Molenzorg

Adinkerke (De Panne), West-Vlaanderen


Verzameling Ons Molenheem
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Molen Rabaey

Ligging
Noordhoekstraat 30
8660 Adinkerke (De Panne)

noordzijde
hoek met Houtstraat
200 m NO v.d. kerk
kadasterperceel C488 (tot 1873)
                        C492a&
toon op kaart

Type
Staakmolen met open voet
Functie
Korenmolen
Gebouwd
1722 / 1795 / 1873
Verdwenen
1793 - 13 december, oorlog / 1873 - 5 juni / 1930, sloop
Beschrijving / geschiedenis

Molen Rabaey was een houten korenwindmolen aan de noordzijde van de Noordhoekstraat, op 200 meter ten noordoosten van de kerk van Adinkerke.
In de molenwal onder de molen, bevond zich een stenen trap van 44 treden diep, die via een onderaardse gang met de Abdijhoeve "Ten Bogaerde" verbonden was.

De staakmolen werd in 1722 opgericht.

Pieter Frans Le Mahieu kreeg op 2 juli 1774 een akte van de Financiële Raad van Brussel om zijn oliewindmolen, staande op de vestingen te Nieuwpoort, om te bouwen tot een graanmolen en hem over te brengen naar Adinkerke, op grond van de "priestragie" (kerkfabriek) van het dorp". Hij moest jaarlijks 2 mud tarwe als cijns betalen.

Op 13 december 1793, bij het binnenvallen van de Fransen, deelde deze staakmolen hetzelfde lot als zijn overbuur, de Dijkmolen aan de Dijk.  M. Cousijn-Duytschaever, de toenmalige eigenaar, liet hem herbouwen in 1795. Dit weten we door een inscriptie. Op het heuverhout stond namelijk gebeiteld: "Gemaakt door Pol Duforet 1795".
Vanaf 1811 zette Pierre Cousijn het molenbedrijf van vader verder: 52 jaar lang, meer als een halve eeuw, zou hij deze molen begaan. Zijn zoon Jean Cousijn-Bossant volgde hem op, maar stierf al vier jaar later. In 1867 hertrouwde zijn echtgenote met Pierre Rathé, die de molen bleef bedienen tot in 1896.

Eigenaars na 1800:

- 1795-1811: Cousijn-Duytschaever (van het gebouw)
- 1811, verkoop:  Cousijn-Demuys Pierre, molenaar te Adinkerke (van het gebouw)
- voor 1834, eigenaar (voor de grond) Adinkerke, de kerkfabriek en (voor het gebouw) Cousijn-Demuys Pierre, molenaar te Adinkerke
- 14.03.1854, verkoop: (van de grond) Cousyn Pierre, molenaar te Adinkerke (notaris Cuvelier)
- 1863, erfenis: de weduwe en kinderen (overlijden van Pierre Cousijn)
- 25.11.1863, verkoop: Cousijn-Bossant Joannes Vincentius, molenaar te Adinkerke (notaris Beernaert)
- 01.08.1866, liquidatie: de weduwe Bossant van Joannes Vincentius Cousijn
- 1867: Rathé Pierre, molenaar te Adinkerke
- 1874, huwelijk: Rathé-Bossant Pierre (+1896), molenaar te Adinkerke
- 21.02.1894, verkoop: Rabaey-Rathé David, de weduwe, molenarin te Adinkerke (notaris De Brauwere)
- 06.05.1911, erfenis: de kinderen (overlijden van de weduwe Rathé van David Rabaey)
- 06.05.1911, verkoop: Rabaey-Patfoort Jules August, molenaar te Adinkerke (notaris Glorie)

Op donderdag 5 juni 1873 vond een groot evenement plaats. De complete molen werd verhuisd. Geboeid volgde het hele dorp hoe molenmaker Bruno Declerck uit Handzame de volledige constructie door middel van rollen liet verplaatsen over een afstand van twintig meter, van het kadasterperceel C482 (Noordhoekstraat 30) naar het achterliggend perceel C492a (Noordhoekstraat 51, hoek met Houtstraat). Een technisch hoogstandje!

Pierre Rathé, die overleed in 1896, verkocht de molen in 1894 aan de weduwe van David Rabaey-Rathé. Deze vrouw hield samen met haar zoon Jules Rabaey de molen in bedrijf tot in 1920. Daarna geraakte de staakmolen langzaam in verval.

Er werden enkele pogingen ondernomen om de molen te redden In een verslag van de Commissie van Monumenten en Landschappen, zitting van 23 januari 1928, lezen we: "De H. Tulpinck heeft nuteloze pogingen gedaan om de herstelling van bedoelden windmolen te bekomen. De K.C. is daarvan reeds op de hoogte gesteld, doch er zal hierover nog eens naar het gemeentebestuur geschreven worden."
Een gesprek tussen gemeente en eigenaar leverde niets op. De bestuurslieden wilden de molen wel redden, maar... herstel bleek een zware financiële dobbel voor de toch niet zo rijke gemeente. Jules Rabaey, zelf schepen, suggereerde daarom de molen dan maar af te breken.

Ondertussen door een storm helemaal scheef geduwd, werd de molen in 1930 gesloopt door de molenbouwers Karel (Charles) en Florent Blondé uit Alveringem en Henri Lejeune (Westvleteren, 1892-1965). Een tmechanische maalderij had zijn taak overgenomen.

Jozef AMEEUW & Herman HOLEMANS

Literatuur

Archieven
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1898 (verplaatsing van Nieuwpoort naar Adinkerke, 2 juli 1774)

Werken
"Duizend jaar Adinkerke. Adinkerke 992-1992"
Jozef Ameeuw, "Molens van Veurne-Ambacht", Koksijde, De Klaproos, 2004.
Herman Holemans, "Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 1. Gemeenten A-B", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1993.
Lorthiois Jacques, "Flandre Occidentale. Meuniers et moulins de West-Flandre", L'Intermédiaire des Généalogistes, n° 170, XXIX, 1974, 2, p. 116-126 (117).

Overige foto's

<p>Molen Rabaey</p>

Verzameling Ons Molenheem

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: maandag 10 juli 2017

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens