Adegem (Maldegem), Vlaanderen - Oost-Vlaanderen
- Naam
- Adegemmolen, Oude Molen, Grijze Molen
- Ligging
- Molenstraat 37
9991 Adegem (Maldegem)
hoek met Oude Weg
Vlaanderen - Oost-Vlaanderen
- Gebouwd
- voor 1563
- Verdwenen
- tussen 1775 en 1818 (verplaatst naar Adegem-Kruisken)
- Type
- Staakmolen
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- ---,
- Database nummer
- 7346
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Oude Molen of Grijze Molen was een houten korenwindmolen op de hoek van de Molenstraat en de Oude Weg. Hij stond op een driehoekig driesje, bij de nog bestaande molenaarswoning (Molenstraat nr. 37), bij de hoek met de Oude Weg.
Hij staat aangeduid op de kaart van het Brugse Vrije door Pieter Pourbus uit 1562.
De staakmolen werd tussen 1563 en 1577 verpacht door de abt van de Sint Pietersabdij aan een zekere Wormund.staat.
We vinden hem vermeld in het landboek van 1641 ("Adegem Molen"), op een plan in de "Nieuwen Omloop van Adegem" (1766), op de Ferrariskaart van ca. 1775 met de benaming "Adeghem Molen".
De Molenstraat, die reeds op de kaart van Pourbus zo genoemd wordt, was een vrij belangrijke weg in Adegem. Deze straat loopt van de Hoeke naar de Kruipuit en werd aangeduid als "de straete leydende vanden houcke naer de Lieve bij Raverschoot brugghe", of als men van Raverschoot kwam, van "het rabot deur het landt van Adraen Snebbaut tot de straete ende soo lancxt de straete westwaert de meulen voorbij ende soo tot den houck".
Alhoewel de molen druk werd bezocht, was het met de bewoning aan de Molenstraat maar pover gesteld. In 1642 stond er precies één woning op de zuidhoek van de Molenstraat met wat nu de Spanjaardshoek genoemd wordt. Pas in de loop van de 19de eeuw werden er meer woningen gebouwd, nu heeft de straat zelfs een residentieel karakter gekregen !
In 1582 bestonden er twee molens in Adegem: Joos Goethals en Cornelis Coppens hielden de koornwindmolen van prochie Adeghem voor 44 pond en 4 hoet rogghe meels in pacht van de Heer van Maldeghem. De stampmeullene werd door Filip Martens en Pieter Dijserinck gebruikt. Beide molens waren met elkaar verbonden door de straete loopende van den oliemeulen naer den coornewintmuelen. Er vertrok hier ook nog een molenwegel naar Heulendonk waar ook vrij veel landbouwers woonden en graag een korte weg naar de molen namen.
De naam Grijze Molen of Grijzevoorde Molen raakte in de loop van de 17de eeuw in onbruik. Men sprak toen nog maar over den rossemeulen, over den rossemeulenwal en over een stuk land daer het rost cot staet. Deze namen wijzen er op dat er hier naast de windmolen, ook nog een rosmolen in bedrijf was.
Het rossemeulenhof was in 1642 eigendom van Gillis De Smet die nog wel meer molens in bedrijf had op het Ambacht Maldegem: o.a. te Balgerhoeke, op de Kruipuit, op het Molentje te Maldegem, nabij Strobrugge enz. In de loop van de 17de eeuw kwam de molen in bezit van de familie Peers die er tot in het midden van de 19de eeuw eigenaar van bleef. In 1700 treffen we Marten Peers de jonge als uitbater aan, in 1731 een Johannes Peers, in 1771 Jacobus Peers. Jacobus Peers was gehuwd met Emilienne Wauters en het paar had drie kinderen. Knecht was de 25-jarige Bemard De Vendt, meid de 18-jarige Petronella Wiele.
Marten Peers baatte de molen toen niet meer zelf uit: hij verhuurde hem aan Francies Pots, gehuwd met Marie Matthijs. Francies was toen pas 26 jaar en enkele decennia later bezat hij reeds zijn eigen molen !
Nog voor 1818 werd hij naar het Kruisken overgebracht.
De molen liet vele sporen na in de toponymie: Oude Molenwal (landweg die liep van de Oude (Brugse) Weg naar de driehoek waar de molen stond); Molenakker (aanpalend stuk land waarop nu woningen staan), Molenstraat (die leidt van Spanjaardshoek nabi het Dorp naar de wijk Oude Molen), Oude Molenwegel (Atlas der Buurtwegen, ca. 1844).
Zie verder: Adegem, Molen van het Kruisken.
Lieven DENEWET & Hugo NOTTEBOOM
Literatuur
Mondelinge bronnen
Edmond De Baets (Adegem) aan Jozef Van Overstraeten, 1944.
Jozef Goethals (gemeentesecretaris te Adegem) aan Jozef Van Overstraeten, 1944.
Werken
Hugo Notteboom, "Wandeling door Adegem heen... Van de Molenstraat naar Raverschoot", Ons Meetjesland", jg. 19, 1986, 1.
J. Van Overstraeten, "De molens te Aartselaar, Achel en Adegem", in: Toerisme, XXIII, 1944, p. 114-115.
"Vijf windmolens te Adegem. Van 1562 tot 1937. Oorlogsgeweld, natuurkrachten en mechanisatie verdrong ze allen", Het Volk, 2 juni 1960, p. 13 (grotendeels gebaseerd op de studie van J. Van Overstraeten).
"Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Tweede aflevering. De arrondissementen Eeklo en Gent", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XV, 1961, 2 (Gent, 1962).
Herman Holemans, "Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 1. Gemeenten A-B", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1993.
Maria De Baets, "Geschiedenis van de Gemeente Adegem", Adegem, 1928 (handschrift)
Info Maarten Osstyn, Adegem, 17.12.2011.
Dobbelaere Jozef, De molen van Adegem, Heemkundige Bijdragen uit het Meetjesland, XXVI, 2012, 3, p. 155.
Karel De Flou, "Toponymie van Westelijk Vlaanderen...", dl. X, kol. 845, dl. XI, kol. 1188, 1192, dl. XII, kol. 47.