Molenzorg
navigatie Hoegaarden, Vlaams-Brabant
Foto van <p>Celismolen<br />Kleine Molen<br />Beggaardenmolen<br />Arentsmolen<br />Nieuwmolen</p>, Hoegaarden, Foto: Frans Van Bruaene, Laakdal, 25.04.2013 | Database Belgische molens © Foto: Frans Van Bruaene, Laakdal, 25.04.2013

Celismolen
Kleine Molen
Beggaardenmolen
Arentsmolen
Nieuwmolen

Klein Overlaar 75
3320 Hoegaarden

op de Grote Gete
1,5 km NO v.h. centrum
kadasterperceel C193

50.783150, 4.903252 (Google Maps)
Familie Yves Smeets - Wendy Broeckmans
voor 1340 / ca. 1625
Onderslag watermolen
Korenmolen en elektriciteitsopwekking
Watergevel met wolfsdak
Onderslagrad, type Zuppinger en turbine
Nog aanwezig: 3 walsenstoelen, haverbrekers, builen, plansigters, silo's
Maalvaardig
M: monument, DSG: dorps- en stadsgezicht,
19.07.1994
Geen
Voor groepen op afspraak, info: www. celismolen. be, e-mail: info@celismolen.be, tel. +32 474 94 64 00

Beschrijving / geschiedenis

Na meer dan een eeuw draait weer een rad aan de Celismolen op de Grote Gete in Hoegaarden. Aan een verhaal dat reeds ruim 670 jaar duurt, werd een nieuw hoofdstuk toegevoegd toen het waterrad op 16 juni 2011 de eerste groene stroom opwekte. Het restauratieteam werkte intensief gedurende 5 jaar om dit te bereiken. Het resultaat is een kwalitatief compromis tussen de gewaarborgde instandhouding van de geklasseerde watermolen enerzijds en een ecologisch geïnspireerde vernieuwing aan de installatie anderzijds. De molensite werd herbestemd naar een bed and breakfast-faciliteit waarvan de molen zelf het kroonjuweel vormt.

De Celismolen is een watermolen die oorspronkelijk werd aangedreven door een onderslagrad (eerst 1 rad, later 2), daarna door een centripetale turbine en uiteindelijk door diverse motoren. Door de huidige restauratie kan de aandrijving zowel op het nieuwe waterwiel als op de turbine en zelfs op de herstelde dieselmotor. De stuwinrichting werd volledig vervangen en gemoderniseerd om de stroming naar het nieuwe Zuppingerrad te kunnen beheren. Dit rad drijft een elektriciteitsgenerator aan met een geïnstalleerd vermogen van 15kW, met een verwachte een jaaropbrengst die goed is voor 10 gezinnen. Aangezien het bed and breakfast-gedeelte ruwweg 20% van de opgewekte energie zal verbruiken is er dus een gegarandeerde afgiftecapaciteit aan het net. De Celismolen is aldus een kleine waterkrachtcentrale geworden.

Doorlopende vernieuwing

1340. Dat is het jaartal van de eerste vermelding van de Celismolen, toen bekend als ter Nuwermolen of Nieuwe Molen. Nieuw, want er was (en is) stroomopwaarts een molen op de Grote Gete, dewelke bekend is als de Grote Molen. Hierdoor wordt de Celismolen dan ook vaak de Kleine Molen genoemd. De eerste fase van zijn bestaan wisselde de molen, ontstaan binnen de eerder kleine heerlijkheid van Hoeleden, door huwelijken en erfenissen binnen de adel een aantal keren van eigendom tot hij in 1476 door hertog Willem II van Gullik-Berg werd verkocht aan de Paters van Bogaarden, waarvan het klooster nog als school bestaat op 500 meter van de site. Onder de adel bleef de molen klein en slecht onderhouden, maar onder de clerus begon een tijdperk van 322 jaar voorbeeldig beheer, een periode van opwaardering en doorlopende vernieuwing. De Kleine Molen ontsnapte echter niet aan de impact van de Franse Revolutie.  In 1798, 6 jaar na de afzetting van Lodewijk XVI, bereikte die invloed de molen wanneer hij als nationaal bezit werd verkocht aan een handelaar uit het Leuvense. De daaropvolgende wissels van uitbating hadden zowel verval als vernieuwing tot gevolg. De toenemende industrialisatie en schaalvergroting eisten echter hun tol en in 1986 legde de laatste molenaar, Albert Celis (°1916), de molen stil... tot Molenbouw Wieme hem 25 jaar later weer opstartte.

Bogaarden versus Norbertijnen: 2-0

Met hun decennialange renovaties mogen de Paters van Bogaarden gerust de architecten van het huidige molengebouw genoemd worden. Maar als het aan de Abdij van Park had gelegen zou er geen Kleine Molen meer zijn. Toen de Bogaarden hun molen in 1625 wilden redden van verval, lag de Abdij dwars door te beweren dat de opstuwing aan de Kleine Molen hun eigen Grote Molen zou beïnvloeden. Deze laatste ligt echter 1,5km stroomopwaarts, waardoor beïnvloeding van het onderwater onwaarschijnlijk was, hetgeen ook werd bevestigd door controles in bijzijn van 2 schepenen. Het stuwrecht voor de Celismolen werd aldus verworven op 22 november 1625. De Bogaarden startten in 1699 opnieuw met renovatiewerken maar botsten op een tweede sabotagepoging door de Abdij, die het herplaatsen van de risbalck (stuwdorpel) niet wilde toestaan, maar de meier van Hoegaarden keurde de plaatsingshoogte uiteindelijk toch goed. De prior van de Bogaarden spreekt in hun kronieken onverbloemd van invidie (nijd) als motief. Deze renovaties bereikten hun hoogtepunt in 1758, toen de gehele molen was vernieuwd.

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Blyckaerts Louis, handelaar te Tienen
- 1846, deling: Blyckaerts Joseph Louis, bankier te Tienen
- 03.10.1861, deling: Blyckaerts Amand, bankier te Tienen (notaris Dassis)
- 15.09.1868, verkoop: Dassis-Van Orshoven Louis, notaris te Tienen (notaris Pardon)
- 23.05.1904, einde vruchtgebruik: a) De Cordes-Dassis Oscar, rentenier te Tienen en b) De Leemans-Dassis Georges, de weduwe, rentenierster te Grez-Doiceau
- 1909, verkoop: a) Celis-Francart Joseph Jean, molenaar te Hoegaarden en b) Celis-Christiaens Eloi Corneel, molenaar te Hoegaarden
- 1922, verkoop: a) Celis Eloi Corneel, molenaar te Hoegaarden en b) Celis Joseph, molenaar te Hoegaarden
- 03.08.1936, afstand: Celis-Christiaens Eloi Corneel, molenaar te Hoegaarden (notaris Henninckx). Zoon Albert Celis was de laatste molenaar (gestopt in 1985)
- 2006, verkoop: Johnny Thijs & Karin Verstraete
- 2016: Wendy Broekmans

De mechanisering door de Celis-familie

De familie Celis was molenaar sinds 1909 en zij bracht de technische innovaties naar de Kleine Molen, wat ook de aanleiding is voor de huidige benaming van de molen. Onmiddellijk na hun komst installeerden ze een turbine in een nieuw gebouwde schacht, hetgeen samenging met een aanpassing en vernieuwing van de gehele moleninstallatie door de firma Bonte uit Leuven. Kort daarop introduceerde molenaar Celis ook de eerste verbrandingsmotor op de site. Alle gebouwen, behalve het eigenlijke molengebouw werden uiteindelijk vervangen. Bij het vooronderzoek van de installatie bleek dat deze een sterk gemechaniseerd circulatiepatroon bevat. Men kan bijvoorbeeld op het gelijkvloers graan in een elevator (bakjeslift) brengen, waarvan de uitlaat bovenaan rechtstreeks naar een schudzeef gaat, waaronder een graanreiniger staat. De uitlaat van deze kuismolen komt uit in de trechter van de bloemmolen, dewelke de bloem onderaan (dus weer op het gelijkvloers) verzamelt en via een schroef naar een zak brengt. De inrichting was dermate opgevat dat zij vlot was in gebruik en onderhoud en als dusdanig eerder gericht op kwantiteit dan op kwaliteit. Toch kon de uitbater de door de markt opgelegde schaalvergroting niet volgen en werden de investeringen stopgezet. Tegen de jaren 1960 was het malen al niet meer rendabel en vond het nog slechts 1x per week plaats. In 1986 kwam een duidelijke erkenning dat dit soort installaties niet meer economisch verantwoord is, maar wel waardevol vanuit industrieel-archeologisch oogpunt, want net voor de stopzetting van het bedrijf was er de veldopname door de diensten Monumenten en Landschappen. Dit leidde tot de bescherming in 1994.

Nieuw begin door de familie Thijs-Verstraete

De huidige eigenaars vatten het plan op om de site om te vormen tot een bed and breakfast. Nadat erfgoedconsulent Stijn Heremans in 2006 de historische studie van het beschermde deel uitvoerde, verscheen kort daarna het bureau Werkende Watermolens ten tonele, dat de mogelijkheid opperde om groene stroom op te wekken via een nieuw waterwiel. De adviezen van Dirk Vansintjan van Ecopower, één van de pioniers in stroomopwekking door watermolens (Rotselaar, Overijse, Aarschot...), overtuigden het restauratieteam om deze optie verder te onderzoeken. Het doorgedreven studiewerk van (o.a.) ir.-arch. Willem Brankaer toonde de haalbaarheid van de stroomopwekking aan en kwam met een verlengde maalgoot ook tegemoet aan de vrijwaring van de doorstroming van de Grote Gete. De diensten Onroerend Erfgoed zegden hun steun toe aan dit idee, niettegenstaande dit een afwijking van de historische situatie inhield. De oorspronkelijke inplanting van het rad was vlak achter de brug (en stuw), terwijl het restauratieconcept het nieuwe waterwiel 8m voorbij de brug voorzag. Bovendien gaat het om een Zuppingerrad, een type dat in de geschiedenis van onze streken zelden tot nooit voorkwam. Beide maatregelen vormen beeldbepalende ingrepen die de Celismolen een nieuw uitzicht geven,  maar  toch  de  authenticiteit van de site benadrukken.

Drie gerestaureerde aandrijfmethodes

Reeds in 1476 was er sprake van twee steenmolens, aangedreven door een waterwiel. De Paters veranderden de situatie pas in 1740 door twee onderslagraderen aan te brengen die elk een molensteen aandreven. Enkele jaren daarvoor hadden ze hiertoe een afleidingskanaal aangelegd om doorstroming van de rivier te garanderen. Voor de Celis-familie de werken begon, had de molen al opnieuw slechts 1 onderslagrad (ijzer met houten schoepen), een stuwhoogte van 1m05 en een vermogen van 8pk. De molen werd in 1909  overgeschakeld  naar  een  centripetale Francisturbine van 20pk of 14,7kW, hetgeen niet overdreven is als men de capaciteit van de rivier in aanmerking neemt. Rekening houdende met de verliezen bij overbrenging was er voldoende vermogen voor twee molenstenen. In 1920 kwam er een derde steenkoppel bij en in 1923 werd een bloem- en builmolen geïnstalleerd van het type Midget Maxima Roller Mill, die op zichzelf een vermogen vereist van 12,5kW, meer dan de turbine kon leveren. De behoefte aan bijkomende aandrijving was dus reëel waardoor de komst van een verbrandingsmotor onvermijdelijk was. In 1930 werd dan ook een tweedehandsmotor geïnstalleerd met een ruimschoots te groot vermogen van 100pk. Hij werd snel vervangen door een dieselmotor van 30pk, die op zich weer werd vervangen door een nieuwe dieselmotor. Het is deze laatste motor van McLaren Ltd met een vermogen van 40pk die nog ter plaatse aanwezig is. Elk van de drie voornoemde aandrijfsystemen is bruikbaar en demonstreerbaar in de Celismolen want de restauratie combineerde de terugkeer van een waterwiel met de bedrijfsklare herstelling van zowel turbine als dieselmotor.

Ingrijpende ruwbouwwerken

Onder coördinatie van Helon Architecten werd het uitvoeringsdossier voorbereid en aanbesteed vanaf de zomer van 2009. De eigenlijke werkzaamheden werden aangevat in maart 2010 door ruwbouwaannemer Vandebos uit Alken. Daar de oeverconstructies zich reeds in bijzonder slechte staat bevonden werden zij volledig gedemonteerd en heropgericht met inachtname van de aard en de inplanting van de steensoorten en bouwnaden. De oeverconstructies zijn bovendien ook aangezet op en tegen betonmassieven die het geheel een aanzienlijk verhoogde duurzaamheid geven. Gelet op de weinig draagkrachtige ondergrond werden aanvullende funderingen uitgevoerd met micropalen. Teneinde de uitvoering van deze werkzaamheden toe te laten werd de Grote Gete integraal afgedamd en omgeleid in een tijdelijk kanaal (zoals overigens ook in 1909 is gebeurd). De gevels werden gereinigd en de ramen vervangen. De terugkeer van het waterrad verwijst naar de historische situatie voor de werken van 1909. Aldus werd in de bouwkundige restauratie ook ditzelfde beeld nagestreefd. De aangebrachte cementering (met suggestie van verband in Franse witte steen) werd verwijderd en de gevel werd opnieuw gekaleid. De bolle voeg op de westelijke gevel, wellicht aangebracht in een poging de bouwnaad (ingevolge de werken voor de turbineschacht) in de gevel enigszins te maskeren, verkeerde in slechte staat en werd verwijderd.

De terugkeer van de opgegeven Phénixturbine

De turbine is van het type Phénix van de firma Schneider, Jacquet en Cie uit Straatsbrug. Het gaat om de niet ongebruikelijke opstelling van een centripetale turbine in een waterkamer, gevolgd door een woelkom die terug naar de rivier leidt, het geheel in een schacht met tongewelven. De turbine is van het Francis-type (principe James Francis, 1849), met instelbare leischoepen en 1 loopwiel. Van de laatste molenaar was nog geweten dat de turbine jarenlang enkel werd gebruikt om de motor op gang te trekken, maar verder door slijtage aanzienlijk in vermogen gereduceerd was. Eerdere pogingen tot herstelling of vervanging liepen op niets uit. Niettegenstaande een turbine qua rendement hoger scoort dan een Zuppingerrad (85% versus max. 75%), was in dit geval de keuze voor het rad voor de hand liggend omdat dit meer stroom zou opleveren dan de versleten turbine. De instelbare schoepen waren vastgeroest in hun laatst ingestelde positie waardoor de turbine ook niet meer behandelbaar was. Molenbouw Wieme heeft de turbine echter zo goed mogelijk opgekuist en deze daarna voorzien van 2 over mekaar verschuifbare afdekkappen in roestvast staal. De bediening ervan wordt geregeld door het oorspronkelijke handwiel van de leischoepen. Zodoende is de turbine opnieuw instel-baar van gesloten toestand tot aan het maximaal debiet en vermogen waarin zij is vastgeroest. Roland en Kris Wieme schatten het huidige vermogen van de turbine op 60% van haar oorspronkelijk vermogen in. In volledig geopende toestand kan de turbine opnieuw de molentechniek aandrijven, waaronder ook een maalsteen of de Midget Mill in lege toestand.

Zuppinger: de nieuwkomer op de site

Het nieuwe waterwiel is van het Zuppingertype met diameter 6m50 en 36 schoepen en werd volledig in eigen atelier vervaardigd door Molenbouw Wieme.  De keuze om dit wiel op het uiteinde van het gebouw te zetten, 8m van de brug verwijderd, werd gemaakt om meerdere redenen. In eerste instantie laat deze inplanting het vlotste toe om een overbrenging tussen waterwiel en hoofdas aan te brengen. Quasi de gehele lengte van de as wordt in beslag genomen door de tandwieloverbrengingen naar de steenkoppels. Aan het asuiteinde ter hoogte van de brug zit de overbrenging van de turbine, maar het asuiteinde waar nu het rad zit was reeds voorzien van 2 riemwielen voor de platte riem van de motor en bood de mogelijkheid één van  deze  riemwielen te  voorzien  voor  het  rad. Een tweede voordeel is dat men op deze locatie ook ruimte had voor de opstelling van de generator en sturingskast voor de stroomopwekking en de schotten. Deze nieuwe elementen bevinden zich nu in een bescheiden uitbouw in staal en glas en dus niet tussen de gerestaureerde molentechniek. Een derde en laatste voordeel is dat, door de komst van een extra betonwand ten behoeve van de maalgoot naar het rad, de plaats ontstond voor een extra losschot in die betonwand. Het grote losschot aan de brug is 3m40 breed en in de wand zit een extra schot van 1m40. Samen kan dus 4m80 schotbreedte geopend worden, wat overeenkomt met de doorstroombreedte aan de molen voor de restauratiewerken. Amper 1 week na de officiële opening heeft dit zijn nut reeds bewezen bij een zware regenval. De gehele stuwinstallatie is automatisch gestuurd op basis van metingen van de waterstand, zodat een zo continu mogelijk debiet op het wiel terecht komt. Het geheel van de sturing en elektriciteitsopwekking werd uitgevoerd door Etilec uit Lovendegem, dat tot heden nog bijregelingen doorvoert met het oog op de optimalisatie van de stroomopwekking en schotbesturing. De installatie werd reeds ontworpen, rekening houdende met de komst van een vistrap, dewelke door de VMM (Vlaamse Milieumaatschappij) wordt vooropgesteld.

Volledig behoud van de installatie

In tegenstelling tot het gebouw, waar bepaalde toevoegingen van 1909 werden verwijderd, is voor de installatie een volledig behoud het basisuitgangspunt geweest. De aanwezige techniek is immers een bijzonder mooie illustratie van de molentechnische evoluties van de 19e en 20e eeuw. Door authentiek kleurgebruik bij het herschilderen is de installatieperiode van de toestellen ook visueel duidelijk. Als één van de laatste toevoegingen werd door Celis bijvoorbeeld een hamermolen met blazer en stofsilo geplaatst. Door twee overbrengingen met verhouding 1/5 draaide deze hamermolen 25x sneller dan de hoofdas, wat neerkomt op ongeveer 3000 toeren/minuut. De overbrenging is echter met v-riemen (schakelriemen), dewelke niet meer in voldoende goede staat zijn voor de werking en niet werden vervangen. Deze toestellen zijn bijgevolg niet meer draaivaardig. Zij werden evenwel mee gerestaureerd daar zij reeds het verschil kunnen duiden tussen toestellen zoals in 1909 geplaatst en deze hamermolen uit 1960.

Het eerste graan werd reeds gemalen

De Celismolen bevat drie steenkoppels met steenkisten grotendeels in hout en gebogen wanden in zink en gegalvaniseerd ijzer. Het kroonwiel op de hoofdas is in gietijzer en de conische horizontale tandwielen zijn in ijzer met houten kammen, wat lawaai en slijtage reduceert. De eerste twee maalkoppels dateren van 1909 en werden gebruikt voor tarwe, rogge, gerst, haver en maïs. Zij werden gevoed door een graanelevator die tussen beide is opgesteld. Het derde koppel werd in 1920 geplaatst en diende voor tarwe maar na de ingebruikname van de bloemmolen enkel nog voor het vermalen van lijnschilfers tot veevoeder. Die lijnschilfers werden geproduceerd door lijnkoeken, een residu uit de productie van lijnzaadolie bij een bedrijf (Cardon) uit Merksem, te breken in de koekbreker. Deze laatste werkt niet meer, daar een aantal onderdelen ontbreken. De maalstoelen werden alle drie gerestaureerd, maar enkel de derde werd opnieuw maalvaardig gemaakt en heeft ondertussen reeds kunnen malen. Molenbouw Wieme merkte terecht op dat deze installatie wel wat kleine toevoegingen bevat die het gebruik vergemakkelijken, zoals een touw met zandzakje om de meelzakken open te houden als ze aan de meelschuif hangen, zoals een belletje om aan te geven als de graanbak leeg geraakt, zoals opvangbakjes aan as 2 om de afdruppende smeerolie op te vangen.

Midget Mill: de reus in het gebouw

De hoofdas is verder gekoppeld aan 4 assen die de diverse toestellen aandrijven. Op de zoldervloer (dus "tweede verdieping") bevindt zich een graanreiniger, voorafgegaan door een door de bakjeslift bediende schudzeef. De uitlaat van deze kuismolen leidt naar een wat uitzonderlijker toestel: een Midget Maxima Roller Mill, ingevoerd uit Tennessee (USA) en de eerste bloemmolen die in de streek werd opgesteld. Het gaat om een combinatie van een cilindermolen en een buil. Het malen gebeurt met stalen geribbelde walsen die in tegengestelde richting draaien, waarna het maalproduct door vier prismatische stoffen zeven gestuurd wordt. Deze bloemmolen verhoogde het rendement van de Celismolen tot 350kg per uur en 65kg fijne bloem per 100kg tarwe. Bij de restauratie werd zelfs het textiel van de toegangsdeurtjes vervangen door een naar authentiek patroon geweven stof.

Eerherstel voor een voorouder

Op as 2 is ook een elektriciteitsgenerator met koolborstels gekoppeld voor de opwekking van 110V bij 1400 toeren per minuut. Hij staat opgesteld op een platte gietijzeren sokkel, die op zijn beurt gemonteerd is op rails. De riemspanning kon dus geregeld worden door instelling van de sokkel op die rails. Net naast de generator bevindt zich een marmeren elektriciteitsbord. Aangezien dit relatief kleine element in de moleninstallatie wel de voorvader is van de huidige stroomgenerator op het rad, werden beiden erg detaillistisch hersteld en operationeel gemaakt. In de Celismolen zijn er, naast de lampen die branden op de nieuwe waterkracht, dus ook lampen die branden op de ‘oude' waterkracht.

Nieuwe identiteit

Zo wordt dus een nieuw hoofdstuk geschreven in deze geschiedenis: 4 maal werd er herbouwd op deze plaats met het oog op een verbetering van de installatie maar deze 5de maal was gericht op restauratie. Net zoals de Celis-molenaars hebben voorgedaan, werd echter een nieuw element aan de installatie toegevoegd. Dit huwelijk tussen verregaand behoud en technische vernieuwing heeft de Celismolen een nieuwe identiteit verschaft. Zodoende illustreert dit project hoe de energieproblematiek van tel kan zijn bij de benadering van ons molinologisch erfgoed. In de stroomopwekking uit wind- en waterkracht vinden de Vlaamse molens een maatschappelijke relevantie die verder gaat dan hun intrinsieke erfgoedwaarde. Is het effectief aanwenden van waterkracht binnen onze maatschappij, zelfs in deze beperkte schaal, immers niet het beste eerbetoon dat onze molens kunnen krijgen?

Op 26 juni 2011 werd de molen geopend. De molen is toegankelijk voor groepen op afspraak. Zakenlui kunnen er vergaderen en beschikken over moderne apparatuur voor communicatie met de buitenwereld. Overnachten met ontbijt kan ook. Er zijn logiesmogelijkheden (4 kamers), ook voor toeristen.

Het hele molencomplex werd in 2015 verkocht aan  de familie Yves Smeets  - Wendy Broeckmans. Het logement, de bed&breakfast, zalen voor vergaderingen, events, meetings van bedrijven, blijven ter beschikking. Komende opendagen in de molen: zaterdagen 21 mei, 25 juni, 10 september, 8 oktober en zondagen 3 april, 24 april, 22 mei, 26 juni, 11 september, 9 oktober 2016.

Frank ROOBAERT & Corine CNOPS - Helon Architecten

Aanvullende informatie

Restauratie Molen Celis - lot ruwbouw
Intekendatum: 25.09.2009, 11 u.
Molen: Hoegaarden (Vl.-Brab.), Kleine Molen,    Celis-molen - watermolen met turbine, korenmolen en kleine waterkrachtcentrale
Bouwheer: Johnny Thijs & Karin Verstraete, Hoegaarden
Ontwerper: D+A Consult nv, Halle (Jolijn Tassignon, Frank Roobaert), Helon Architecten, Halle
Aard van de opdracht: Algehele restauratie van het ruwbouwgedeelte; o/cat. D24, kl. 4
Plaats aanbesteding: D+A Consult nv, Meiboom 26 te 1500 Halle
* Heraanbesteding op 22.01.2010

Intekendatum: 22.01.2010, 11 u. / 14 u.
Molen: Hoegaarden (Vl.-Brab.), Kleine Molen, Celismolen - watermolen met turbine en nieuw onderslagrad, korenmolen en kleine waterkrachtcentrale
Bouwheer: Johnny Thijs & Karin Verstraete, Hoegaarden
Ontwerper: D+A Consult nv, Halle (Frank Roobaert), Helon Architecten, Halle
Aard van de opdracht: Algehele restauratie van het ruwbouwgedeelte; o/cat. D24, kl. 4; 120 dagen (heraanbesteding van 25.09.2009); algehele restauratie van de molentechnische installatie. De aanneming beoogt het draaivaardig maken van (een deel van) de installatie, evenals de plaatsing van een nieuw waterwiel (type onderslag) en de installatie ter opwekking van groene stroom
o/cat. D23, kl. 2; 120 dagen
Plaats aanbesteding: D+A Consult nv, Meiboom 26, 1500 Halle
Toewijzing: Lot ruwbouw: Vandebos Algemene Bouwonderneming nv, Alken; lot molentechniek: Wieme R. & K. Molenbouw bvba, Zulte

Bijzonder Plan van Aanleg
Gemeente Hoegaarden
Bijzondere plannen van aanleg
Openbaar onderzoek Bekendmaking
Het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Hoegaarden maakt bekend dat een openbaar onderzoek wordt ingesteld over het ontwerp :
BPA ''MolenCelis en Villa Tremeroux'', voorlopig aanvaard door de gemeenteraad op 24 oktober 2006, gelegen tussen de gewestweg N 221 (Klein Overlaar) en de Grote Gete, kadastraal gekend : afdeling 1, sectie C, nummers 166L2, 177D, 177G2, 179E, 180D, 182F, 182G, 182H, 185N2, 187G, 187H, 187K, 191F, 192H, 192K, 194C, 196A2, 197D en 203A, sectie K nummers 234C, 234D en 240A en sectie L nummer 1A.
Het dossier ligt ter inzage in het gemeentehuis bij de dienst ruimtelijke ordening, alle werkdagen van 9 uur tot 11 u. 30 m., dit gedurende een periode van dertig dagen, beginnend op 9/12/2006 en eindigend op 8/1/2007.
Gedurende deze periode kunnen bezwaren en opmerkingen schriftelijk aan het college van burgemeester en schepenen, Gemeenteplein 1, 3320 Hoegaarden, worden overgemaakt.
De bezwaren moeten bij het college toekomen ten laatste op de sluitingsdag van het onderzoek op 8/1/2007.
(Belgisch Staatsblad, 04.12.2006)

Gemeente Hoegaarden. - Bij besluit van 31 december 2007 van de Vlaams minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening is goedgekeurd het bijgaand bijzonder plan van aanleg « Molen Celis en villa Tremeroux », van de gemeente Hoegaarden, bestaande uit een plan van de bestaande toestand, een bestemmingsplan en de bijhorende stedenbouwkundige voorschriften. (Belgisch Staatsblad, 23.01.2008).

Hoegaarden - Restauratie Molen Celis.
Hoegaarden wenste de beschermde monumenten en dorpsgezichten Molen Celis en Villa Tremouroux in te passen in de toeristisch-recreatieve infrastructuur.
De bestemming van het gebied en de zonevreemdheid van de gebouwen verhinderde dit, waardoor werd beslist tot de opmaak van een BPA. D+A maakt een BPA op dat een bijkomende garantie biedt voor de instandhouding van de beschermde dorpsgezichten terwijl het aanwezige patrimonium een meerwaarde krijgt voor de gemeenschap.
D+A staat, samen met Helon Architecten, ook in voor de totaalstudie voor de restauratie van de beschermde watermolen "Molen Celis" op de Grote Gete. Het restauratiedossier is allesomvattend opgevat, inclusief molentechniek en oeverconstructies en dit met het oog op het opnieuw draaivaardig maken van de installatie.
Uit: daconsult.be
D+A Consult nv, Meiboom 26, 1500 Halle - Borchtstraat 28, 2800 Mechelen, info ad daconsult.be

"Welkom in de Celismolen", color2day.be, 06.10.2010
In het landelijke Hoegaarden, rustig en in het groen langs de Grote Gete, biedt de geklasseerde Celismolen u een bijzonder comfortabele en luxueus ingerichte vergader-/activiteitenzaal in huiselijke sfeer.
De gerestaureerde zolder, ingericht met cosy zithoek, wordt niet enkel gebruikt voor persoonlijk kleur- en/of stijladvies of voor workshops in kleine groepen maar richt zich ook en vooral naar zakenmensen die op zoek zijn naar een boardroomvergaderzaal "out of the ordinary".
De zaal biedt optimale ruimte aan 10 à 20 personen en is ingericht met de modernste domotica met LCD-projector, DVD-speler, geluidsinstallaties, airconditioning, enz.
Tijdens een break kan de tuin opgezocht worden en vanaf zomer 2011 zal het terras langs de Gete uitnodigen tot brainstormen langs het water en middenin het groen.
De Celismolen is heel gemakkelijk bereikbaar via afrit 25 Tienen langs de E40 van Brussel naar Luik.
Bovendien biedt de Celismolen u de mogelijkheid om te overnachten in één van onze 4 bijzonder luxueus ingerichte gastenkamers. Meer info en foto's vindt u binnenkort op onze site www.celismolen.be maar u kan ons reeds via mail contacteren (karin ad color2day.be).

"Celismolen in Hoegaarden krijgt meer dan 90.000 euro', degazetvantienen.blogspot.com, 20.07.2010.
Voor de Celismolen in Hoegaarden wordt door de provincie Vlaams-Brabant een restauratiepremie voorzien van 90.899,63 euro. Voor deze restauratie vereffent de deputatie een eerste voorschot van 22.724,91 euro. Dat komt overeen met 15% van de totale kostprijs, op een totaal bedrag van 90.899,63 euro.
Alle eigenaars van beschermde gebouwen kunnen een restauratiepremie aanvragen bij de overheid. De subsidieregeling is bepaald in een decreet. Hierin wordt bepaald dat de provincie 7,5%, 15% of 20% in de kosten bijdraagt en dit afhankelijk van wie de aanvraag indient.

"Provincie geeft geld voor restauraties in Leuven, Hoegaarden, Grimbergen en Steenokkerzeel", persbericht provincie Vlaams-Brabant, 19.07.2010.
De provincie Vlaams-Brabant geeft 116.529,58 euro voor de restauratie van de ruïnes van het Prinsenkasteel in Grimbergen. Voor de Celismolen in Hoegaarden wordt een restauratiepremie voorzien van 90.899,63 euro. (...)Voor de restauratie van de Celismolen in Hoegaarden vereffent de deputatie een eerste voorschot van 22.724,91 euro. Dat komt overeen met 15% van de totale kostprijs, op een totaal bedrag van 90.899,63 euro.

Frank Roobaert & Corine Cnops - Helon Architecten, "De Celismolen in Hoegaarden. Combinatie van herbestemming, restauratie & groene stroom", Molenecho's, XXXIX, 2011, 2, p. 70-80;
S. Heremans, W. Brankaer & F. Roobaert, "Restauratiedossier Molen Celis", onuitgegeven, 2008;
Frans Doperé, "De watermolens te Hoegaarden. Een technisch-historische benadering", in: Jaarboek-Mededelingen van de Geschied- en Oudheidkundige Kring voor Leuven en omgeving, jg. 31 (1991), p. 3-86, ill.
J. Van der Velpen, "Hoegaarden en zijn gehuchten, topografisch, toponymisch en archeologisch", in: Eigen Schoon en de Brabander, XL, 1957, p. 28-52;
H. Van Nerum, "De molens te Hoegaarden", in: Alpaïdas, VIII, nr. 28, p. 24-28; nr. 29, p. 23-25 en IX, nr. 30, p. 24-26, nr. 31, p. 23-26 en nr. 32, p. 23-26;
M.A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961;
Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 4: arrondissement Leuven (A-L)", Kinrooi, Studiekring 'Ons Molenheem', 1993;
plans;
Els De Kinderen, "De enige nog draaiende watermolen op de Grote Gete. De kleine molen of de molen Celis te Hoegaarden", in: De Belgische Molenaar en Levende Molens, Vakblad voor de maalderij, graan- en veevoederhandel, Officieel orgaan van het Landelijk Verbond der middelgrote en kleine maalderijen, Maandblad, Ravels, jg. 80 (1985), p. 64-66, ill.;
G.K. Kockelberg, "Molens van Hoegaarden", in: Ons Molenheem, XXX, 2005, nr. 2, p. 36-41;
H. Van Nerum, "De molens te Hoegaarden. - Vroeger verschenen in "Alpaidis", in: Ons Molenheem, 1983, nr. 2, p. 11-14, nr. 3 (sept.), p. 25-30.
J. De Schepper, Beschermingsdossier DB000790 (1994)
De Belgische Molenaar, XXII, 1927, p. 31.
Mailbericht Ton Slings, 06.12.2012.

Persberichten
IRA, "Molen en villa", in: Het Nieuwsblad, 29.03.2007.
BE, "Molens", in: Het Nieuwsblad, 12.03.2008.
Raymond Billen, "Geklasseerde molen op Gete wordt gerestaureerd", in: Het Nieuwsblad, 29.08.2009.
Raymond Billen, "Restauratie aan Kleine Molen op Grote Gete", in: Het Nieuwsblad, 15.01.2010.
Raymond Billen, "Molen gaat groene stroom produceren. Grote Gete omgeleid in Overlaar", Het Nieuwsblad, 28.05.2010.
BE, "Kleine Molen", in: Het Nieuwsblad, 2306.2010. 
Raymond Billen, "Watermolen wekt groene stroom op", Het Nieuwsblad, 02.07.2010.
BE, "Watermolen", Het Nieuwsblad, 31.07.2010.
Raymond Billen, "Provincie subsidieert restauratie Celismolen", Het Nieuwsblad, 19.07.2010.
Raymond Billen, "Ook logement in Celismolen", Het Nieuwsblad, 27.10.2010.
"Welkom in de Celismolen", color2day.be, 06.10.2010
Raymond Billen, "Voetgangersbrug naar Rommersom stort in", Het Nieuwsblad, 15.11.2010.
Inge Bosschaerts, "Fietsbrug over Gete stort in", Het Nieuwsblad, 16.11.2010.
"Celismolen in Hoegaarden krijgt meer dan 90.000 euro', degazetvantienen.blogspot.com, 20.07.2010.
"Provincie geeft geld voor restauraties in Leuven, Hoegaarden, Grimbergen en Steenokkerzeel", persbericht provincie Vlaams-Brabant, 19.07.2010.
Raymond Billen, "Pad onderbroken naar Rommersom", Het Nieuwsblad, 17.12.2010.
Raymond Billen, "Toelichting bij project Interactief Waterbeheer.  Restauratie Celismolen en Visserhuis", Het Nieuwsblad, 22.02.2011
Raymond Billen, "Gete opnieuw in oude loop in Overlaar", Het Nieuwsblad, 22.03.2011.
BE, "Kleine Molen maakt bierdorp toeristisch nog aantrekkelijker", Het Nieuwsblad, 02.04.2011.
Raymond Billen, "Nood aan extra wachtbekken richting Tienen", Het Nieuwsblad, 27.05.2011.
Raymond Billen, "Celismolen op Grote Gete operationeel", Het Nieuwsblad, 15.06.2011.
Raymond Billen, "Kloosterstraat heeft vragen bij werken Grote Gete", Het Nieuwsblad, 24.06.2011.
Achiel Baeken, "Elektriciteitswining, vergader- en logementshuis. Kleine Molen draait weer aan de Grote Gete", Het Nieuwblad, 29.06.2011.
R(aymond) B(illen), "Adilia Bogaerts-Savoye, buurvrouw. Oppassen voor overstromingen", Het Nieuwsblad, 29.06.2011.
"Ir.-Arch. Frank Roobaert, Helon Architecten bvba. Doorstroming aan de molen is verbeterd", Het Nieuwsblad, 29.06.2011.
Achiel Baeken, "Elektriciteitswining, vergader- en logementshuis. Kleine Molen draait weer aan de Grote Gete", Het Nieuwblad, 29.06.2011.
Raymont Billen, "Gezien in Overlaar: een getekoe", Het Nieuwsblad, 30.07.3011.
Raymond Billen, "Kleine Molen of Celismolen: wonderbaarlijk herrezen", Het Nieuwsblad, 19.09.2011.
Raymond Billen, "Logement in Celismolen krijgt vier sterren", Het Nieuwsblad, 17.12.2011.
Raymond Billen, "Herstellingen nodig aan waterrad Celismolen", Het Nieuwsblad, 09.07.2012.
Raymond Billen, "Afval hoopt zich op aan watermolen", Het Nieuwsblad, 20.11.2013.
Raymond Billen, "Gerestaureerde Celismolen aan bod in de media",Het Nieuwsblad, 23.01.2014.
Raymond Billen, "Guidowke ontmoet de molenaars van Overlaar en Hoksem", Het Nieuwsblad, 06.05.2014.
"Watermolen en St.-Rochuskapel te bezoeken", Het Nieuwsblad, dig., 19 juni 2014.
Raymond Billen, "Gerestaureerde Celismolen staat te koop", Het Nieuwsblad, 05.07.2014.
BE, "Gerestaureerde Celismolen staat te koop", Het Nieuwsblad, 12.09.2014.
Raymond Billen, “B&B Celismolen sluit einde maart”, Het Nieuwsblad, 11.03.2015.
Raymond Billen, "Nieuwe eigenaars voor Celismolen", Het Nieuwsblad, 27.10.2015.
Raymond Billen, "Celismolen blijft toegankelijk voor logement en evenementen", Het Nieuwsblad, 01.03.2016.
Achiel Baeken, "Publiek mag een kijkje gaan nemen langs de Grote Gete in Klein-Overlaar. Celismolen draait weer op volle toeren", Het Nieuwsblad, 22.03.2016.
Raymond Billen, "Vertellers bundelen oude verhalen over vernieuwde watermolens", Het Nieuwsblad, 22.10.2016.
Raymond Billen, "Gezocht: straffe verhalen over onze watermolens", Het Nieuwsblad, 12.02.2017.

Mailberichten
Yves Smeets, Hoegaarden, 20.09.2017.

Overige foto's

transparant