Molenzorg

Bovekerke (Koekelare), West-Vlaanderen


Duitse oorlogsfoto, 1914. Verzameling Ons Molenheem
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Bovekerkemolen
Bovemolen
Hoge Molen
Molen Darras

Ligging
Molenhoek
8680 Bovekerke (Koekelare)

tegenover de Kaaistraat
grens met Werken
1 km ten Z v.d. kerk
kadasterperceel B602


toon op kaart
Type
Staakmolen
Functie
Korenmolen
Gebouwd
voor 1374
Verdwenen
1918, sloop na oorlogsschade op 17 oktober 1914
Beschrijving / geschiedenis

De Bovekerkemolen, Bove(n)molen of Hogemolen - en op het laatst Darrassens molen -was een houten korenwindmolen. Hij stond op de grens met Werken aan de vroegere Molenstraat, thans Molenhoek. op de hoek met de  "sentier nr. 18" of de Molenwegel, tegenover de Kaaistraat, op ongeveer een kilometer ten zuiden van de kerk van Bovekerke.

Het was een tweezolder-staakmolen teerlingen die enkel diende om graan te malen. De teerlingen waren witgekalkt.

De molen was de oudste van het dorp. Volgens een hypothese werd de molen kort na de achtste kruistocht in 1270 opgericht. Aan deze tocht zouden de heren van Bovekerke deelgenomen hebben, wat ook de aanwezigheid van drie zilveren bezanten (Byzantijnse munten) en vijf kruisen in het wapen van de vroegere gemeente Bovekerke uitlegt.

De oudste (en ook zekere) archiefvermelding is een oorkonde uit 1374 waarin Jean van Bovekerke voorkomt. Daarin is er melding van een verkoop van een akker, een gebouw, bomen en een molen.

We zien de molen aangeduid op:

- de Grote Kaart van het Brugse Vrije door Pieter Pourbus (1561-1571), gekopieerd door Pieter Claeissens in 1601 met de benaming "Bove Meulen"
- de Frickxkaart (1712) als "Boven M(olen)"
- de Ferrariskaart (ca. 1775) met het bruin symbool van een staakmolen
- de Atlas der Buurtwegen (ca. 1844) als "Bovekerke Molen"
- de topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850) als "Bovekerke M(ole)n"
- de kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855)

Vanaf 1749 de Bovenmolen ook de "Bovekercke Meulen" genoemd.

Enkele vroege molenaars:
- 1677: Antone Vanhove
- ca. 1680: Pieter Depauw en Clement Depau
- 1796: Ange Devrieze, die tevens municipale agent was van het Franse regime te Bovekerke

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Ketele Jan en consoorten.
- 21.11.1838, verkoop: Verijser Jacoba, molenarin te Bovekerke (notaris Deleghen)
- 19.07.1873, verkoop: Vercruysse-Ampe Karel, landbouwer te Werken (notaris Steverlinck)
- 06.02.1878, erfenis: de weduwe en kinderen (overlijden van Karel Vercruysse)
- 10.08.1879, erfenis: de kinderen - waaronder Aloïs Vercruysse, gehuwd met Euphrasie Deschrijver (overlijden van de weduwe Ampe van Karel Vercruysse)
- 24.11.1882, verkoop: a) Lutens Armand, nijveraar te Gent en b) Lutens Jules, militair te Gent (notaris Tijman)
- 28.10.1886, ruil: Lutens Juliaan, militair te Gent (notaris Titeca)
17.06.1902, verkoop: a) Van Elslande Amand, brouwer te Zuidschote, b) Van Elslande Aloïs, voerman te Passendale en c) Van Elslande Frans, voerman te Passendale (notaris Reynaert)
- 25.02.1904, verkoop: a) Van Elslande Corneel Frans, voerman te Passendale en b) Van Elslande Aloïs, voerman te Passendale (notaris Baert).

Kort na 1900 werd het wiekenkruis vervangen door een haspelkruis met jalouziekleppen, net zoals bij Ampes molen te Egem. Dit was het rechtstreeks gevolg van het huwelijk van Karel Vercruysse met de dochter van molenaar Henri Ampe-Mattheus op de Lepelkotmolen in Egem, waar dit systeem was toegepast. Karel Vercruysse liet zich duidelijk door de werken van zijn schoonvader beïnvloeden. Naar een getuigenis van Aloïs Devriendt (1903-1978), laatste molenaar op Bussches molen te Werken, viel dit speciaal wiekenkruis met veel gedruis op de grond: bij het draaien schoof het van de "clavette" op de wiekenas. Toen was L. Darras er molenaar en mocht Aloïs Devriendt als klein kind met zijn vader naar de herstellingen kijken.

Er werd weer een houten wiekenkruis, met pestels en einden, geplaatst. Vier jaar na de herstelling, op vrijdag 5 februari 1909, rond kwart over elf 's middags, was er wederom een roedebreuk, door een hevige noordwestenwind. Men vond de stukken terug op 100 à 150 meter van de molen. Er was enkel stoffelijke schade.

Toen plaatste men geklinknagelde roeden van Verhaeghe uit Ruddervoorde. De molenaar was toen Emiel Weyntein uit Moere, die gehuwd was met Marie Darras.

Hieruit blijkt dat de familie Vercruysse-Ampe, landbouwers op hofstede De Caeye te Werken (heel dicht bij de molen), steeds een molenaar in dienst had: leden van de familie Darras en op het laatst Emiel Weyntein na zijn huwelijk met Marie Darras. Anderzijds blijkt Aloïs Vercruysse, gehuwd met Euphrasie Deschrijver, zoon van de vroegere eigenaar Karel Vercruysse-Ampe, ook nog molenaar geweest te zijn na de verkoop van de molen.

Rond 1900 werd bij de molen een wegkruis geplaatst, als herinnering aan een ongeval. Na de Tweede Wereldoorlog kwam er een Mariakapel.

Op 17 oktober 1914 werd de molen erg beschadigd door beschietingen van de Belgische artillerlie: een wiek werd afgeschoten en de molenkast was deerlijk toegetakeld. Deze werd in 1918 omgetrokken. Een mechanische maalderij nam de taak over.
"Tweemaal hielp de molen bij het bakken van ons brood", zo luidde een gezegde bij de mensen die de molen nog aan het werk hadden gezien. "Een half millennium lang maalde hij ons broodgraan. En toen hij in 1918 werd ontmanteld, haalden bakkers uit de omgeving het versplinterde hout maar al te graag weg om er hun ovens mee te stoken. Zo hielp de molen tot over zijn dood ons broodje bakken". De molenwal werd in 1920 afgegraven voor een verbreding van de straat.

De staak droeg op vele plaatsen diepe inkervingen. Dat trok de bijzondere aandacht van de boeren die hun graan naar de molen voerden. Je kon er gewoon niet naast kijken. Aloïs Vercruysse, de vroegere molenaar en landbouwer op hofstede De Caeye te Werken (dicht bij de molen), had hiervoor een verklaring. "Eeuwen geleden was de molen omgeven door bossen en die waren nogal angstaanjagend. Veel meer dan de schamele restjes die we er thans nog van kennen. Struikroverij was er schering en inslag. Dit verklaart meteen waarom de boeren meestal gewapend met een bijl naar de molen gingen. Bij hun aankomst kapten ze gewoon het wapen in de zware molenbalk alvorens de lading te lossen. Vandaar die eigenaardige maar betekenisvolle littekens".

 Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Bijlagen

Gazette van Brugge en van de provincie West-Vlaanderen, 10 februari 1909 (jg. 116, nr. 18), p. 1, kol. 4.
Couckelaere.
HEVIGE STORM. - Vrijdag is er boven Couckelaere een hevige storm losgebroken. De molen van L. Darras heeft er bijzonder door te lijden gehad. Rond 11 1/4 uren zijn twee der wieken, gedeeltelijk aan stukken geslagen, de stukken heeft men teruggevonden op honderd tot honderd vijftig meters van den molen. Alles bepaalt zich bij stoffelijke schade; vele daken van huizen, stallen en schuren, zijn erg beschadigd.

------------------

Mailbericht Paul Vercruysse, 25.06.2014.

De Bovekerkemolen was ooit eigendom van mijn overgrootvader Karel Vercruysse maar na diens dood verkocht. Mijn grootvader Aloïs Vercruysse bleef echter de molen uitbaten tot de molen in 1914 vernietigd werd.
Er bestaat nog een foto van het gezin Aloïs Vercruysse, echtgenote Euphrasie Deschrijver en kinderen met op de achtergrond de nog niet vernietigde Bovemolen.

----------

Rogier Crevits, "Menschen van te lande. Over Leven en Werken tussen Diksmuide en Kortemark 1840-1940", Veurne, De Klaproos, 1992, p. 9,11.

Een zijriviertje van de Bovekerkeplaatsbeek heet Bovekerkemolenbeek. De wijk Molenhoek bereikt men langs de Bovekerkemolenstraat; Deze drievoudige naamgeving met "molen" verwijst naar de plaats waar eertijds de "Bovekerkemolen" stond, op de grens van het dorp. Hij verdween in 1918. Het was één van de oudste molens van de streek. Wellicht dateerde hij van kort na de achtste kruistocht van 1270. Aan deze tocht zouden de Heren van Bovekerke deelgenomen hebben, wat ook de aanwezigheid van drie zilveren Bezanten (Byzantijnse munststukken) en vijf kruisen in het Bovekerkse gemeentewapen verklaart. De Bovekerkemolen wordt voor het eerst vermeld in rekeningen van Jean van Bovekerke van juni 1374: "Verkoop van een akker, gebouw, bomen en een molen". In 1914 leed hij onder de zware beschietingen van Belgische artillerie. Gezien de schade ging hij vier jaar later onder de slopershamer. Een mechanische maalderij kwam in de plaats.
"Tweemaal hielp de molen bij het bakken van ons daelijks brood", zo beweren mensen die de molen nog aan het werk zagen. "Een half millenium lang bakte hij ons broodgraan. Toen hij in 1918 werd ontmanteld, haalden bakkers het versplinterde hout maar al te graag weg om er hun ovens mee te stoken. Zo hielp de molen tot over zijn dood heen ons broodje bakken."
Eén balk in het bijzonder trok de aandacht van de boeren die indertijd hun graan naar de molen voerden. Het was de zwaarste uit de hele molenconstructie. Overal droeg hij diepe inkervingen. "Je kunt er niet naast kijken"  vertelde de vroegere molenaar, wiens hofstede "De Caeye" van oudsher in het dorp stond. Zijn molen echter bevond zich net over de grens in de buurgemeente. "Eeuwen geleden was de molen omgeven door bossen", zo begon hij zijn verhaal. "Die bossen waren nogal wat uitgestrekter dan de schamele restjes die we vandaag kennen: het Praatbos in Vladslo, het Koekelarebos aan de grens met Bovekerke en het Edewallebos als een uitloper van de bossen van Wijnendale. Struikroverij was schering en inslag. Dit verklaart meteen waarom de boeren meestal met een kleine bijl gewapend hun koren aar de molen brachten. Bij hun aankomst kapten ze gewoon het wapen in de zware molenbalk, alvorens de lading te lossen. Vandaar de eigenaardige, maar bekenisvolle littekens."
De Bovekerkemolen ging in 1918 onder de slopershamer. Het kruis herinnerde aan een ongeval. Na de Tweede Wereldoorlog kwam er een Mariakapel.
p. 83. De Bovekerkemolen was door het kanonvuur zwaar beschadigd (17 oktober 1914).

Literatuur

Gedrukte bronnen
Gazette van Brugge en van de provincie West-Vlaanderen, 10 februari 1909 (jg. 116, nr. 18), p. 1, kol. 4 (twee wieken afgerukt)

Werken
Herman Holemans, Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990,  dl. 1, Gemeenten A-B, Kinrooi, 1993.
I. & M. Bruneel, "Gemeente  Bovekerke", wedstrijd tussen de landelijke gemeenten van de arrondissementen Veurne-Diksmuide, 1952.
Rogier Crevits, "Menschen van te lande. Over Leven en Werken tussen Diksmuide en Kortemark 1840-1940", Veurne, De Klaproos, 1992, p. 9,11.
T. Dereeper, Koekelare in oude prentkaarten, Zaltbommel, 1972, prentkaart 32.
K. De Flou, Woordenboek der Toponymie van westelijk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het Land van den Hoek, de graafschappen Guînes en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, deel 2, Brugge, 1921, kolom 567-568, 572-573.
M. Dewilde & G. Staelens, Bovekerke en z'n kerktoren, in Spaenhiers. Jaarboek, jg. 6, 1998, p. 105-119.
Georges Kockelberg, De windmolens van Bovekerke, in Ons Molenheem. Studiekring. Driemaandelijks mededelingenblad, jg. 31, nr. 3, 2006, p. 53-54.
Jean-Marie Lootens, Moleneigenaars te Koekelare, in Infogids Koekelare: de Mokker – Bovekerke – Zande 1995-1997, Koekelare, 1996, p. 123-125.
Raf Seys, Koekelare, gisteren en op de drempel van morgen. Een verzameling foto's, prentkaarten en tekeningen, met beknopte historische en andere toelichtingen, Sint-Niklaas, 1987, p. 81-87.
J.-P. Tytgat, Het hof te Bovekerke en zijn volglenen, in Vlaamse Stam. Tijdschrift voor familiegeschiedenis, jg. 21, 1985, p. 497-502.
Westvlaamse windmolens. De Bovekerkemolen of Hogemolen te Bovekerke, in Curiosa. Blad van de interverzamelaarsclub Harelbeke – Kortrijk – Wervik – Zwevegem, jg. 41, nr. 12, 2003, p. 27-28.
Westvlaamse windmolens. De Olifantmolen of Molen Braem te Bovekerke, in Curiosa. Blad van de interverzamelaarsclub Harelbeke – Kortrijk – Wervik – Zwevegem, jg. 42, nr. 12, 2004, p. 15-16.
Gemeente Bovekerke, in L. Dendooven, Dit is West-Vlaanderen, deel 1, Brugge, 1959, p. 189-192.
P. Vanneste & S. Baert m.m.v. B. Boone, S. Creyf & M. Vranckx, Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West- Vlaanderen, Gemeente Koekelare met deelgemeenten Bovekerke en Zande, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL46, 2010.

Overige foto's

<p>Bovekerkemolen<br>Bovemolen<br>Hoge Molen<br>Molen Darras</p>

Foto van de familie Aloïs Vercruysse - Euphrasie Descrhijver met hun 10 kinderen op hun hofstede De Caeye te Werken, met in de achtergrond de Bovekerkemolen, voor 1914 (coll. P. Vercruysse)

<p>Bovekerkemolen<br>Bovemolen<br>Hoge Molen<br>Molen Darras</p>

Detail van deze foto. Onderaan molenaar Alo?s Vercruysse (coll. P. Vercruysse)

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: maandag 10 april 2023

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens