Bij de overstroming van 1715 stonden in Doel slechts 347 woningen, er waren drie sluizen en twee molens, een op de zeedijk (de Scheldemolen) en een op 't Geslecht., in de polder van Sint-Anna Ketenisse, op zo'n 2 km ten zuiden van de (thans grotendeels leeggesloopte) dorpskern van Doel.

Het molenperceel wordt thans ingenomen door het Deurganckdok, aan de westzijde van Geslecht (straatnaam, vroeger gehucht).

We zien de molen niet aangeduid op de Ferrariskaart (ca. 1775), maar wel in de Adlas der Buurtwegen (ca. 1844) met het rond grondvlak van een stenen molen, op de topgrafische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850) en op de kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855).

Voor 1830 werd de molen als een stenen grondzeiler herbouwd.

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: a) Van Broeckhoven Joseph, de weduwe, molenarin te Doel en b) Verbiest Gerard Joseph, bakker te Doel
- 20.11.1834, verkoop: Van Craenenbroeck-Blom Jan-Baptist, molenaar te Doel (notaris Goossens)
- 06.07.1855, verkoop: Jacops Paul François, de minderjarige kinderen (kinderen: Jacops Paul François en b) Jacops Marie Cécile), te Doel (notaris Goossens)
- 1866, eigenaar: (van de grond) de Administratie van de Polder van Sint-Anna-Keetenisse
- later, eigenaar: (van het gebouw) Jacops-Janssens Paul François (overlijden van Marie Cécile Jacops of verkoop, gift of afstand door Marie Cécile Jacops)
- later, erfenis: (van het gebouw) de weduwe en anderen (overlijden van Paul François Jacobs)
- 19.06.1869, verkoop: (van het gebouw) Pellemans Louis Martin Hubert, molenaar te Doel (notaris Goossens)
- 24.12.1869, verkoop: (van het gebouw) Thielman-Cools Jean François, molenaar te Doel (notaris Goossens)
- 18.01.1873, erfenis: (van het gebouw) de kinderen (overlijden van Jean François Thielman)
- 19.04.1898, verkoop: (van het gebouw) Allaert-Rombauts Gustave, schipper te Doel (notaris Van Haelst)
- 04.10.1901, erfpacht (voor 255 centiaren) Allaert-Wein Gustave, molenaar te Kallo (notaris Goossens)

De laatste molenaar, sinds 1901, was Gustaaf Allaert-Wein en in 1921 volgde de sloop.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Landkaarten
Fricxkaart (1712)
Ferrariskaart (ca. 1775)
Atlas der Buurtwegen (ca. 1844)
Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855)

Werken
W. Smet, "De windmolens in het Waasland", Nieuwkerken-Waas, 1974;
W. Smet, "Kijk op het Waasland", Nieuwkerken-Waas, 1977, p. 17-66;
Albert Buvé, "Doel. Ongewone dorpskom. Historische windmolen. De slag bij Doel", in: Annalen van de Oudheidkundigen Kring van het Land van Waas, 1960, p. 237-; overgenomen in: Toerisme in Oost-Vlaanderen, XI, 1962, p. 42-44;
Paul Bauters, "Eeuwen onder wind en wolken. Windmolens in Oost-Vlaanderen", Gent, Provinciebestuur, 1985;
Paul Bauters, "Oostvlaams molenbestand 1986", Gent, 1986 (Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen. Bijdragen, nieuwe reeks, 25);
H. Holemans, "Perikelen rond de molen van Doel in 1928" in: Ons Molenheem, 1995, nr. 3, p. 21;
"Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Derde aflevering. De arrondissementen Oudenaarde en Sint-Niklaas", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XVI, 1962, 2 (Gent, 1963);
Herman Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 2. Gemeenten D-E", Rotem, Studiekring Ons Molenheem, 1998