Molenzorg

Aartrijke (Zedelgem), West-Vlaanderen


Verzameling Ons Molenheem
Algemeen
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Plaatsemolen
Plaatsmolen
Molen Pollet

Ligging
Brugsestraat 29
8211 Aartrijke (Zedelgem)

nu gasthof De Zwaan
Kadasternummer B1222

Geo positie
Type
Staakmolen met open voet
Functie
Korenmolen
Gebouwd
1640 - 1643
Verdwenen
1936, sloop
Allemolens
01683 (Ten Bruggencatenummer)
Beschrijving / geschiedenis

De Plaatsmolen of Platsemeulen (vroeger ook "Kerckestickmeulen" of "cleenen meulen" genoemd) was een houten korenwindmolen in de Brugsestraat 29.

Wouter Andries nam in 1642 vijftig roeden grond in het oostelijk gedeelte van het "kerckestick" voor 30 jaar in erfpacht van de kerk en dis van Aartrijke. Hij liet er in 1643 de molen bouwen. Deze duikt op in de kerkrekeningen vanaf 1644. Na het verstrijken van de 30-jarige periode kon de molenaar de cijnspacht vernieuwen voor nog een periode van 30 jaar. De eigenaar van de molenwal (de kerk en de dis) kon niet verplicht worden de molen over te nemen tenzij in liggende waarde. Indien de moleneigenaar de cijnspacht niet verder meer wilde zetten, mocht hij op zijn kosten de molen op het einde van de cijnspachttermijn weren en de grond effenen zoals voorheen.

Uit de kerkrekeningen van 1648 blijkt dat Jaques Rycqaert, die gehuwd was met de weduwe van Wouter Andries, de molen en de molenwal van hem in erfpacht had overgenomen.

Jooas Hacx baatte de Plaatsmolen uit in 1657. Hij was tevens koster en "prochieschrijver" van Aartrijke. Voorheen was hij ook al bierbrouwer geweest. Uit het verslag van het decanaal bezoek uit 1644, vond deken Willem van Houcke dat het bierbouwen niet goed te rijmen viel met het kosterschap als kerkelijk ambt. Nog in 1661 was Joos Hacx actief op de Plaatsemolen. Een ander normaal geacht deel van zijn werk als koster, met name het onderwijzen, liet hij over aan iemand anders. Op het laatst was dat zijn eigen zoon Cornelius Hecx, die koster-schoolmeester was.

De cijnspacht verliep in 1672. De toenmalige molenaar Jan Salens hernieuwde de cijnspacht voor de volgende 30 jaar. De jaarlijkse cijns bedroeg toen 10 schellingen groten, tegenover 6 schellingen 8 groten in de vorige termijn. Waarschijnlijk vroegen de "regeerders" van kerk en dis toen een grotere cijns voor de molenwal omdat de zaken van de molen goed gingen.

In de kerkrekening van 1691-1692 saat Roelandt Scheirens genoteerd als de molenuitbater en in 1698 Jacob Salens. De cijns werd in 1703 weer vernieuwd.

De pachter van het Kerckestick moest naast zijn erfcijns ook nog enkele lasten op de koop toe nemen. Hij moest ondermeer dulden dat het Gilde van Sint-Sebastiaan haar doelen op dat terrein plaatste en hij mocht geen schade rekenen die "soude moghen commen door het schieten vanden gaey ofte andere publique eerlicke exercitien".

In de 18de eeuw waren de Keteles actief als molenaar, met opeenvolgend Everaert (1703), Cornelius (1737) en Joannes Ketele (1749).

Isaac Ketele, inwoner van Aartrijke, deed op 4 januari 1777 een aanvraag om in Aartrijke een koren- en oliewindmolen op te richten.

In de "Gazette van Gend" van 5 januari 1786 verscheen een advertentie voor de "Publieke verkoop" op 10 januari 1786, in de herberg van Emanuël van Hollebeke in Aartrijke, van een korenwindmolen, staande op 50 roeden tijdelijke cijnsgrond van de “propriëteyt der kerke ende disch” van Aartrijke, samen met het molenhuis en “voordere gerieflykheden”. De molen staat “op het oost-eynde van het Dorp der voormelde prochie” en wordt nu gebruikt door Joannes Ketele voor een jaarlijkse pacht van 40 £ gr. courant. Zijn pacht eindigt in mei 1786. Inlichtingen bij landmeter Karel Joseph Muuls in Eernegem.

De molen werd verkocht aan de familie Maertens: Pieter (1790) en Hendrik (1826). Nog altijd moest de molenaar voor de molenwal cijns betalen aan  de kerk. Zo staat o.a. in de kerkrekening van 1809-1815: "ontfaen van pr. Maertens de somme van één en twintig gulden, twaelf stuvers over 6 jaeren chijns van 50 roeden landt waer zijnen molen is opstaende het laetste gevallen den eersten mey 1814'".

Sophie Maertens en Louis Tallier (gemeentesecretaris van Aartrijke en gehuwd met Isabella Maertens, "molenarige") richtten een aanvraag aan de kerkfabriek om de molenwal voor 250 frank af te kopen. In een nieuw voorstel uit 1839 verhoogden ze de prijs tot 375 frank. De kerkraad aanvaardde dat voorstel eenparig, mits de goedkeuring door de hogere overheid. De cijnspacht zou in 1853 eindigen. Louis Tallier kwam dan in het bezit van de molen en de molenwal. Hij overleed in 1881 als burgemeester van Aartrijke.

De molen staat afgebeeld als de "Plaatsemolen" op de Ommeloper van Aartrijke van 1696. Ook treffen we hem aan op de Ferrariskaart (1770-1778) met met het bruin symbool van een staakmolen, de Atlas der Buurtwegen (circa 1844), de topografische kaart van Philippe Vandermaelen (ca. 1850) en de kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1860). De straat loopt er met een bocht langs de molenwal.

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: (van de grond) Aartrijke, de kerkfabriek en (van het gebouw) a) Tallier Louis en b) Maertens Sophie
- 1850, verkoop: (van de grond) a) Tallier-Maertens Louis, secretaris te Aartrijke en b) Maertens Sophie, zonder beroep te Brugge
- later, erfenis: Tallier-Mertens Louis, secretaris te Aartrijke (overlijden van Sophie Maertens - registratie op 22.11.1865)
- 06.04.1881, erfenis: Tallier Louis en kind Elisa, eigenaar te Aartrijke (overlijden van vrouw Mertens)
- 1883, huwelijk: Leplae-Tallier Camiel, secretaris te Aartrijke
- 27.06.1891, erfenis: de weduwe (overlijden van Camiel Leplae)
- 01.06.1899, erfenis: van Caloen de Basseghem - van Hemme de Stampaertshoeke Jules Narcis Marie Ghislène, eigenaar te Varsenare (overlijden van de weduwe Tallier van Camiel Leplae)
- 18.04.1908, verkoop: Pollet-Eeckman Medard, molenaar te Aartrijke (notaris Van Caillie - koornwindmolen)
- 21.03.1915, erfenis: de weduwe en kinderen (overlijden van Medard Pollet)
- 01.07.1929, erfenis: de kinderen (overlijden van de weduwe Eeckman van Medard Pollet)

De Plaatsmolen werd afgebroken in 1936 door molenmaker Bruno Lievens, gehuwd met Sylvia Pardoen ("Bruin de molenmaker"). Voorheen was een zoon in deze molen op slechts 22-jarige leeftijd verongelukt. Bij het uithalen van de houten roeden kreeg hij de niet vastgemaakte ijzeren plaat op zijn hoofd en was op slag dood.

Na de afbraak werd op die plaats café De Zwaan gebouwd, een beeldbepalend hoekhuis dat nog steeds als gasthof in gebruik is. Het gebouw is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het onroerend erfgoed.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Bijlagen

Volksverhaal. De pastoor versleurt met één hand een zware molenas
Bron: Lieven Denewet, Honderd bespookte molens in Vlaanderen. Honderd molensagen van de Kuststreek tot het Maasland, in: Molenecho’s, XX; 1992
Hier op Aartrijke was er paster (pasto,r) D'Heyghere. De donder (bliksem) viel ne keer binst dat 't geweldig regende. Dat was op 't hof van Pollet. Ze moesten daar ne molenasse vertrekken (wegtrekken) voor hem te vrijwaren en 't ging niet. De paster vertrok hem met zijn één hand.
- Zegspersoon: Jules Joseph Gryp, °Aartrijke 1894, landbouwer, Aartrijke.
- Bron: W. Van Houcke, Onderzoek naar de sagenmotieven in het hartje van het Houtland (Aartrijke, Bekegem, Bovekerke, Eernegem, Ichtegem, Koekelare, Torhout, Veldegem, Werken), Leuven, KU Leuven (licentiaatsverhandeling), 1970, p. 257.
- Sagenmotief: toverwereld - tovenaars - macht der geestelijken: pastoor.
- Molengegevens: Plaatsmolen, staakmolen, korenmolen, Brugsestraat (nu gasthof De Zwaan), kadasterperceel sectie B nr. 1222, gebouwd in 1640, gesloopt in 1936.
- Toelichting: het verhaalgebeuren moet zich tussen 1888 en 1911 hebben afgespeeld, toen Remi D'Heyghere pastoor van Aartrijke was. De Pollets waren vanaf 1881 de eigenaars en molenaars.

-------------

Magda Cafmeyer, "Bij molenaar Jules Bogaert, in: Biekorf, LXXXIII, 1983, 2, p. 112-129.

Een gedienstige Eernegemnaar Oscar Tyvaert, zou ons vergezellen voor een eerste kennismaking met de gekende oude molenaar Jules Bogaert. - "Kijk daar woont hij op de hoek van de Processiestraat, kom we gaan binnen langs 't poortje".
Jules verwelkomt ons in zijn hovenierhof. - "Zo ge zijt daar ... houdt gij nog van hoveniering? Hier heb ik patatten geplant en daar sala ... ja'k ik onderhoud nog alles zelf. Zoals ge ziet kweek ik ook veel bloemen rondom het hovenierland ... 't is een aangename bezighouding in mijn oude dag op mijn 86ste jaar ... Ja'k ik huizenier hier heel alleen sedert dat mijn vrouw gestorven is op Sint Godelievedag in 't jaar 1976. Kom binnen, 't is te koud in de veranda, we zijn nog geen mei ... de stoof brandt in de kamer, zet junder.

(...) Als ik mij nog ongevallen herinner? Ja'k en zelfs een groot ongeluk te Eertrijke bij Pollets houten meulen. De Lievens wrochten aan de meulen, hadden de houten "roën" uitgetrokken maar vergeten de ijzeren plaat vast te leggen. En  daar zie ...gelijk de meulenwerker komt toegelopen naar zijn werk valt de ijzeren plaat eruit ... vlak op hem ... morsdood. Zo je moet naar de reste niet vragen ... ja, ja een meulenaar kan niet voorzienig en oplettend genoeg zijn.

Literatuur

Archiefbronnen
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1905. Isaac Ketele, inwoner van Aartrijke, doet een aanvraag om een koren- en oliewindmolen te bouwen in Aartrijke, 04.01.1777.

Gedrukte bronnen
Gazette van Gend, 05.01.1786 (verkoopsadvertentie)

Werken
Bonduel L., Het Zedelgem, Veldegem, Loppem en Aartrijke van toen. Een verzameling foto's en prentbriefkaarten aangevuld met beknopte historische gegevens, Brugge, 1983, p. 142.
Boschvogel F.R. en Jonckheere D., Aartrijke in de oude tijd, Torhout, s.d.
Urbain Naert, Verdwenen molenbestand... Molens te Aartrijke, in: Molenecho's, XII, 1984, p. 312-313;
J.P. en P. Emeldam, De molens van Aartrijke, in: Het Houtland, XIII, 1971, 3, p. 6-12.
Herman Holemans, Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 1. Gemeenten A-B, Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1993.
Boschvogelroute Zedelgem, Aartrijke, s.d., p. 2.
Lieven Denewet, Honderd Bespookte Molens in Vlaanderen. Honderd molensagen van de Kuststreek tot het Maasland, in: Molenecho’s, XX, 1992
Janssens D., Straatschouwingen te Aartrijke, jaar 1744, in Ledenblad heemkundige kring David Jonckheere, jg. 5, nr. 18, 1981, p. 42-47.
Maes R., Een onbekende Aartrijkenaar zoekt op…, in Tijdschrift voor de leden van de Heemkundige Kring "David Jonckheere", jg. 11, nr. 42/43, 1987, p. 72-75.
Pollet J., Aartrijke 1100 jaar, in Zilleghem. Handelingen van de Kring voor heemkunde en geschiedenis Pastoor Ronse, jg. 14, nr. 1, 1993, p. 4-40.
Pollet J., Bijdragen tot de geschiedenis van Aartrijke (898-1740), Zedelgem, 1982, p. 9-11, p. 16, p. 36, p. 37-38, p. 52, p. 73-74, p. 100, p. 104-105, p. 106, p. 125, p. 137, p. 143-149, p. 190, p. 195.
Pollet J., Bijdragen tot de geschiedenis van Aartrijke (1740-1814), Zedelgem, 1986, p. 174-176.
Pollet J., Neringdoeners en ambachtslieden te Aartrijke in 1748, in Ledenblad heemkundige kring David Jonckheere, jg. 5, nr. 17, 1981, p. 1-9.
Pollet J., Zedelgem 900 jaar, in Zedelgem 900 jaar, Zedelgem, 1989, p. 8-15.
Van Vlaenderen P. & Vranckx M.,Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West- Vlaanderen, Gemeente Zedelgem met deelgemeenten Aartrijke, Loppem en Veldegem, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL47, 2010.
Pollet J., De Sint-Sebastiaansgilde te Aartrijke in 1688, in Zilleghem. Handelingen van de Kring voor heemkunde en geschiedenis Pastoor Ronse, jg. 11, nr. 3, 1990, p. 117.
Magda Cafmeyer, "Bij molenaar Jules Bogaert, in: Biekorf, LXXXIII, 1983, 2, p. 112-129.
Jules Pollet, "Roem van het Houtland", in "de Oude Torhoutenaar" (over de Plaetsemuelen").
Mondelinge mededeling door Omer Lievens uit Torhout aan Lieven Denewet, jaren 1980. Zijn nonkel was in de Plaatsmolen verongelukt op 22-jarige leeftijd en diens vader Bruno ("Bruin de moelnmaker") brak deze molen in 1936 af.

Overige foto's

<p>Plaatsemolen<br>Plaatsmolen<br>Molen Pollet</p>

Detail van deze foto

<p>Plaatsemolen<br>Plaatsmolen<br>Molen Pollet</p>

Foto Alfred Ronse - collectie en prentkaart Stichting Levende Molens, Roosendaal

<p>Plaatsemolen<br>Plaatsmolen<br>Molen Pollet</p>

Verzameling Ons Molenheem

<p>Plaatsemolen<br>Plaatsmolen<br>Molen Pollet</p>

Prentkaart (coll. D. Vandenbulcke, Staden)

<p>Plaatsemolen<br>Plaatsmolen<br>Molen Pollet</p>

Duitse oorlogsfoto, 1914-1918 (coll. Ton Meesters, Breda)

<p>Plaatsemolen<br>Plaatsmolen<br>Molen Pollet</p>

Detail van deze foto

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: zaterdag 13 augustus 2022

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens