Molenzorg

Westrozebeke (Staden), West-Vlaanderen


Algemeen
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Tiendenbergmolen
Tiendebergmolen

Ligging
Ommegang Noord
8840 Westrozebeke (Staden)

tegenover de Vijfwegenstraat
Tiendenberg
400 m NW v.d. kerk
kadasterperceel B225


toon op kaart
Type
Staakmolen
Functie
Koren- en oliemolen
Gebouwd
1773
Verdwenen
1898 - 9 april, brand
Beschrijving / geschiedenis

De Tiendenbergmolen was een houten koren- en oliewindmolen in Ommegang Noord, tegenover de Vijfwegenstraat. Hij is genoemd naar zijn ligging op de Tiendenberg. Volgens de overlevering is dit de plaats waar tot aan de Franse omwenteling de zogenaamde "tienden" of belastingen in natura, graanschoven of bonen bijeengebracht en openbaar verkocht werden.

De oprichting gebeurde in 1773 als een koren- en oliewindmolen, mits octrooi verleend op 19 mei 1773  door de Oostenrijkse keizerin Maria Theresia aan Jan Alphonse Thorré, bakker te Westzozebeke, voor het bouwen van "un moulin à vent à moudre grains et à tordre huile au village de Roosebeke, Châtelenie d'Ypres, sur une partie de terre lui appartenante près de l'endroit nommé l'Ommegang au Nord-West de l'église dudit Roosebeke". Tegen de oprichting werd geen verzet aangetekend. J.A. Thorré moest een jaarlijkse cijns van 5 mud tarwe ("hoeuds de froment") betalen aan de Domeinen van de "pays rétrocédés". Dat bedrag moest betaald worden zolang de molen zou bestaan. Het werd verdubbeld in het eerste jaar en bij elke eigendomsoverdracht. Als borg voor de betaling werden de molen, zijn inrichting en het perceel waarop hij stond gehypothekeerd. De molen moest binnen het jaar opgericht zijn. Anders zou het octrooi weer ingetrokken worden.
De bundel voor de aanvraag bleef bewaard in het Algemeen Rijksarchief te Brussel. Merkwaardig is dat het origineel octrooi zelf (op perkament, met een zegel in rode was), dat aan de oprichter werd gegeven en in particuliere handen bleef, bewaard is gebleven (bij een particulier te Gistel).

De molen komt nog niet voor op de Ferrariskaart, die voor Westrozebeke rond 1772 werd opgemaakt. Wel zien we afgebeeld, nabij de plaats waar de molen even later zou worden opgericht, het symbool van een kapel, als één van de kapellen van de Ommegang van Westrozebeke,

Eigenaars-molenaars van de Tiendenbergmolen

* 1773-1794: familie Thorré

- Joannes Alphonsius Thorré, gehuwd met Anna Jacoba Van der Meersch.
Johannes overleed te Westrozebeke op 28 maart 1775; zijn vrouw Anna te Westrozebeke op 2 oktober 1794.
- Hun kinderen (akte van 10.02.1796):
Pieter Joannes Thorré
Carolus Boromeus Thorré
Maria Joanna Thorré, gehuwd met Basilius Vandamme
Rosalia Therese Thorré
Isabelle Therese Thorré
Helena Jacoba Cecilia Thorré, gehuwd met Jan Baptiste Ghyselen
Maria Theresia Thorré, overleden op 01.12.1792.

* vanaf 1794: familie Blanckaert

Op 28 oktober 1794 verkocht Pieter Joannes Thorré "eenen cooren en oliewyndmolen met woonhuys in steen en annexen mitsgaeders drie gemeten eene lyne negen roeden erfve waer op alle het selve in staende..." aan Clement Blanckaert, zoon van Pieter Jacobus Blanckaert, "molenaere tot Roosebeke" (...)
"en is deze vercoopijnge ende coop alsoo geschiet mits voor godtspenning vijf schellingen drije grooten courant in spetie, lijfkoop eene tonne bier, hooftcleet twaelf guineen hedent betaelt in klinkende spetien ende van coopsomme principael vijfthien hondert zesthien ponden derthien schellingen vier grooten Vlaems..."

In een akte van 10 februari 1796 met inventaris en verdeling van de goederen wordt de verkoop van de molen nogmaals vermeld.

- 1834: De Force Pieter, molenaar te Westrozebeke
- later, eigenaar: Blanckaert Clement
- later: de erfgenamen (overlijden van Clement Blanckaert)
- 16.06.1852, deling: Vandamme-Blanckaert Karel, de weduwe, molenarin te Westrozebeke (notaris Delavie)
- later, erfenis: de kinderen (overlijden van de weduwe van Karel Vandamme)
- 24.05.1876, verkoop: Adriaens-Decoster August, molenaar te Staden (notaris Verlez) 

Tijdens een blikseminslag op 30 april 1886 werden een "einde met pestel" (van de wieken) gespleten, "het ijzerwerk van de as gerukt" (= de gietijzeren askop afgerukt van de molenas) en werd de molenstaak op vele plaatsen doorkloven. Molenaar was toen Emiel Sennesael.

Twaalf jaar later gebeurde nog erger onheil. De molen brandde in de nacht van 9 april 1898 geheel af. De molenaars, de gebroeders Henri en Alfons Dufloo, verhuisden hierop naar Beveren-aan-de-IJzer, waar ze de nog bestaande Brouckmolen aankochten.

In tegenstelling tot wat soms beweerd werd, werd de Tiendenbergmolen niet herbouwd na de brand van 1898. Zodoende werd hij ook niet vernield tijdens de eerste wereldoorlog. De Duitse oorlogsfoto's die het geraamte van een molenkast tonen, soms met het onderschrift "Mühle Tiendeberg (Mai 1915)", hebben geen betrekking op de Tiendenbergmolen, maar wel op de naburige Kayaardmolen te Staden!

Lieven DENEWET & Donald VANDENBULCKE

Bijlagen

X. Les., "Nota over de Tiendenbergmolen en de Kayaartmolen", 31.12.2014 (mailbericht aan L. Denewet)

De Tiendenbergmolen was te situeren te Westrozebeke, nabij de dorpskern, langs de Ommegang-Noord.
De oprichting van de molen is precies te dateren in 1773. Omtrent het verdwijnen van de molen is er echter minder precisie. De molen was met zekerheid meer dan een eeuw in werking; hij werd beschadigd in 1886 en brandde af in 1898. Of de molen daarna nog werd heropgebouwd –zoals meestal wordt gesteld- is evenwel twijfelachtig en zelfs minder waarschijnlijk.
Immers werd er tot vandaag geen bewijs gevonden, noch in een tekst noch op foto, van het bestaan van de Tiendenbergmolen in de periode na 1900. Vooral het foto-materiaal lijkt een belangrijk element.
In dit verband kunnen volgende zaken wel met zekerheid gesteld worden  :

1. Er zijn vanaf 1900 meerdere postkaarten uitgegeven van Westrozebeke, en na 1914 werden door Duitse militairen heel wat foto’s genomen van de dorpskern van Westrozebeke. Op de tientallen afbeeldingen van de dorpskern van Westrozebeke uit de periode 1900-1918 zijn evenwel geen molenwieken te bespeuren.

2. Er bestaat een foto uit 1917 van de locatie waar de Tiendenbergmolen stond. Deze foto werd genomen vanuit de kerktoren en is werkelijk panoramisch. Op deze foto is de woning en ook de ommegangkapel te bespeuren, doch niet de molen, noch enige resten van de Tiendenbergmolen.

3. Er bestaat  een foto van een molen met het volgende onderschrift in het Duits “Mühle Tindenberg (Mai 1915)”. Op basis van deze foto werd er steeds van uitgegaan dat de Tiendenbergmolen te Westrozebeke nog bestond tijdens WOI. Deze foto met een molen met beschadigde molenromp werd gepubliceerd in een Duits fotoboek. Recentelijk werd nog een andere foto van deze molen als postkaart uitgegeven. De molen werd op deze postkaart uit 2014 dan ook als “Tiendenbergmolen” vermeld. De foto, eigendom van een Nederlandse molenverzamelaar, toont een molen met dezelfde beschadigde molenkast waarbij Duitse officieren te paard poseren.

4. De foto met Duits onderschrift zowel als de recente postkaart betreffen evenwel niet de Tiendenbergmolen. De foutieve vermelding op de recente postkaart gaat terug op de Duitse publicatie van na de oorlog.

5. Welke molen staat er dan wel op de foto met Duits onderschrift “Mühle Tindenberg (mai 1915)” en de foto van de Nederlandse molenverzamelaar ? Dit is ongetwijfeld de Kayaartmolen, die stond  nabij Westrozebeke op het grondgebied Staden. Dit blijkt uit het navolgende.

6. Er bestaan meerdere foto’s, telkens door Duitse militairen genomen, van dezelfde molen die na WOI werden gepubliceerd met het onderschrift “Mühle Tindenberg (Mai 1915)”. Op één foto staat op ommezijde in handschrift vermeld “Mühle bei Westrozebeke”. Deze benaming is zeer algemeen en laat niet toe om de molen precies te vereenzelvigen. Op één foto van dezelfde molen staat op ommezijde de vermelding “Kayrtmolen” (sic). Dit lijkt het bewijs te zijn dat het de Kayaartmolen betreft. Bovendien en vooral stemt het landschap rond de molen, dat goed zichtbaar is op één foto, overeen met de site rond de Kayaartmolen; het landschap stemt absoluut niet overeen met de locatie waar de Tiendenbergmolen stond.

7. Tot slot en vooral, werd deze foto afgedrukt in het werk van Paul Billiet, "Staden 1914-18. De frontstreek in West-Vlaanderen" (1978) met als onderschrift "De Keiaartmolen te Staden - 1916". De auteur, Paul Billiet (Staden 1903 - Dilbeek 1985), heeft de molen nog met eigen ogen kunnen aanschouwen.

Tot besluit kan gesteld worden dat er geen afbeelding bestaat van de Tiendenbergmolen van Westrozebeke en het daarom waarschijnlijk is dat de molen niet werd heropgebouwd na de brand van 1898. De foto met Duits onderschrift "Mühle Tindenberg (Mai 1915)" betreft de Kayaartmolen die stond  nabij Westrozebeke, op het grondgebied Staden.

Literatuur

Archieven
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1894 (bundel voor de oprichting in 1773)
Origineel octrooi, op perkament met zegel in rode was, in privaat bezit te Gistel (zie hierna)

Werken
Herman Holemans, "West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 8. Gemeenten V-Z", Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2005.
Roger Quaghebeur, Ik was een spionne.
Jozef Maes, "De molens van Westrozebeke in 1914, De Belgische Molenaar, 22.04.1969.
(Jozef Maes), "Molens, eertijds in en om Westrozebeke", Het Wekelijks Nieuws, 10.10.1975.
Mailbericht X. Les., 31.12.2014, met: "Nota over de Tiendenbergmolen en de Kayaartmolen".
Mailbericht Lucien Maes, Gistel, 08.08.2014 & 15.11.2014. Het origineel octrooi en de notariële verkoopsakten (einde 18de eeuw) zijn in het bezit van zijn buurvrouw, mevr. Christine Vandenberghe (echtgenote Freddy Jonckheere) uit Gistel. De grootvader aan moeders zijde was een Adriaens, een familie die vanaf 1876 eigenaar was van de Tiendenberggmolen.
X. Les., "Nota over de Tiendenbergmolen en de Kayaartmolen", 31.12.2014 (mailbericht aan L. Denewet)

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: maandag 3 oktober 2022

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens