Molenzorg

Sint-Martens-Lennik (Lennik), Vlaams-Brabant


Verzameling Ons Molenheem
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Tombergmolen
Molen van Tomberg

Ligging
Tombergstraat
1750 Sint-Martens-Lennik (Lennik)

westzijde
hoek Oude Brusselsestraat
Tomberg
LC 135.30 O - 168.28 N
kadasterperceel F49


toon op kaart
Type
Staakmolen
Functie
Korenmolen
Gebouwd
1491 / ca. 1770
Verdwenen
1921 - 28 augusus, ingestort
Beschrijving / geschiedenis

De Tombergmolen was een houten graanwindmolen op de Tomberg (hoek Tombergstraat en Oude Brusselsestraat) werd opgericht. De Tomberg is een van de hoogste punten van de omgeving en de molen genoot er, op 91 meter boven de zeespiegel, een uitstekende windvang.

De standaardmolen werd in 1491 opgericht en werd rond 1770 herbouwd als een zware staakmolen door Deman. We zien de molen aangeduid op de Fricxkaart (1712), de Ferrariskaart (ca. 1775) en de Atlas der Buurtwegen (1842). Op de kaart van Vandermaelen (ca. 1850) staat hij vermeld met de benaming "M(oul)in de Tomberghem".

Eigenaars:
- 1770: familie Deman
- voor 1834: Deman-de Lennick Charles Joseph te Hévillers; huurder-molenaar Van Nechel
- 14.08.1834, verkoop: Goossens-De Voghel Franciscus, rentenier te Sint-Martens-Lennik (notaris Stevens)
- 14.01.1867, gift: Goossens-De Voghel Jan (°1836-+1895), molenaar te Sint-Martens-Lennik en burgemester van Sint-Martens-Lennik vanaf 1872 tot zijn overlijden (notaris Velge)
- 31.05.1895, erfenis: de weduwe en kinderen (overlijden van Jan Goossens)
- 13.03.1911, erfenis: de kinderen (overlijden van de weduwe De Voghel van Jan Goossens)
- 27.03.1911, verkoop: Keymolen-Gauchet Judocus, landbouwer te Sint-Martens-Lennik (notaris Van Wezemaal en Claes).

Tijdens de vredesfeesten in 1919 te Sint-Martens-Lennik werd een maquette van de molen mee in de stoet opgevoerd. De molen moet dan ook van groot belang voor de bewolking geweest zijn tijdens de eerste wereldoorlog.

De laatste molenaar was Judocus Keymolen, geboren te Sint-Martens-Lennik op 2 augustus 1881 en overleden in het "Ste Elisabethgesticht" te Ukkel op 20 augustus 1928. Hij was gehuwd met Catharina Gochet, geboren te Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek op 27 december 1882 en overleden op 28 augustus 1921 te Sint-Martens-Lennik, "als slachtoffer harer moederliefde, samen met haar vijfjarig dochtertje Florence aan de genegenheid der haren schielijk ontrukt", zo meldt het bidprentje, met de onrechtstreekse verwijzing naar een ongeval.

Op 28 augustus 1921, op een windstille zondagmiddag, viel de molen uiteen onder een overlast van graanzakken. De molenaarsvrouw stond op de dorpel van haar woning. Ze hoorde het donderend gekraak en zag het gevaarte kantelen. Haar zesjarig dochtertje speelde argeloos op de molenberg. De moeder snelde in volle paniek toe. Het was te laat. De molenkast stortte neer en bedolf moeder en kind.

Molenaar Judo Keymolen woonde in het huis aan de voet van de molenheuvel. Na het ongeval met de molen (zie hoger), werd een collecte onder molenaars gehouden, op initiatief van de "Vereenigde Molenaars" via een oproep in hun vakblad "De Belgische Molenaar". Na een  6de lijst van inschrijving bedroeg het voorlopig totaal 2535,50 frank. Er waren hulpgelden overgemaakt vanuit geheel Vlaanderen, zoals van J. Goris (molenmaker uit Retie, L. De Vetter, molenaar te Nazareth, Oscar Matthys, molenaar te Lede, Edward De Graeve, molenaar te Denderhoutem).

De windmolen werd evenwel niet heropgegbouwd. Judo Keymolen begon  een maalderij met gasmotor ("gaz pauvre"). Nog was alle leed niet geleden, want enkele van zijn zonen liepen dodelijke longziekten op. Dit zou - althans volgens wat sommigen beweerden - te wijten geweest zijn aan gaslekken. Einde 1926 schakelde men over op een elektrisch aangedreven maalderij. Bijna dag op dag zeven jaar na het tragisch einde van zijn echtgenote en zijn dochtertje op 28 augustus 1928, stierf Judocus Keymolen. Zijn modern ingerichte maalderij kwam in het bezit van Albert De Bot.

In 2007 werd de molenaarswoning grondig verbouwd en aangepast aan de hedendaagse noden en normen, waardoor het vroegere uitzicht geheel verloren ging.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Bijlagen

J.F. Vinckx, "De Molens van ’t Payottenland. Sint-Martens-Lennik: molen van Tomberg", in: Eigen Schoon en De Brabander,XIII, 1930-1931, p. 299-300. (Inleiding p. 199 gedateerd St.-Kwintens-Lennik 24 augustus 1929)        

Westwaarts, een kwart uurs van de dorpskom, klimt kronkelend een veldbaan naar Tomberg: eenige schaarsche hoeven en huizen, en daar midden-in, hoog en bloot in de vier winden, stond de molen. Den 28n Augustus 1921, op een Zondag na den noen (windstil was het weder) stortte plots de oude reus in de laagte… ’s Molenaars vrouw stond op den dorpel van haar woning; zij hoort het donderend gekraak en ziet het gevaarte kantelen; haar zesjarig dochtertje speelt argeloos op den molenberg; o wee, de neerploffende massa zal het kindje vermorzelen;… moeder vliegt toe… te laat, de balken begraven het kind, en een spaander slingert de moeder dood ten gronde…

Tomberg had een van de zwaarste en hoogst staande molens onzer streek (91 m. boven den zeespiegel). Hij was, zegde men, honderd-vijftig jaren oud. Bijgevolg was hij omstreeks 1770 gebouwd geworden. Zulks is best mogelijk, want mijnheer de Man had hem opgericht.

De oudst bekende molenaar is Van Nechel. Na hem kwam er een Goossens op, en de molen bleef meer dan honderd jaren de eigendom dezer familie. In ’t begin der vorige eeuw was de molenaar Pieter-Frans Goossens, hier geboren in 1800; ten jare 1866 verbleef hij nog te St.-Martens-Lennik; de overlijdensregisters der gemeente vermelden zijn naam niet; hij is waarschijnlijk te Schepdaal gaan sterven. Het molenhuis - een groote, lachende hoeve met overprachtigen tuin - heeft Pieter-Frans Goossens in 1839 herbouwd en vergroot.

Zijn zoon, Jan, te St.-Martens geboren den 21n Juni 1836, was wijd en breed bekend, niet zoozeer als molenaar, dan wel als burgemeester, waardigheid die hij van 1872 tot aan zijn dood (31 Mei 1895) bekleedde. De weduwe van Jan Goossens zette de maalderij voort (+ 13 Maart 1911). Na haar afsterven viel het schoone gedoe uit mekaar: de hoeve werd gekocht door pachter Jan Lemaire, de molen door Judo Keymolen. Deze woonde in het huis aan den voet van den molenheuvel; toen hij geen windmolen meer bezat, begon hij een maalderij met gasmotor; einde 1926 voerde hij de electrische drijfkracht in. Zeven jaren, dag op dag, na het tragisch einde van zijn echtgenoote en zijn dochtertje, den 28n Augustus 1928, stierf Judo Keymolen. Zijn modern ingerichte maalderij ging over in het bezit van Albert De Bot.
(De meeste gegevens over “Tomberg” danken wij aan de bereidwilligheid van Mr. Jozef Van der Goten.)

(geen afbeelding)   

-------------

Krantenartikel van kort na 28 augustus 1921.
"De vorige week is op het gehucht Tomberg, gemeente Sint-Martens-Lennick, de molen der echtgenoten Keymolen uitgevallen onder een overlast van graanzakken. Moeder Keymolen, die op den dorpel harer woning stond zag het ongeluk gebeuren en tevens hoe haar zesjarig dochtertje er ging onder vermorzeld worden. Zij sprong toe, ging het kind vatten - wanneer het gevaarte met ijselijk gekraak op hen neerstortte en moeder en kind bedolf. Beiden werden levenloos van onder de puinen uitgehaald. Onze foto's toonen: boven: de twee slachtoffers, onder: de molen na de instorting."

---------------
De Belgische Molenaar (Officieel orgaan van de Vereenigde Molenaars. Weekblad voor de maalderij en aanverwante vakken), 16e jg., nr. 43, zaterdag 22 oktober 1921, p. 1, kol. 1.

Inschrijving.
tot heroprichting van den ingestorten molen te St. Martens-Lennick.
6de lijst.   
Bedrag der vorige opgaaf                fr. 2475,50
J. Goris, molenmaker te Rethy            fr. 10,-
L. De Vetter, molenaar te Nazareth     fr. 10,-
Oscar Matthys, mlenaar te Lede          fr. 10,-
Edw.D e Graeve, moelnaar te Denderhautem fr. 10,-
Van der Smissen                               fr. 20,-
                                             Totaal fr. 253,50

Literatuur

Gedrukte bronnen
De Belgische Molenaar (Officieel orgaan van de Vereenigde Molenaars. Weekblad voor de maalderij en aanverwante vakken), 16e jg., nr. 43, zaterdag 22 oktober 1921, p. 1, kol. 1 (collecte voor ingestorte molen)

Werken
J.F. Vinckx, "De Molens van ’t Payottenland. Sint-Martens-Lennik: molen van Tomberg", in: Eigen Schoon en De Brabander,XIII, 1930-1931, p. 299-300. (Inleiding p. 199 gedateerd St.-Kwintens-Lennik 24 augustus 1929)  
Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 3: arrondissement Halle-Vilvoorde (M-Z)", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem", 1992.
M.A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961.
"Bijdragen tot de geschiedenis van Lennik", deel 1, uitg. Masiuskring.
(Jan Van Reepingen), "Monumenten (3). De molen van Tomberg", in: 't Archiefje (Infoblad van het Lenniks Archief), jg. 2, 2009, 1 (april), p. 17-20.
        

Overige foto's

<p>Tombergmolen<br>Molen van Tomberg</p>

Na de val van 28 augustus 1921. Foto uit krantenartikel.

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: donderdag 5 januari 2017

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens