Berlaar, Vlaanderen, Antwerpen
- Naam
- Oude Molen, Molen Smets, Schravenmolen
- Ligging
- Azalealaan 1
2590 Berlaar
zuidwestzijde
nabij Molenlei en Stationspelinn
aan het station
kadasterperceel A412
Vlaanderen - Antwerpen
- Gebouwd
- voor 1683
- Verdwenen
- 1914 - augustus, oorlog
- Type
- Staakmolen
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet,
- Database nummer
- 2671
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Oude Molen, Schravenmolen of molen Smets (naar de molenaars) was een houten korenwindmolen aan de zuidwestzijde van de Azalealaan (nr. 1), nabij de Molenlei en het Stationsplein, in de Molenhoek.
De standaardmolen werd voor 1683 opgericht.
We zien hem aangeduid op de Ferrariskaart (ca. 1775) met het bruin symbool van een standaardmolen en op de kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855).
Rond 1830 werd hij als volgt beschreven in het kadaster: "houten standaardmolen met een omgang en twee paar steenen welke niet gelijktijdig kunnen gebruikt worden, in goeden staat van onderhoud en voordeelig gelegen bij het dorp. Deselve is verhuurd aan Petrus Dens. De huurder is gelast met de draayende werken te onderhouden (geschat op 3).De zuivere huur en opbrengst na aftrek der snede verhuurde goederen en der onkosten van onderhoud ten laste van de eigenaar gebleven, levert op een ronde som van f. 370".
Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Smets-Vanderauwera Jacobus, herbergier te Berlaar (molenaar-pachter: Petrus Dens)
- later, eigenaar: a) Smets Jan Baptist, molenaar te Berlaar, b) Smets Jeanne, echtgenote Roosenweyn Jacques, beenhouwer te Berlaar, c) Smets Dorothée, weduwe Verelst Jan, landbouwster te Berlaar, d) Smets Jacques, landbouwer te Berlaar en e) Smets Marie Josèphe, eichtgenote Hens Jean François, landbouwer te Beerzel (kinderen van Jacobus)
- 13.12.1853, verkoop: Smets-Schoeters Jan Baptist, molenaar te Berlaar (notaris De Rest)
- 01.05.1889, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van Jan Baptist Smets)
Omdat de molen zo dicht bij de spoorweg stond, moest men daar ook rekening bij houden bij de bouw van het nieuwe stationsgebouw in het begin van de 20ste eeuw. Het oorspronkelijke stationsgebouw met woonst van de stationschef (uit 1865) stond toen nog aan de overzijde van de spoorlijn, ten opzichte van het huidige gebouw, maar brandde af rond 1910. Op zich niet zo'n probleem, aangezien de Staat reeds langer plannen had voor de bouw van een stationsgebouw op de huidige plaats.
Zo blijkt uit een verslag van de gemeenteraad van 14 maart 1901 het volgende:
"De spoorhal:
Gezien de ontoereikende afstand waardoor de omheining van de statie zou moeten gescheiden worden van de houten windmolen van de weduwe en kinderen Smets.
Gezien de molen een bestendig en wezenlijk gevaar zou opleveren, zowel voor personen als voor voertuigen die langs daar een toegang hebben naar de losweg, door het draaien van de wieken.
Gezien de molen 'de genaakbaarheid' en het zicht van de spoorhall, zelfs op geringe afstand van langs de dorpszijde, blijkt te verhinderen.
Gezien de aldus in 't leven geroepen toestand dreigt te verergeren door het steeds aangroeiend verkeer, verwekt door de statie, inzonderlijk op twee of drie tijdstippen van het jaar.
Gezien hieraan gemakkelijk kan verholpen worden door de molen te verplaatsen in oostelijke richting, zonder dat het enige schade zou betekenen voor de eigenaars, zodat de gemeente maar een geringe schadevergoeding zou moeten betalen,
wordt besloten:
- Aan de minister te vragen in te gaan op hoger aangehaalde wensen.
- De volgende schadeloosstelling uit te betalen voor het aanleggen van de openbare toegangsweg tot de statie: acht fr. de m² voor het bebouwde en 1,50 fr. voor het onbebouwde."
Het nieuwe stationsgebouw zou er uiteindelijk pas 10 jaar later komen. En de molen werd ook nooit verplaatst. Want bij de doortocht van de Duitsers in augustus 1914 werd hij vernield...
Lieven DENEWET, Herman HOLEMANS, Dries A.W. MARTENS
Literatuur
Werken
L. Van Parijs & M. Schroyens, "Geschiedenis van Berlaar en Koningshooikt", Berlaar, 1984.
J. De Ceurster, Terugblik op Berlaar en Gestel, s.l.n.d.
J. Th. De Raadt, "Berlaer et ses Seigneurs", Mechelen, 1889.
H. Holemans & P.J. Lemmens, "Molens der Zuiderkempen", Nieuwkerken, Ten Bos / Studiekring Ons Molenheem, 1978, p. 14-15.
Herman Holemans, "Provincie Antwerpen - Volledig overzicht van bestaande & verdwenen wind- water- & rosmolens", Kinrooi, Studiekring "Ons Molenheem", 1986, p. 18.
Herman Holemans, "Wind- en watermolens van de provincie Antwerpen. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 1. Gemeenten A-G", Opwijk, Studiekring "Ons Molenheem", 2009, p. 27.
Jef De Ceuster, "Den ijzerenweg in Balder", 2012.
Mailberichten
Dries A.W. Martens, 24.12.2013.