Pietemolen
Molen van Angela Verschaeghen
Molen Verschaeve
zuidzijde
ten O v.d. Monseigneur Van Hovestraat
kadasterperceel I395
De Pietemolen of de molen van Angela Verschaeghen (of Verschaeve) stond op een molenwal aan de zuidzijde van de Deken Darraslaan (nr. 78), ten oosten van de Monseigneur Van Hovestraat.
De staakmolen werd gebouwd in 1791 als een oliemolen. Op 26 april 1828 gaf Minister Van Maanen van Binnenlandse Zaken de toestemming om in de oliewindmolen ook graan te malen. De toenmalige molenaar-pachter was Karel Ghevaert.
Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Vanderschaeghe, de kinderen
- voor 1845, eigenaar: Vanderschaeghe Lievin, molenaar te Tielt
- later, erfenis: de erfgenamen (overlijden van Lievin Vanderschaeghe)
- 15.11.1865, verkoop: a) Vanderschaeghe Angelina, herbergierster te Tielt, b) Vanderschaeghe Virginia, herbergierster te Tielt en c) Vanderschaeghe Emmanuel, herbergier te Tielt (notaris Libbrecht - graan- en oliewindmolen)
- 06.02.1879, deling: Vanderschaeghe Virginia, herbergierster te Tielt (notaris Goemare - graan- en oliewindmolen)
- 24.10.1900, erfenis: Vanderschaeghe Angela, herbergierster te Tielt (overlijden van Virginia Vanderscheghe).
We zien hem aangeduid op de topografische kaart van Vandermaelen (ca. 1850).
Na de eerste wereldoorlog werd de molenkast aangekocht door molenaar Arthur Loncke uit Meulebeke om zijn vernielde Herentmolen te vervangen. De heropbouw te Meulebeke gebeurde door molenmaker Jules Caen in 1920-1922.
In 1925-1927 bouwden de gebroeders Joseph en Arsène De Gryse, wiens vader Leopold in de Nieuwstraat een groothandel in textiel heeft, op het terrein ten oosten van de huidige Mgr. Van Hovestraat waar voorheen o.m. de molen Verschaeghen stond, een katoen-, later kunstvezelweverij met een directeurswoning (cf. nr. 70) en drie werkmanshuizen, gekend als "De Gryse Frères", later "p.v.b.a. Timatex". Een deel van de bedrijfsgebouwen zijn thans nog bewaard.
Voor verdere gegevens, zie onder Meulebeke, Herentmolen.
Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
Herman Holemans, "Windmolens te Tielt", in Ons Molenheem, 2002, nr. 4, p. 58.
F. Hollevoet e.a., "Als straten gaan… praten". De roede van Tielt, Tielt, 2005, p. 240.
R. Ostyn, "Historische stedenatlas van België", Tielt, Brussel, 1993, p. 106.
Herman Holemans, West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 7. Gemeenten S-U, Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2003.
Gabriël Houthoofd, Lieven Denewet & Genoveva Baert, "De windmolens van Meulebeke", Meulebeke, 1994.
Lieven Demedts, "Kroniek van Marialoop", Oostrozebeke, 2000, p. 12-14.
Lieven Denewet & Luc Goeminne, "Molenmakers in Vlaanderen. Het werkboek van Coussée uit Meulebeke", in Molenecho's Vlaams tijdschrift voor molinologie, XXII, nrs. 3-4, 1994, p. 255-257.
De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.