens