Molenzorg

Heist-op-den-Berg, Antwerpen


Algemeen
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Molen van Calfken-Doodt
Kalfkedoodmolen
Goormolen - I

Ligging
Pastoor Mellaertsstraat 20
2220 Heist-op-den-Berg

noordzijde
Goor (gehucht)
kadasterperceel H73


toon op kaart
Type
Staakmolen
Functie
Korenmolen
Gebouwd
1796
Verdwenen
1882, verplaatst binnen de gemeente
Beschrijving / geschiedenis

De "Molen van Calfken Doodt" (naar een toponiem) was een houten korenwindmolen in de omgeving van de kerk van Heist-Goor.

De standaardmolen werd gebowud in 1796 door molenbouwer Jacobus De Winter. De eerste eigenaar was Jaonnes Baptiste Eskens, graanhandelaar.  Hij woonde op Lodijk bij de Netebrug te Heist-op-den-Berg. Daar mocht hij het passagegeld of tol ontvangen, maar moest de brugonderhouden op zijn kosten. De graanmagazijnen waren tegen de Netedijk gelegen. Tot in de jaren 1970 waren er nog overblijfselen van te zien.

We zien de molen aangeduid op de Atlas der Buurtwegen (ca. 1824) met het teken van een standaardmolen en op de topografische kaart van Vandermaelen (ca. 1850) met de benaming "Goor Molen".

Een balkinscriptie meldde: “A. van Bel heeft dees molen eerst bemaelen a.D. 1796”.

Huurders-molenaars:

- 1796-1807. Joannes Verlinden
Joannes Verlinden was de eerste huurder-molenaar in 1796. Als bijzondere bepaling in het huurcontract was vermeld dat hij vermindering van huur zou bekomen, zodra de molen van de Achterheide graan zou malen. In 1804 werd met dezelfde Jacobus Verlinden een nieuw huurcontract opgemaakt. Met enkele wijzigingen is het bijna hetzelfde als het vorige.

- 1807-1814: Adriaan Fr. Van Bel als opvolger van Joannes Verlinden 
Adriaan Van Bel bleef ongehuwd en huurde in 1807 zowel de Molen op Achterheide als de Molen van Calfken-Doodt voor zes  jaar. Hij was de afgaande molenaar van de molen van Achterheide. Hij zou, zoals voorheen, het molenhuis, stal, schuur en ale aanhorigheden van de Achterheidemolen mede in huur nemen en er wonen, terwijl hij tevens de grote kamer, zolder van het molenhuis van  de molen van Calfken Doodt moest in huur nemen, onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat er altijd iemand moest aanwezig zijn op de beide molens. De huurder was gehouden het woonhuis, wegen en grachten te onderhouden, als zijnde dezelfde voorwaarden zoals in vorige contracten. Van Bel hield beide molens in huur tot maart 1814.driaan Tijdens de strenge winter van 1814 (Napoleon was op terugtocht uit Rusland) trok Adriaen Frans Van Bel (alias "melder Sus") naar de molen van Bruggeneinde, Hij overleed er in 1829, op bijna 100-jarige leeftijd Het was zijn broer, bakker Jos Van Bel van Booischot die de stiel overnam toen Adriaan te oud geworden was.

- 1814-1819: Guillaume Plattenbosch (Plattenborse), geboren in Tienen
Notaris Joannes Ambrosius Caluwaert maakte op 16 maart 1814 een nieuw huurcontract op tussen eigenaar Eskens en als nieuwe huurder: "Guillaume Plattenborsch, molder woonende tot Begijnendijk, Département de Dijl" voor zes opeenvolgende jaren en de voorwaarden waren dezelfde als vroeger. Plattenbosch moest de beide molens met zijn familie of dienstboden bewonen en mocht niets of gedeeltelijk verder verhuren. Hij nam de molen op 15 maart in gebruik. Tot in 1819 verbleef hij op de molens van Achterheide en Calfken-Dood. Later werd hij maalder van de molen op het Kruispunt te Heist-op-den-Berg.

- 1820-1823: Elisabeht Van Houdt, weduwe van Petrus Boestaens, maalderin uit Herselt
Op 26 juni 1819 werd een nieuw huurcontract opgemaakt door notaris J. Ambr. Caluwaert, tussen eigenaar Jan Baptist Eskens en Elisabeth Van Houdt, weduwe van Petrus Boestaens, maalderin uit Herselt. Zij huurde de molen van Achterheide met huis, stal, schuur, hof en land en de molenberg en nog een stuk land van ongeveer 60 aren groot, alsook de molen van Calfken-Doodt met de grote kamer en zolder van het molenhuis. De voorwaarden waren bijna dezelfde als vroeger. Zonder toelating van de verhuurder mocht er wederom niets geheel of gedeeeltelijk verder verhuurd worden en de maalderin was verplicht altijd een of twee molenknechten te doen slapen in de grote kamer van het molenhuis op Calfken-Doodt. De huur nam ingang op 15 maart 1820 voor een termijn van drie of zes jaar. 

Elisabeth Van Houdt, of de weduwe Boestijns, hield de beide molens slechts drie jaar in huur. In 1823 was er een nieuwe huurder (nl. Josephus Vanhoudt gehuwd met Maria Dympna Stevens, molenaar uit Betekom), maar dan enkel voor de molen van de Calfken-Dood.  De molen van de Achterheide zou niet meer verhuurd, maar afgebroken worden.

In 1824 (in de Hollandse tijd) werd Jan Verbeeck door de "commiezen" aangehouden op de Achterheide, bij molenaar Van Houdt, wegens malen zonder accijnsbiljet. Hij kreeg 75 gulden boete voor één mud roggemeel.

Kadasterbeschrijving uit ca. 1830:
"in hout vervaardigd, minder gunstige ligging, de pachter is Jos Van Houdt"

Eigenaars:
- 1796, opbouw: Eskens Joannes Baptiste, graanhandelaar (molenaar: Verlinden Joannes, in 1807 opgevogd door Van Bel Adriaan).
- voor 1834, eigenaar: Eskens-Van Deuren Jan-Baptist, de weduwe en de kinderen, rentenierster te Heist-op-den-Berg; huurder-molenaar is Van Houdt Jos
- 11.07.1842, verkoop: a) Eskens Jeanne, echtgenote Kumps Jan-Baptist, geneesheer te Vilvoorde en b) Eskens Jean Joseph, zonder beroep te Heist-op-den-Berg (notaris Caluwaert)
- 07.09.1848, erfenis: Kumps Jan-Baptist (voor vruchtgebruik), dokter te Vilvoorde en (voor naakte eigendom) a) Rullens Marie Josephine Desirée, echtgenote De Pauw François Xavier, notaris te Mechelen en b) Rullens Jeanette Josephine, eigenares te Mechelen (overlijden van Jeanne Eskens)
- 18.03.1849, erfenis: a) Rullens Marie Josphe (voor 1/4 volle eigendom + 1/4 naakte eigendom), echtgenote De Pauw François Xavier, notaris te Mechelen en b) Eskens-Caluwaert Jean Joseph, de kinderen (voor 2/4 naakte eigendom) (overlijden van Rullens Jeanne)
- 16.10.1857, einde vruchtgebruik: a) De Pauw François Xavier (voor 1/4 volle eigendom / 1/4 vruchtgebruik) en (voor de oveige delen) zijn minderjarige kinderen (De Pauw Jean Baptist en De Pauw Marie Caroline) (overlijden van Kumps Jean-Baptiste)
- 13.05.1874, verkoop: Van Tricht-Vervloesem Joseph, herbergier en winkelier te Heist-op-den-Berg (notaris Leemans)

Na het overlijden van Jan Baptist Eskens en zijn vrouw bleven de kinderen Eskens eigenaars van de moeln.
Op 11 juli 1842 verkocht Carolina Eskens, gehuwd met Franciscus Van Duren, brouwer te Hallar, haar derde deel aan haar zus Joanna Eskens, gehuwd met Joannes Baptista Kumps, dokter te Vilvoorde, en aan haar broer Joannes Josephus Eskens, handelaar te  Heist-op-den-Berg, voor de somv an 400000 frank. De verkoopakte werd opgemaakt door notaris Napoleon Franciscus Caluwaert. Als getuigen waren er herbergier Josephus Verbist en schoenmaker Petrus Truyts.

Enkele jaren later werd de molen verhuurd aan de familie Tuerlinckx. Deze woonde in het huis naast de jongensschool van 't Goor. Het was er herberg en tot in dejaren 1970 was het uithangbord "In 't Molenhuis" nog te zien. Ook waren er vroeger daar ijzern ringen in de muur te zien om de paarden aan vast te binden. De grootvader van Jef Buts, die in 1975 een studie over de molen schreeef, werkte er als "ketser": hij haalde met de "molenkar" het graan af bij de boeren en bracht daarna het meel terug.

In 1874 kwam de molen in het bezit van Joseph Van Tricht-Vervloesem. Spoedig kwam werd hij geconfronteerd met een groot ongemak.

Na de bouw van de Sint-Alfonskerk en pastorie in 1879 had de molen gebrek aan gunstige zuidwestenwind. Daarom werd deze standaardmolen in 1882 verplaatst naar de Lange Molenstraat te Heist-op-den-Berg (Goormolen). De Bestendige Deputatie van de provincie Antwerpen gaf voor deze verplaatsing op 9 juni 1882 de toestemmng aan Jozef Van Tricht. Deze had amper 18 dagen tijd nodig voor deze verplaatsing. Wel waren de planken en sommige toebehoorten nog niet op hun plaats, maar er kon al gemalen worden! Op de nieuwe standplaats werd de molen in 1942 gesloopt.

Op een balk stond gegrift:
"De handel van de pen
Die deet soo menich man verrijcken
Maekt sijnen naem bekend
Doet sijn geleerdhijd blijcken"

Jef BUTS & Herman HOLEMANS

Zie verder: Heist-op-den-Berg, Goormolen

Literatuur

Jef Buts, "Historische Aantekeningen over de Molens van Calfken-Doodt en d'Agterheyde onder Heist-op-den-Berg", [s.l.], [s.n.], 1975, 47 p.
L. Herteleer, Geschiedenis van Heist-op-den-Berg 1795-1976, Heist-op-den-Berg, 1986.
L. Liekens, dl. 1, Mechelen, 1897; dl. 2, Heist-op-den-Berg, 1921; anastatische herdruk met inleiding door L. Herteleer, Gent, 1992.
R. Lambrechts, "Heist op den Berg in oude prentkaarten", Zaltbommel, 1981.
H. Holemans & P.J. Lemmens, "Molens der Zuiderkempen", Nieuwkerken, 1978.
Karel Lemmens, "De molens van Heist-op-den-Berg", Heist-op-den-Berg, Heistse Heemkring "Die Swane", 1990.
P.J. Lemmens, "Molenoverzicht uit het Arrondissement Mechelen van 1830 tot heden", Heemkundig Handboekje voor de Antwerpse Randgemeenten, Kwartaalschrift, Borgerhout, Gitschotel Buurschap, X, 1962, nr. 4, p. 6 en 8.
H. Thys, "Molens in het arrondissement Mechelen, circa 1865-1870", in Heemkundig Handboekje voor de Antwerpse Kempen, Borgerhout, jg. 14, 1966, p. 3-14.
J. Buts, Geschiedkundige aantekeningen over de parochie Sint-Alfons-Goor,Heist-op-den Berg, 1966-1967.
Kennes H. & Steyaert R., Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Mechelen, Kantons Duffel - Heist-op-den-Berg, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 13N4, Brussel - Turnhout, 1997.

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: donderdag 28 juli 2016

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens