Molenechos's Homepage Molenechos.org

Eksel (Hechtel-Eksel), Vlaanderen - Limburg

Verdwenen molen

karakteristiek

Naam
Hoenrikmolen
Ligging
Slegerstraat
3941 Eksel (Hechtel-Eksel)
Vlaanderen - Limburg
toon op kaart
Gebouwd
1569 / 1748
Verdwenen
1886 - 20 maart, brand
Type
Staakmolen
Functie
Korenmolen
Database nummer
3284

Beschrijving / geschiedenis

De Hoenrikmolen was een houten korenwindmolen op het gehucht Hoenrik, aan de weg op Wijchmaal, de voormalige Molenstraat, de huidige Slegerstraat.
Het octrooi voor de oprichting werd in 1569 door prins-bisschop Gerard van Groesbeek verleend aan Jan Thonis. Rond 1740 was de molen een bezit van Peter Nagelmackers-Lodewyx.

Na stormschade werd hij in 1748 heropgebouwd. We vinden hem aangeduid op de Ferrariskaart van ca. 1775 met een bruin symbool (= houten windmolen).

Molenaar Hendrik Zels was in 1844 de eigenaar en B. Zels was dat in het fatale jaar 1886.

De standaardmolen brandde af op 20 maart 1886. Volgens overleveing werd de brand aangestoken door een inwoner die een vete had tegen de eigenaar-molenaar B. Zels. Een zekere Jan Vanderheyden zou op het gemeentehuis nog de brandspuit zijn gaan halen. Er gebeurde geen heropbouw.

Herman HOLEMANS & Lieven DENEWET

Literatuur

Jubileumboek 1994 van de Heemkundige kring Hechtel-Eksel. Een dorp met een verleden is een dorp met een ziel, Hechtel-Eksel, 1994.
Agten C., red., Jubileumboek 1999. Heemkundige kring Hechtel-Eksel. Wie zijn verleden wegveegt heeft geen toekomst, Hechtel-Eksel, 1999.
Robyns O., Exel ten jare 1795, in Limburg, 3, 1921-22, p. 210).
Robyns O., Geschiedkundige aanteekeningen betreffende Exel, in ‘t Daghet in den Oosten, 16, 1900, p. 165-167, 184-188; 17, 1901, p. 7-10, 49-55; 19, 1903, p. 59-63, 89-94; 20, 1904, p. 161-165; 21, 1905, p. 59-64; 22, 1906, p. 142-145; 23, 1907, p. 33-38, 70-73).
Vandermarliere G., De heerlijkheid van Exel in de achttiende eeuw, 3 dln, s.l.e.a., z. pag.
W. Smet & H. Holemans, Limburgse windmolens in heden en verleden, Nieuwkerken-Waas, 1981, p. 15, 42-43, 195, 196, 203, afbn. 31-33 op p. 47.