Petit-Enghien (Enghien), Walloniƫ - Henegouwen
- Naam
- Moulin de Coquiane, Moulin de Caremberg, Moulin de Molenberg, Molen van Kokiane, Molen Van Damme
- Ligging
- Clos du Moulin
7850 Petit-Enghien (Enghien)
Molengaard
Coquiane
Caremberg
(Petit-Enghien = Lettelingen)
Walloniƫ - Henegouwen
- Gebouwd
- 1629-1630
- Verdwenen
- 1952 - juli, sloop
- Type
- Staakmolen
- Functie
- Korenmolen
- Database nummer
- 5640
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Moulin de Coquiane of Moulin de Caremberg (naar de plaatsnamen) was een houten korenwindmolen op de Coquiane.
Een eerste windmolen stond hier na 1409 en voor 1531 ("molenberchcoultre").
Een nieuwe werd opgericht in 1629-1630. De vergunning dateert van 9 februari 1629 en werd verleend aan Adrien en François Vander Swalmen van Geraardsbergen. Het contract omvatte de bouw van twee molens. De Oude Molen van Sint-Pieters-Kapelle werd het eerst gebouwd. De tweede molen moest maalklaar zijn voor 9 februari 1630. In een van de molenbalk zou het jaartal "1620" gegrift zijn geweest: zou het geen slechte lezing zijn geweest voor 1630?
In de 18de eeuw werd de molen uitgebaat door Jean-Baptiste Heremans (1723-'42), François Van Huvel (1750-'56) en Jean-Philippe Dehongres (1789) die het derde deel van de winst aan de heer van Edingen verschuldigd was. De laatste eigenaar was Aimé Van Damme, die de molen gekocht had in 1911.
Door blikseminslag in 1945 had de molen grote schade. De verzekeringsmaatschappij wilde niet tussenkomen. De molen dreigde op de molenaarswoning te vallen.
Ironie van het lot: net zoals bij de oprichting, is er ook bij de afbraak een verband met de Oude Molen van Sint-Pieters-Kapelle. De Molen Van Damme werd in juli 1952 gesloopt door Hilaire Vanhaelemeersch uit Ruddervoorde (West-Vlaanderen), die de Oude Molen enkele jaren daarvoor ook had neergehaald. Op het laatst had de standaardmolen een gesloten voet en een buik op de windweeg.
Bernard ROOBAERT
Moulin à vent au lieu-dit "Meuleberg" ou "Coquiane" (section A n° 431).
Reconstruit par Adrien et François Vanderswalme de Grammont en 1629.
Nommé "moulin de Caremberg" en 1864.
Arrêté en 1948. Remplacé par un moulin électrique en 1952.
La motte subsistait en 1984.
Un lotissement l'a fait disparaître depuis lors.
Le moulin à vent de Molenberg ou Coquiane, se situait sur une butte naturelle dont le sommet culmine à plus de 85 mètres d'altituce. Cette butte se rattache à la crête qui, à l'est d'Enghien sépare le bassin de la Marcq des affluents directs de la Senne (par l'intermédiaire du ruisseau du Pont-Neuf). La butte du Molenberg domine ainsi tout le paysage située à l'est d'Enghien et au nord de Petit-Enghien. Le moulin de Molenberg se positionnait ainsi à un kilomètre du centre de la localité.
Le Molenberg constituait de cette manière un site prvilégié pour une installation de ce type.
Les restes de la butte artificielle établie au sommet de la butte naturelle s'effacent progressivement.
Gérard BAVAY
Literatuur
Algemeen Rijksarchief Brussel, Seignierie d'Enghien, nrs 325, 329.
Algemeen Rijksarchief Brussel, Arenbergfonds, C (Droits casuels) 17 cas 235, f° 10v°; D (Comptes des Domaines) 52 S 816, f° 66 v°.
Jean Godet, "Jadis à Petit-Enghien", Brussel, 1967, 168 p.
Bernard Roobaert, "Overzicht van de molens van de streek van Edingen met hun oudste vermeldingen", Molenecho's, XXIV, 1996, nr. 3-4, p. 116-180;
B. Roobaert, "Een overzicht van de molens van het Oude Land van Edingen en hun oudste vermeldingen", in: "Het oude Land van Edingen en Omliggende, Herne, jg. XXI, 1993, nr. 2, p. 97-133, ill.;
Jules Dewert, "Les moulins du Hainaut. Arrondissement de Mons", Annales du Cercle d'histoire et d'archéologie de Baudour, t. 4, 1939, p. 1-202;
"Moulins en Hainaut", Bruxelles, Crédit Communal, 1987;
Gérard Bavay, "Patrimoine et histoire des moulins en Hainaut - Inventaire descriptif" - Analectes d'histoire du Hainaut, tome XI, Mons, Hannonia, 2008.
J. Verbesselt, "Lans de taalgrens in Brabant,", Eigen Schoon en de Brabander, LXX, 1987, p. 144-145, 147.
Gérard Bavay, "Patrimoine et histoire des moulins en Hainaut. Inventaire descriptif", Mons, Hannonia, 2008 (Annalectes d'histoire du Hainaut, tome XI), p.