De Goormolen of de Molen vann Tricht was een houten korenwindmolen aan de zuidzijde van de Lange Molenstraat, nabij de hoek met de Kortestraat, in het gehucht Goor.

Aanvankelijk, sinds 1796, stond deze molen aan de noordzijde van de huidige Pastoor Mellaertsstraat (nr. 20), zie: Heist-op-den-Berg, "Molen van Calfken-Doodt".

Na de bouw van de Sint-Alfonskerk en pastorie in 1879 had de molen gebrek aan gunstige zuidwestenwind. Daarom werd deze standaardmolen in 1882 verplaatst naar de zuidzijde van de Lange Molenstraat te Heist-op-den-Berg (Goormolen). Het college van burgemeester en schepen van Heist-op-den-Bert verleende op 10 maart 1882 een gunstig advies en de Bestendige Deputatie van de provincie Antwerpen gaf voor deze verplaatsing op 9 juni 1882 de toestemming aan Jozef Van Tricht. Deze had amper 18 dagen tijd nodig voor deze verplaatsing. Wel waren de planken en sommige toebehoorten nog niet op hun plaats, maar er kon al gemalen worden!

Opeenvolgende eigenaars:
- 28.02.1880, verkoop: (van de grond) door d'Ursel Marie Charles Joseph, eigenaar te Hingene (notaris Caluwaert)
- 1882, opbouw: Van Tricht-Vervloesem Jozef, bakker en herbergier te Heist-op-den-Berg ("nouvelle construction d'un moulin et d'une maison")
- 05.05.1890, erfenis: en de kinderen (overlijden van vrouw Angelina Vervloesem)
- 26.10.1897, deling (notaris Theophile De Bie, Heist-op-den-Berg): Van Tricht-Van Woinsel Leopold, bakker te Heist-op-den-Berg (notaris Theophile De Bie, Heist-op-den-Berg)
- 15.11.1898, erfenis: de weduwe (Juliana van Woinsel) en de kinderen (overlijden van Leopold Van Tricht)

Bij molenaar Jef Van Tricht (+1897) kwam gewoonlijk de Nederlander Gust Roos om de molenstenen te scherpen. Hij was een rondreizende molensteenscherper die van de ene maalder naar de andere trok om de molenstenen te scherpen. Als hij geen werk had, kreeg hij gewoonlijk een "reispenning", dat was 10 of 15 centen. Maar in de eerste herberg die hij op zijn weg vond, had hij de penning al verdronken...  Toen hij eens bij Jef Van Tricht de stenen had helpen scherpen gaf de molenaar hem wat geld en raadde Gust aan het goed te bewaren om het in tijd van nood te kunnen gebruiken. Maar hij smeet het geld terug op de tafel en zei: "Als het geld als ballast moet dienen dan kan ik stenen in mijn zakken steken!"

Jozef Van Tricht overleed op 4 augustus 1897, zijn vrouw Angelina Vervloesem was hem vooraf gegaan op 5 mei 1891.
Bij akte van 26 oktober 1897 voor notaris Theophile De Bie uit Heist-op-den-Berg gingen de erfgenamen over tot deling en vereffening van de nalatenschap van Jozef Van Tricht. Onder de vele eigendommen ging als deel nr. 12: "Een huis met hof, molen en een perceel land daaraan gestaan en gelegen te Heyst op den  Berg op het kadaster bekend Wijk H nr. 410f, 410d en 410e, groot veertig aren en vijfenvijftig centiaren, samen geschat zevenduizend zeshonderd franken" naar één van zijn zonen, met name Leopold Van Tricht, gehuwd met Juliana van Woinsel.
Lang zou maalder Leopold zijn molen niet uitbaten, want hij overleed al op 15 november 1898, nog geen 35 jaar oud. Gelukkig was er nog de molenaarsknecht Gust Heremans die de zware taak op zich nam om de molen aan het malen te houden, aangezien de nog jonge kinderen nog niet in de mogelijkheid waren het beroep van hun vader onmiddellijk verder te zetten.

De oudste zoon van Leopold, Alfons Van Tricht (1887-1969) bleef vroeg uit de school weg om zijn moeder bij te staan. Alfons huwde met Francisca Philomena Van den Broeck en nam aanvankelijk samen met zijn broer Victor samen de molenaarstaak over.

Ze lieten in 1910 de houten pestelroeden vervangen door geklinknagelde ijzeren Verhaegheroeden, wat een grote verbetering was. Ze konden veel minder breken en waren veel lichter.

Naderhand werd Alfons de enige molenaar. Hij maalde op de windmolen tot in 1931, daarna nog uitslutiend met de "vuurmolen". De Goormolen geraakte in verval.

De molen werd in 1942, zonder de grond, verkocht aan een persoon van Heist-Statie die de molen nog hetzelfde jaar sloopte. Hij gebruikte het hout als brandstof (houtskool) voor de gasgenerator van een "oorlogsauto". Van die sloop bleven foto's bewaard. De vier teerlingen bleven nog tot na 1969 bewaard in de tuin van Alfons Van Tricht. Hij bouwde er een omheining rond en een dak erboven en het ontstane gebouwtje diende als zomerhuisje.

Op een balk stond gegrift:
"De handel van de pen
Die deet soo menich man verrijcken
Maekt sijnen naem bekend
Doet sijn geleerdhijd blijcken"

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Zie ook: Heist-op-den-Berg, Molen van Calfken-Doodt.

Jef Buts, "Historische Aantekeningen over de Molens van Calfken-Doodt en d'Agterheyde onder Heist-op-den-Berg", [s.l.], [s.n.], 1975, 47 p.
L. Herteleer, Geschiedenis van Heist-op-den-Berg 1795-1976, Heist-op-den-Berg, 1986.
L. Liekens, dl. 1, Mechelen, 1897; dl. 2, Heist-op-den-Berg, 1921; anastatische herdruk met inleiding door L. Herteleer, Gent, 1992.
R. Lambrechts, "Heist op den Berg in oude prentkaarten", Zaltbommel, 1981.
H. Holemans & P.J. Lemmens, "Molens der Zuiderkempen", Nieuwkerken, 1978.
Karel Lemmens, "De molens van Heist-op-den-Berg", Heist-op-den-Berg, Heistse Heemkring "Die Swane", 1990.
P.J. Lemmens, "Molenoverzicht uit het Arrondissement Mechelen van 1830 tot heden", Heemkundig Handboekje voor de Antwerpse Randgemeenten, Kwartaalschrift, Borgerhout, Gitschotel Buurschap, X, 1962, nr. 4, p. 6 en 8.
H. Thys, "Molens in het arrondissement Mechelen, circa 1865-1870", in Heemkundig Handboekje voor de Antwerpse Kempen, Borgerhout, jg. 14, 1966, p. 3-14.
J. Buts, Geschiedkundige aantekeningen over de parochie Sint-Alfons-Goor,Heist-op-den Berg, 1966-1967.
Kennes H. & Steyaert R., Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Mechelen, Kantons Duffel - Heist-op-den-Berg, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 13N4, Brussel - Turnhout, 1997.