Molenzorg

Deurle (Sint-Martens-Latem), Oost-Vlaanderen


Prentkaart. Verzameling Ons Molenheem
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Deurlemolen
Molen van Deurle

Ligging
Muldersdreef
9831 Deurle (Sint-Martens-Latem)

Molenberg
100 m O v.d. kerk
kadasterperceel A256

 


toon op kaart
Type
Staakmolen met open voet
Functie
Korenmolen
Gebouwd
1592
Verdwenen
1918 - 2 november, oorlog
Beschrijving / geschiedenis

De Molen van Deurle stond aan de Muldersdreef 12 te Deurle, achter de villa (uit 1939) bewoond door mevr. Nadine Buysse, kleindochter van schrijver Cyriel Buysse. Die had het molendomein in 1911 gekocht en liet er een palenhuis optrekken.

De staakmolen werd  in 1592 gebouwd ter vervanging van een staakmolen die enkele jaren voordien werd vernield (godsdiensttroebelen). Naast de molen stond een vierzijdige houten buitenrosmolen.

In 1600 was Maarten della Faille uit Antwerpen, heer van Nevele en eigenaar van de graanwindmolens van Vinkt, Deurle en Landegem. Zijn zaakwaarnemer Arnout de Biscop brengt op 13 juli 1600 verslag uit over de achterstallige molenpachten die de molenaars nog aan de Heer van Nevele verschuldigd waren. De moeilijkheden waren zeker veroorzaakt door de nasleep van de godsdiensttroebelen van 1580-1585, waardoor een ware landbouwcrisis en ook een demografische crisis was ontstaan. In deze regio waren ook talrijke landbouwers ten achter met hun landbouwpachten. Pieter Seckman, de molenaar-pachter te Vinkt, stond voor 3 jaren molenpacht, 50 pond gr. ten achter op het ogenblik dat hij de molen overgelaten had aan Lieven Scamp en Joos Minne. Zij zelf stonden ook al 37 pond gr. ten achter met hun nieuwe molenpacht. Ook de molenaar-pachter van de windmolen te Deurle was ook al ten achter met de betaling van zijn molenpacht, voor de som van 10 ponden gr. Evenzo was Pieter Goethals pachter van de molen te Landegem 67 ponden gr. ten achter met zijn molenpacht. De Heer van Nevele was toen ook nog eigenaar van de windmolen van Nevele en SintMaria-Leerne. Doch deze molens worden in dit document niet vermeld.  Trouwens de molen van Sint-Maria-Leerne was tijdens de godsdiensttroebelen in 1580 verwoest. Hij werd pas herbouwd in 1608. 

Petrus  Vanhaughe (zoon van Joannes) was er molenaar in 1680. Hij werd sinds 1687 opgevolgd door Judocus Severis (zoon van Joannes). Laatstgenoemde was nog altijd de molenaar in 1737-1739.

In 1858 werd naast de staakmolen van Pieter De Baere een graanrosmolen opgericht, een vierkante houten buitenrosmolen. Het gebouw, zonder koningsspil en dus buiten werking, bestond nog rond 1900 (zichtbaar op een prentkaart).

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Poelman-Hamelinck, burgemeester te Deurle
- later, erfenis: de erfgenamen: a) Poelman Eulalie, echtgenote Devos François, zonder beroep te Elsene, b) Boyé Ferdinand, echtgenoot van Poelman Léonide, eigenaar te Gent, c) Poelman Guillaume Désiré, molenfabrikant, d) Poelman Polidor, eigenaar te Gent en e) Poelman Palmire, eigenares te Brussel (overlijden van Poelman Hamelinck)
- 19.07.1843, verkoop: De Baere Pieter François, molenaar te Deurle (notaris Bovijn)
- 19.06.1906, erfenis: De Baere Serafien, molenaar te Deure (overlijden van Vandersloten)
- 08.07.1911, verkoop: (van de grond) Buysse-Dyserinck Cyriel, letterkundige te Afsnee (notaris Van Roy)
- 25.07.1932, erfenis: a) Buysse-Rolin René Cyriel (voor 1/2 volle eigendom + 1/2 naakte eigendom), bestuurder te Schaarbeek en b) Buysse-Dyserinck Cyriel Gustave, de weduwe (voor vruchtgebruik) (overlijden van Cyriel Buysse)
- 22.12.1944, erfenis: Buysse-Nerinckx René Cyriel, fabrieksbestuurder te Deurle (overlijden van de weduwe Dyserinck van Cyriel Buysse)
- 24.09.1969, erfenis: a) de weduwe van René Cyriel Buysse (voor vruchtgebruik), b) Buysse Guy (voor 1/2 naakte eigendom) en c) Buysse Nadine Sylvie (voor 1/2 naakte eigendom) (overlijden van René Cyriel Buysse)
- 14.08.1981, erfenis: a) Buysse-Nerinckx René Cyriel, de weduwe (voor 1/4 naakte eigendom) en b) Buysse Nadine Sylvie (voor 3/4 naakte eigendom) (overlijden van Guy Buysse)
- 13.07.1992, gift: a) Buysse-Nerinckx René Cyriel, de weduwe (voor vruchtgebruik) en b) Buysse Nadine Sylvie (voor naakte eigendom), astrologe te Gent (notaris De Staercke - A256b = windmolen)

De molen werd op 2 november 1918, slechts enkele dagen voor de wapenstilstand, opgeblazen door vier Duitsers uit Bremen, 's morgens om 5 uur, Dit werd door Cyriel Buysse erg betreurd. Er was niets meer aan te doen en molenaar Serafien De Baere liet in een advertentie vermelden dat alle overgebleven onderdelen zouden verkocht worden. Zo werd de gietijzeren askop, de staak, een stalen roede, een licht beschadigde Franse molensteen, de staart, de steenbalk, steekbanden en andere eiken balken verkocht. De dorpelingen mochten de rest komen afhalen als brandhout.

Met de vergoeding van de oorlogsschade voor de vernielde molen, liet Cyriel Buysse in 1922 op bijna dezelfde plaats in 1921 een kleinere windmolen oprichten die graan kon malen en water oppompen. Dat molentje is thans gedemonteerd met het oog op een heroprichting elders in Deurle. Van de molen die in 1918 werd vernield bestaat nog een teerling, die - samen met het kleine molentje - als monument werd beschermd.

De molenaarswoning of het Molenhuis (Muldersdreef 3) bestaat nog en is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundige erfgoed. Het voormalig heden gerenoveerd molenaarshuis heeft een omringende omhaagde tuin en ijzeren toegangshek. Het is een oormalig forestiershuis, opgericht in 1586 en vermoedelijk wederopgebouwd in 1665 (cf. jaarankers in linker zijgevel). In het derde kwart van de 18de eeuw toegevoegde dakkapellen en klokketorentje.

Architecturale beschrijving van de vroegere molenaarswoning (Chris Bogaert & Kathleen Lanclus, Agentschap Onroerend Erfgoed).
Haaks op de dreef ingeplant gewit bakstenen huis van zes traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (pannen). Voorgevel met vensters (houten kozijnen) en luiken. Uitgewerkte deuromlijsting met korfboogdeur geflankeerd door geblokte bakstenen pilasters en rechthoekig bovenlicht. Overstekende daklijst op geprofileerde consoles. Tuingevel met drie houten kruiskozijnen met luiken en vernieuwd rondboogdeurtje. Linker zijpuntgevel met vlechtingen. Interieur met behouden gewelfde kelder met grote haard met zandstenen wangen in laat-gotische stijl en vermoedelijk nog van het huis van de forestier.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Bijlagen

Torie Mulders (pseudoniem van Hector Vindevogel), "De windmolens tussen Schelde en Leie", in: Handelingen van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk, XXII, 1946-1948, p. 46-107 (75-77)(uitgegeven handschrift van ca. 1930).
Als ge de Gentsche baan volgende aan de vierschaar komt, 't is te zeggen waar de steenweg van Nazareth naar Deurle de baan kruist en dat ge tijd hebt en goesting om natuurschoon te genieten, gaat dan links de steenweg op, Leieweerd: 't is alsof de natuur hier in dat blake veld een lustoord heeft getooverd. Plots rijst de grond en op den tweesprong blijft ge staan. Langs waar nu?... Rechts?... daar rijst de torennaalde van een kerkje bachten het hout. Links: Door de kleuve tusschen de hooge barms spiegelt het blauwe van de lucht en lokt u te genieten van 't schoone vergezicht over Leie en meerschen en velden; in den einder de donkerte der bosschen.
Deurle! Deurle aan Leie!...
Aan de kronkelende, eeuwig lijze stroomende Leie, waar meester Gezelle zoo dikwijls, droomende langs de bochten, de schoonheid van ons Vlaanderen en van Gods heerlijke Schepping bezong.
Deurle, gij zijt de schoonste van de perels welke den Schepper met geheele grepen langs de gouden rivier strooide.
Links, benêen liggen de bootjes gemeerd aan den oever, waar joelende jonkheid op 't groene grastapijt het uitschettert; daar in de schaduw van de fruitboomen zitten de keurig opgeschikte moeders genoeglijk het spel van de dartelende kleinen, die door de beemden stoeien, gade te slaan; terwijl boven den barm, in de schaduw van de zonnestoors, met een pot bier de ouderen hunne keel ververschen en van daar uit wijsgeerig met welbehagen geheel dat gedoe bezien.
In de Leie zelve is 't volop leute, want er wordt over en weere gevaren, met of tegen stroom een eindje weegs geroeid, of stil drijvend op 't water gegleden en boven al dat jollige gewemel staart de molen met haar groote ronde oogen, geheel dat leven aan.
Ze stond op de hoogte in de Leiebochte waar heden de heer Cyriel Buysse, de meester van 't Vlaamsche woord, zijn houten woonste op palen bouwde: Het Eksternest.
Toebehoorende aan Serafijn De Baere, werd ze op Allerzielendag 1918 door de Duitschers omvergeworpen, op het oogenblik dat ze zelve door de bondgenooten over de Leie en terug geworpen wierden.
De molen beheersche de gansche streek, en alhoewel ze dagteekende van 1545 was ze bestand nog eeuwen te trotseeren.
De familie De Baere had dien post van vader tot zoon sedert 1760 betrokken, en Serafijn, de laatste mulder van de reeks, gevoelde zich te oud, hij is een zeventiger, om nog de taak van de wederpbouw eener windmolen op zich te nemen.
De heer Buysse heft ter plaatse een n ieuw houten moleke doen maken en 't gebeurt dat Serafijn nog eens de zeilen openschudt en ten zijnen gerieve - hij baat een klein landbouwbedrijf uit - eenige zakken graan maalt.
Mulder van den ouden stempel, meegegroeid met den nieuwen tijd, vind ik in Serafijn een voor mij lieve en vriendelijke figuur. Aan hem heb ik veel te danken nopens inlichtingen betrekkelijk de molens van zijne omgeving.
Op de steenbalk van de nieuwe Deurlemolen bracht de heer Buysse het opschrift aan:
       De molen vn Deurle heeft eeuwen gestaan,
       De molen van Deurle moet blijven bestaan.
In 't molenhuis prijkt nog eene penteekening van de verdwenen molen door den heer Moens uit Gent, leeraar aan de Nijverheidsschool. Ook gaat er Serafijn fier op, onder zijn vrienden te tellen zoo menig kunstmeester als: de heeren Cyriel Buysse, Valerius Desaedeleer, Hugo Vandenabeele, de Vandewoestijnen en zooveel anderen die in Deurle en Laethem huisden en kwamen.
De molen van Deurle werd door Mme Jonnaert, de welgekende kunstenares van bloemenschilderkunst, op het doek vereeuwigd. Dit kunststuk is in handen van de jongste zuster van Serafijn, Mw Wwe Vander Venne-Debaere, te Sint-Denys-Westrem.
Met weemoed sprak Serafijn nog van 't verdwijnen van de Eedemolen van Nazareth, te meer dat zijn overgrootvader van daar geboortig was.
Achter 't molenhuis, dat eigenaardig van trant dagteekent van 1665, stond waarschijnlijk de eerste woning die met de molen meeging; daar is nog altijd de plaats te verkennen waar steengrijs en metselkalk de stand van verdwenen gebouwen aanwijzen.

Stefaan De Groote, "WO I in de Leiestreek (7): eerste vluchtelingen vertellen bloedstollende verhalen", Het Nieuwsblad, 15.08.2014.
Zulte - Cyriel Buysse zag in Deurle de eerste vluchtelingen arriveren: “ ’t Zijn meestal arme mensen: vrouwen, kinderen, bejaarden en ook wel enkele jonge mannen, die grote, zware pakken met zich meeslepen en torsen. Velen zijn stil, doodsbleek en stil, met grote, starre schrikogen, die gruwelen schijnen te aanstaren. Enkelen schreien; anderen, opgewonden, doen levendige verhalen, door drukke scharen toehoorders omringd.” Vooral wanneer het Belgische leger zich vanaf half augustus terugtrok naar Antwerpen, raakte ook de Leiestreek geleidelijk aan overspoeld met vluchtelingen, die verhalen vertellen over brand, verkrachting, moord, executie... van onschuldige burgers.
In het Brabantse Roosbeek, een bijhuis van Sint-Vincentius, werd het klooster verwoest en geplunderd door Duitse aanvallers. De hele bevolking sloeg op de vlucht. De zusters en een aantal families zochten onderdak in het moederhuis in Deinze. “Andere doolaards uit Diest, uit Hofstade, uit Mechelen, landden er de volgende dagen aan. Ze vonden een liefderijk onthaal en werden op allerlei manieren bijgestaan. Hier waande men zich nog veilig, maar die illusie zou weldra verzwinden” noteerde De Meulemeester.
Vooral eind augustus kon men de toevloed niet meer aan. Zo verschenen er op 28 augustus 93 mensen uit Mechelen in Astene en en iets later een groep van 189 in Nazareth. De meesten zouden na een paar dagen rust verder sukkelen in de richting van West-Vlaanderen.
In Deurle hoorde Cyriel Buysse de vijand naderen: “De ganse dag heeft in ’t verschiet een dof gedreun gebromd, als van een heel ver onweer. (…). Zij kwamen angstig-luisterend op de heuvel, waar de eeuwenoude, houten molen zijn vier rode wieken als biddende armen naar de einde uitstrekt, en daar hoorden zij, wijd over de zachte golving van de schone landouwen, het doffe bonzen duidelijker en wisten dat het ver kanongebulder was. Zij zagen bleek, de mensen, en sommigen beefden en hadden tranen in de ogen.”

Literatuur

Rijksarchief Gent. Fonds de la Faille. Inv. 228/R, nr. 676 (onder een verkeerde hoofding. Titres de propriété)
Torie Mulders (pseudoniem van Hector Vindevogel), "De windmolens tussen Schelde en Leie", in: Handelingen van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk, XXII, 1946-1948, p. 46-107 (75-77).
Goeminne Luc, "De Herentwindmolen en rosmolen van Landegem", in: Land van Nevele.  jg. XLIII, Aflevering 1, januari 2012, p. 25-33.
Luc Goeminne, "De Heer van Nevele heeft in 1600 problemen met zijn graanwindmolens te Vinkt, Deurle en Landegem", Contactblad van de Kring voor Geschiedenis en Kunst van Deinze en de Leiestreek, jg. 32, 2012, nr. 4 (okt.-nov.-dec.), p. 4311.
Lieven Denewet, Voorstel tot de bescherming van het "Molentje van Cyriel Buysse" te Deurle", in: Molenecho's, XXVII, 1999, nr. 3, p. 120-145;
Lieven Denewet, "Het "Molentje van Cyriel Buysse" te Deurle", Het Land van Nevele, XXXI, 2000, 1, p. 27-39.
C. Buysse, "De molen van Deurle", in: De Haagsche Post, 8 februari 1919;
C. Buysse, "De houten molen van C. Buysse te Deurle", in: Toerisme, VIII, 1929, p. 483;
R. Van den Plaetsen, "De molen van Cyriel Buyse en zijn voorzaat", in: Berichten van de Heemkring Scheldeveld, IV, 1972, p. 2-4;
Torie Mulders, "De windmolens tussen Schelde en Leie", in: Handelingen van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk, XXII, 1946-1948, p. 46-107;
"Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Tweede aflevering. De arrondissementen Eeklo en Gent", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XV, 1961, 2 (Gent, 1962);
Herman Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 2. Gemeenten D-E", Rotem, Studiekring Ons Molenheem, 1998;
U. Van den Heede, "Korenwindmolens te Deurle", in: Berichten van de Heemkring Scheldeveld. Driemaandelijks tijdschrift voor lokale geschiedenis van de streek tussen Leie en Schelde, Sint-Martens-Latem, jg. 8, 1976, p. 4-11, ill.;
Urbain Van den Heede, "Geschiedenis van Deurle", Sint-Martens-Latem, Gemeentebestuur, 1992, 374p., ill..
Urbain Van den Heede, De Nevelse Warande te Deurle en te Sint-Martens-Latem, (Heemkring Scheldeveld, Jaarboek XVI, 1987, p. 50-52).
Luc Goeminne, "Rosmolens in Oost-Vlaanderen (2). Rosmolens in het zuidwestelijk gebied van Oost-Vlaanderen", Molenecho's, V, 1977, 10 (dec.), p. 76.
L. Goeminne & P. Huys, "Rosmolens in de Oostvlaamse Leiestreek", Bijdragen tot de Geschiedenis van Deinze en de Leiestreek, jg. 47, 1980, p. 89-120.
Bogaert C. & Lanclus K. 1991: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kantons Deinze - Nazareth, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12N3, Brussel - Turnhout, 1991.
Alain Goublomme, "De windmolens van Deurle", in: Levende Molens, jg. 28, nr. 3, maart 2006, p. 28-29, ill.
OSW, "Cyriel Buysse", in: Het Nieuwsblad, 20.02.2009.
Stefaan De Groote, "WO I in de Leiestreek (7): eerste vluchtelingen vertellen bloedstollende verhalen", Het Nieuwsblad, dig.,15.08.2014.

Overige foto's

<p>Deurlemolen<br>Molen van Deurle</p>

Prentkaart. Verzameling Ons Molenheem

<p>Deurlemolen<br>Molen van Deurle</p>

Prentkaart. Verzameling Ons Molenheem

<p>Deurlemolen<br>Molen van Deurle</p>

De kerk van Deurle met de molen op de achtergrond. Prentkaart. Verzameling Ons Molenheem

<p>Deurlemolen<br>Molen van Deurle</p>

Olieverfschilderij op paneel door Cesar De Cock, 1867 (coll. Richard Comyn)

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: dinsdag 10 april 2018

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens