De Molen van Overbroek was een houten korenwindmolen in de Kapelstraat, gehucht Overbroek.

De standaardmolen werd in 1887 gebouwd, mits toelating van de Bestendige Deputatie van de provincie Antwerpen op 13 mei 1887 aan Matheus Josephus Vochten, molenaar te Brecht. Hij had daartoe op 1 maart van dat jaar de grond gekocht van Jeanne Cornelie Speltincx, landbouwster te Brecht.

Hierbij werd de Rieten Molen van Wuustwezel overgebracht, een standaardmolen die aldaar op zijn beurt in 1875 uit Wallonië was overgebracht.

Opeenvolgende eigenaars:
- 01.03.1887, verkoop: (van de grond) door Speltincx Jeanne Cornelie en consoorten, landbouwster te Brecht
- 1887, opbouw: Vochten-Van Thillo Matheus Josephus, molenaar te Brecht
- 21.02.1920, verkoop: Jansen-Aernouts Louis Gerard, landbouwer te Rijkevorsel (notaris Van Nueten)
- 06.10.1925, verkoop: De Praeter-Verrijcken Jules Joseph Aimé Maria, apotheker te Antwerpen (notaris Van Olmen)
- 22.04.1916, verkoop: Hens-Pauwels Corneel Frans, landbouwer te Brecht (notaris Van Olmen)

De standaardmolen werd in 1931 gesloopt. De bewaarde foto's laten goed de Waalse origine van de molen zien, vooral door de grote mansardekap.

Herman HOLEMANS

Zie ook: Wuustwezel, Rieten Molen

Holemans H. & Lemmens P.J., "Molens van de Voorkempen en van Groot-Antwepen," Nieuwkerken, 1983, p. 38-40;
Ooms F., "Brecht", Brecht, 1975;
Ooms F., "Brecht en zijn molens," in: Brecht, gemeentelijk informatieblad, IV, 1980, 4 (4 nov.), p. 72-78 en V, 1981, 3 (juli), 1981, p. 73-74; overgenomen in: De Belgische Molenaar, LXXV, 1980, p. 99-101, 117-118 en 133-134 en in: Molenecho's, IX, 1981, p. 42-45, 58-60 en 66-68;
Ooms F., "De molens van Brecht", De Belgische Molenaar - Levende Molens, LXXVII, 1982, 2 (februari), p. 48-51, ill. - als vervolg op: "V. De verdwenen molen van Sint-Job"