Nevele (Deinze), Vlaanderen, Oost-Vlaanderen
- Naam
- Ooschemolen, Osschemolen, Oossemolen, Molen De Vliegher
- Ligging
Oossekouter 46
9850 Nevele (Deinze)
1,1 km N v.d. kerk
kadasterperceel B114
Vlaanderen - Oost-Vlaanderen
- Gebouwd
- 1781 / 1837
- Verdwenen
- 29 november 1836, omgewaaid / 1912, sloop
- Type
- Staakmolen met open voet
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet,
- Database nummer
- 5007
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Ooschemolen (met variante schrijfwijzen) was een houten korenwindmolen die in 1781 werd opgetrokken aan de Oossekouter. Verschillende generaties De Vliegher waren hier molenaar.
Uit het proces-verbaal van afpaling van de gemeente Nevele uit 1812 blijkt: "Il existe quatre moulins qui forment 4 classes. L'expert, pour établir les évaluations de ces moulins, a consulté le bail de ceux qui ne sont pas exploités par le propriétaire. (...) Celui de la 4e est situé section B, il appartient à Mr. Wieme. Son produit brut est évalué à 240. Déduction faite d'un tiers pour réparations et entretien, donne un revenu net de 160".
Eigenaars na 1810:
- 1812, eigenaar: Wieme
- voor 1833, eigenaar: a) Van der Vennet Bernardus, molenaar te Nevele en b) Van der Vennet Francis, olieslager te Nevele
- 30.04.1833, verkoop: Wieme-Wieme André, de weduwe, molenarin te Nevele (notaris Braet)
- 13.11.1838, erfenis: de erfgenamen: a) Wieme Pierre, te Nevele, b) Wieme Cathérine, echtgenote Scheure Hubert, te Waarschoot en c) en consoorten (overlijden van de weduwe Petronelle)
- 1840, verkoop: Van Hoecke Jan-Baptist, herbergier te Nevele
- 24.07.1866, verkoop: De Vliegher-Martens Jan-Baptist, moelnaar te Nevele (notaris Dierick)
- 19.10.1894, erfenis: de kinderen (overlijden van Jan-Baptist De Vliegher)
- 27.06.1899, deling: De Vliegher-De Clercq Pierre Gustave, landbouwer te Nevele (notaris Van Roy)
De staakmolen waaide om, samen met vele andere, op 29 november 1836 ("moulin renversé), toen de weduwe van Wieme er molenaarster was, maar werd in 1837 herbouwd, wederom als staakmolen met open voet.
Openbare verkoping, door notaris Seriacop van Nevele, van "een schoon Woonhuis en Erf, met verdere aanhoorigheden en eenen Koorn-Windmolen, in hout getimmerd met alle deszelfs draeijende en roerende werken, gestaen ter gemeente Nevele, wijk Ossche (kad. sectie B 110, 114, 109a, 113b), aldaer al te samen groot 62 a 60 a", palende noordwest aan de straat van Nevele naar "Landegem-Molen" en zuidoost de Vaart van Schipdonk; gebruikt door Auguste van Hoeke.
In gemelde koop zijn begrepen en medegaande: "drie koppels Maelsteenen, waervan een koppel 15ders, een dito 16ders en een koppel witte van 1 meter 69 centimeters (5 voet 7 duym), twee Steenreepen met stroppen; 8 Scherphamers, waervan vier van gegoten stael, vier dito verstaelde en zes gewone, een pashamer en Marten (sic), een yzeren Handboom en zes Zeilen." Instel op 6 juli en toewijzing op 20 juli 1859 in de herberg "den Groenen Akker", bewoond door Francies Roets te Nevele.
Petrus-Gustaaf De Vliegher, alias "Baas Vlieger" had een ezel waarmee geketst werd in het omliggende. Hij hield zoveel van zijn grauwtje dat hij bij het afsterven, in 1903, speciale rouwkaartjes uitgaf. De beste kenissen gaf hij er een. Enkele vrienden had hij vergeten. Toen deze om een kaartje verzochten, had baas Vlieger de schalkse lach gereed: "Ik wist spijtig genoeg niet dat U ook familie van hem was!". Op het kaartje stond het volgende te lezen: Ter herinnering van Jan De Muil. geboren in de Pas de Calais den 15 mei 1863 bij Jan Longuevie. Na zes en dertig jaren eerlijken en getrouwen dienst bewezen te hebben aan de inwoners van Nevele en omliggende gemeenten en verbleven hebbende op het hof van De Vliegher, mulder te Nevele is hij er gestorven op 1 December 1903. Algemeene kennisgave".
De staakmolen werd in 1912 gesloopt.
Tot rond 2000 bestond nog het molenaarshuis uit het einde van de 18de of begin 19de eeuw. Het was een breedhuis van zes traveeën en één bouwlaag onder zadeldak bedekt met pannen. Er was een omhaagde tuin. Het had een bakstenen gevel met zelfde versiering (grijsbepleisterde omlijsting) voor de gevelaflijning, de vensters met witte persiennes en de deuromlijsting. Er was een aflijnende bepleisterde kroonlijst. Er waren sporen van lager dak en kleiner huis in de muurvlechtingen op de zijgevels. De achtergevel was in 1989 verbouwd.
Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
Literatuur
Gazette van Gend, jg. 192, nr. 156 van 3 juli 1859 (verkoopsadvertentie)
F. De Potter & J. Broeckaert, Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen,,reeks I, dl.5, Gent, 1964-1870, p. 16.
Aloïs Janssens, "De windmolens van Nevele en randgemeenten", Jaarboek 1959 van de Kunst- en Oudheidkundige Kring van Deinze, p. 109.
Aloïs Janssens, Nevele in oude prentkaarten, Zaltbommel, 1973, 30
Molens in het Land van Nevele, in: Het Land van Nevele, XXII, nr. 4, p. 343 e.v.;
Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Tweede aflevering. De arrondissementen Eeklo en Gent, in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XV, 1961, 2 (Gent, 1962)
Herman Holemans, Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 5. Gemeenten M-N, Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2004.
Paul Huys, "Molensprokkelingen van anderhalve eeuw geleden", Molenecho's, jg. 30, 2002, 1, p. 50-53 (52-53).
Kathleen Lanclus, Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kanton Nevele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12N1, Brussel - Turnhout, 1989.
Lieven Denewet, "Echt gebeurde Vlaamse molenhumor - 4", Molenecho's, jg. 25, 1997, nr. 4, p. 224.