Halle, Vlaanderen, Vlaams-Brabant
- Naam
- Molen van Essenbeek, Molen Van Volsem, Molen De Vleminck
- Ligging
- Nijvelsesteenweg 282
1500 Halle
gehucht Essenbeek
Wayenberg, Werenberg,
kadasterperceel sectie I nr. 326
Vlaanderen - Vlaams-Brabant
- Gebouwd
- 1841
- Verdwenen
- 1910, onttakeld / 1955, sloop restant
- Type
- Stenen windmolen
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet,
- Database nummer
- 3634
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Molen van Essenbeek (naar de ligging) of Molen Van Volsem (naar de eigenaar-uitbater) was een stenen korenwindmolen van een bijzonder type. Hij vertoonde duidelijk Engelse invloeden: een schuitvormige kap, een windroos op de kap (voor zelfkruiing) en jaloeziekleppen op de roeden (voor zelfzwichting).
De hoge stenen bergmolen stond aan de zuidwestzijde van de Nijvelsesteenweg (nr. 282), schuin tegenover de Pierre Joseph Denayerstraat, in het gehucht Essenbeek.
De molen werd opgericht in 1841 door Philippus Van Volsem en zijn broer uit Halle. Zij waren jeneverstokers en suikerfabrikanten. Het is dus niet denkbeeldig, dat de molen (aanvankelijk) een functie heeft gehad in het kader van de jeneverstokerij
We zien de molen al aangeduid in de Atlas der Buurtwegen die kort nadien werd opgesteld, met de benaming "Moulin Van Volsem" en op de topografische kaart van Vandermaelen (ca. 1850) als "M(oul)in".
Opeenvolgende eigenaars
- 1841, opbouw: Van Volsem Philippus en compagnie, te Halle
- 12.08.1882, maatschappij: Maatschappij "Van Volsem frères" te Halle (notaris Eloy)
- 08.09.1892, deling: Van Volsem-Thomas Jan-Baptist, de weduwe en kinderen (notaris Declerck)
- 26.01.1905, erfenis: de kinderen (overlijden van de weduwe van Jan-Baptist Van Volsem-Thomas)
- 15.01.1906, verkoop: De Vleminck-Pierret Willem of Guillaume (alias Victor), aannemer-ondernemer te Halle (notaris Mangelschots)
- 14.08.1912, deling: De Vleminck a) Maria Elisabeth Theodoor, b) Alfred Jozef, c) Joanna Maria, d) Julius Jozef, e) Alfons Victor, f) Ida Josephina en g) Jozef Elisabeth (notaris Possoz)
- 17.12.1943, gift: a) De Vleminck Guillaume, de kinderen (voor naakte eigendom) en b) De Vleminck Guillaume (voor vruchtgebruik), ondernemer te Halle (notaris Michiels)
- 02.12.1944, einde vruchtgebruik: De Vleminck a) Jozef Elisabeth, b) Maria Elisabeth Theodoor, c) Jeanne Marie, d) Jules Joseph, e) Alfons Victor en f) Ida Josephine (overlijden van Guillaume De Vleminck)
Tijdens een storm in 1910 zijn de wieken afgerukt. Ze vielen aan de westkant van de romp neer. Vrijwel meteen daarna, die met een puntvormig dak werd afgedekt.werd de gehavende kap verwijderd zodat alleen een romp overbleef die met een puntvormig dak werd afgedekt. Hij werd in de zomer bewoond door enekel kareelbakkers (vier mannen en een vr ouw) die stenen maakten voor de onderneming De Vleminck. De grond rondom de molenn, vooral ten oosten ervan, werd afgegraven en verwerkt tot baksteen. De molenromp werd verder gebruikt als landgebouw of magazijn. De romp bleef nog lange tijd bestaan omdat hij een geodetisch oriëntatiepunt vormde.
De laatste huurder-molenaar was Bernard Spiegeleer-Lambrecht, die al voor 1900 gestopt was met malen en voor 1910 overleed.
De hoge romp werd in 1955 gesloopt.
Bouwkundige beschrijving van de romp (op basis van de gedeeltelijke blootlegging van de fundamenten in 1988)
De diameter van de molen aan de basis bedroeg buitenwerks 9 meter.
De dikte van de muur is ruim 80 cm, zodat de diameter binnenwerks neerkomt op ca. 7,40 meter.
De hoogte van het nog bestaande muurfragment, dat een halve cirkel vormt, bedraagt 50 centimeter. De andere halve cirkel is gedeeltelijk bedolven onder een naastgelegen perceel en grotendeels ook al weggebroken.
De afmetingen van de gebruikte bakstenen: 22 x 10,5 x 5 cm.
Uit het muurfragment mag men opmaken dat de molen niet bepaald uitwaterend gebouwd was.
De poortopening meet 290 cm. Een arduinblok aan weerszijden ervan dient als basis.
De kasseivloer binnen het muurfragment bestaat nog in originele vorm.
Ook die steen waarin het sluitwerk van de poort werd vastgezet ligt nog op zijn plaats!
We vonden ter plaatse nog een totaal verroeste, grote sleutel die wel op de poort gepast zal hebben. Verder: een stukje van de luiketting (?) en een (scherp-)hamertje.
Boven de poort en het eerste venster was een ruitvormige steen ingemetseld in de romp. Het was een datumsteen met het bouwjaar in Romeinse cijfers. Bij de afbraak kwam het naar beneden en brak het in twee stukken.
Bouwkundige beschrijving van de molenaarswoning
Het molenaarshuis tegen de Nijvelsesteenweg voor de molen, vertoonde een typisch Engelse stijl. Hij was opgetrokken in ruwe natuursteen ("Lembeeksteen") en grotsteen.
Een kasseiweggetje haaks op deze steenweg leidde naar de molen en liep daarbij dwars door het huis dat in feite een dubbele woning was.
De doorgang kon met een poort worden afgesloten.
De kasseiweg liep een beetje naar omhoog. Paard en wagen passeerden dus de doorgang tussen de twee woningen-onder-één-kap en konden een eindje verder de molen binnenrijden. Vervolgens was er aan de andere zijde nog een uitgang, waarlangs men de molen weer kon verlaten. Dan moest men paard en wagen draaien om terug dezelfde weg via molen en woning(en) te gaan naar de grote weg.
Rechts, met huisnummer 190, was de woning van familie De Coster-Pé.
Daarna woonden er de overgrootouders en grootouders van Jef Verkens. Jef werd hier geboren in 1948! Zijn ouders en grootmoeder waren de laatste bewoners - het pand werd later gesloopt en nu is hier een grasveld.
In het gedeelte links (destijds huisnummer 192) woonde de weduwe Spiegeleer-Lambrecht.
Het was dus de feitelijke molenaarswoning.
John VERPAALEN & Herman HOLEMANS
Literatuur
Werken
G. Renson, "Molens te Halle", Eigen Schoon en de Brabander, 1980, p. 311-323 (niet vermeld).
John Verpaalen, "Zelfkruiing en zelfzwichting in België", in: Levende Molens, jg. 10, 1988, 11, p. 81-85.
John Verpaalen, "Wie kent deze molen?" Levende Molens, februari 1985.
Herman Holemans, "De Essenbeekmolens", Ons Molenheem, 1988, nr. 3.
Aug. Van Gele, "Le Brabant en Images", Brussel, J. Lebègue, s.d. (kort na 1900), p. 59 (gravure van A. Hamesse, naar een foto van Kikirpa).
J. Verpaalen, in: Levende Molens, april 1985, juli 1985, januari 1987.
J. Verpaalen & P. Walschot, in: Hallensia, april-juni 1988 juli-september 1988.
Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 2: arrondissement Halle-Vilvoorde (A-L)", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem", 1991;
M.A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961, p. 89.
Informanten (genoteerd door John Verpaalen in 1988)
Jef Verkens, Halle, geboren in 1946 in het vroegere molenaarshuis
Raymond Clement, lid van de Geschied- en Oudheidkunidge Kring te Halle
Gaston Vanderroost (°1903), woonde in 1908-1927 schuin tegenover de molen
Overige foto's


