De Blauwersmolen, Blauwe Molen, Molen van Mesen of Goethalsmolen (naar de uitbater) stond in het noordoosten van Mesen, maar toch nog op het grondgebied van Wijtschate, aan de zuidoostzijde van de Gapaardstraat (nr. 4). Toch werd hij vaak als een molen te Mesen geciteerd, zoals op prentkaarten van rond 1900. Het bleef steeds een staakmolen met open voet.

De molen werd voor het eerst vermeld in 1636 als "Blauwersmolen. Dit verwijst naar een familienaam van molenaars, cfr. de vermelding "Clays Blauwes Meulen(-houck)" in 1740.

We vinden de staakmolen nog niet aangeduid op de Sanderuskaart (1641), maar wel op:
- Ferrariskaart (ca. 1775) met het bruin symbool van een staakmolen.
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1844) met het grondvlak van een staakmolen op teerlingen en met de benaming "Blauers Molen"
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850) als "Blauwen Molen"
- Kadastrale Atlas van P.C. Popp (ca. 1855) als "Blauwen Molen".

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Goubau Jan-Baptist en consoorten, molenaar te Wijtschate
- 09.04.1838, deling: Goubau-Leclercq Jan-Baptist, molenaar te Wijtschate (onderhandse akte - 2/3 delen in de windmolen)
- later, erfenis: de weduwe en de kinderen (voor 2/3)(overlijden van Jan-Baptist Goubau)
- 01.04.1853, gift: a) Goubau-Leclercq Jan-Baptist, de kinderen (voor 2/3) (kinderen: Goubau Auguste, zonder beroep te Wijtschate, Goubau Louis Paul, handelaar te Nieuwkerken, Goubau Marie Thérèse, minderjarige te Wijtschate, Goubau Victoria Paulina, minderjarige te Wijtschate en Goubau Sylvie Prudence, minderjarige te Wijtschate) en b) Goubau Josephus (voor 1/3), landbouwer te Wijtschate (notaris Rommens)
- 23.05.1861, verkoop: a) Goubeau Auguste (voor 2/3), molenaar te Wijtschate en b) Goubau Joseph (voor 1/3), landbouwer te WIjtschate (notaris Rommens - de molen is niet mee verkocht)
- 26.09.1862, verkoop: Dieryck Ludovicus Maximilianus, landbouwer te Wijtschate (notaris Butaye)
- 29.12.1876, verkoop: Vandevivere-Dekindt Edouard, molenaar te Zonnebeke (notaris Butaye)
- 17.08.1887, erfenis: de weduwe en de kinderen (ovelrijden van Edouard Vandevivere)
- 12.12.1895, verkoop: a) Joye-Tibaux Karel Lodewijk, eigenaar te Mesen en b) Tibaux Theofiel, eigenaar te Mesen (notaris Thevelin)
- 04.08.1900, erfenis: a) Joye-Tibaux Karel Lodewijk, de weduwe en de kidneren en b) Tibaux Theophiel, eigenaar te Mesen (overlijden van Karel Lodewijk Joye)
- 09.08.1910, erfenis: Joye-Tibaux Karel Lodewijk, de weduwe en de kinderen, landbouwers te Wijtschate (overlijden van Theophiel Tibaux).
- voor 1914, molenaar: Goethals-Leroy Fred. gebr.

Op dinsdag 12 juli 1859 werd de molen te koop aangeboden via een notariële advertentie in de "Propagateur". Deze molenverkoop maakte deel uit van de totale verkoping van 5 loten op vraag van de erfgenamen van Jean-Baptiste Goubau. Alle loten waren onmiddellijk vrij bij betaling.

De molen werd vernield in 1914, in het begin van de eerste wereldoorlog. De molensite kreeg dan de benaming Blauwe Molen. De laatste molenaar was Alfred Goethals.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Le Propagatueur (krant), dinsdag 12 juli 1859.
(...) 2me Lot. - Un Moulin à Farine, appelé Blauwersmolen, avec son fonds et ses ouvrages mouvants et tournants, deux jardins avec une petite maison non habitée à côté de la motte, soutenant ensemble 45 ares, 80 centiares, tenant de levant au 3me lot séparant avec la baie ici incluse, de midi le labour de Sieur Louis Dumortier, de couchant et de nord le chemin appelé Blauwpoortstraet; figurant au plan cadastral Nos 853, 854, 855, 856, 857 et 858 de la section D."

Archieven en landkaarten
- Sanderuskaart (1641) (niet aangeduid)
- Ferrariskaart (ca. 1775)
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1844)
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
- Kadastrale Atlas van P.C. Popp (ca. 1855)

Gedrukte bronnen
- Le Propagatueur (krant), dinsdag 12 juli 1859.

Werken
- Herman Holemans, West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 8. Gemeenten V-Z , Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2005.
- John Verpaalen, Molens van de frontstreek, Koksijde, De Klaproos, 1995.
- M. Vansuyt, Wijtschate, in De Gidsenkring, VI, 1968, 2.
- Hubert Masquelin & Raymond Six, "Molens in het Heuvelland", in: "Bijdragen ter herdenking aan Hubert Masquelin", Heuvelland, 2011, p. 111-156.
- Jozef Maes, "Wijtschate en zijn vroegere molens", De Belgische Molenaar, 22.06.1971; 07.10.1971.