Molenechos's Homepage Molenechos.org

Gent, Vlaanderen - Oost-Vlaanderen

Verdwenen molen

karakteristiek

Naam
Ronkerigge, Lonkerigge
Ligging
Koopvaardijlaan
9000 Gent
zuidzijde
tussen beide Muidepoorten
Vlaanderen - Oost-Vlaanderen
toon op kaart
Gebouwd
voor 1397
Verdwenen
1793, sloop
Type
Staakmolen
Functie
Oliemolen
Database nummer
3864

Beschrijving / geschiedenis

De Ronkerigge (in 1793: ook Lonkerigge) was een houten oliewindmolen tussen de beide Muidepoorten (twee verdwenen stadspoorten). Hij stond aan de zuidzijde van de huidige Koopvaardijlaan.

Hij werd voor 1397 gebouwd.

Vermeldingen
- 1420: van eere olymolen gheheeten de ronkerigghe staende bachter muden (Stadsarchief Gent, 301/25, 2, 80 v°).
- 24 januari 1780: "Te koop: het derde deel van een oliewindmolen, berg en oliehuyzeken, gestaen tusschen beyde de Muydepoorten, genaemd de Ronkerigge". Notaris was Millecam uit Gent (Gazette van Gend, 24.01.1780).

Eigenaars in 1691 waren de weduwe en erfgenamen van Jan Hamerlinck: "Item een ander extrait tot betoog van de erectie vanden oliemeulen genaemt de Ronckerigge alsnu competerende de weduwe ende hoirs Jan Hamerlinck, gestaen tusschen muijde van voor den jaere 1397 cotte n° xij".

In vierschaar van de Gentse schepenen van de Keure werd op 11 en 25 februari en op 11 maart 1789 openbaar verkocht: een oliewindmolen met al zijn ap- en dependentiën, met de molenberg, op- en afrede, benevens twee partijen land, te samen groot 286 roeden onbegrepen, alsmede een pakhuisje daar beneden staande, met alaam, zeilen en ander gereedschap. De molen, staande tussen de beide Muidepoorten (cfr. Landboek van de gewezen paters Chartreuzen, f° 27v°), heeft als propriëtarissen-gebruikers de sieurs Thomas de Bruyne en Livinus le Ducq. De bijhorende partijen land worden gebruikt door Pieter van Geert (51 roeden ad £ 1:3:4:0 per jaar), resp. Lucas van Langeraet (235 roeden ad 3 £ gr. per jaar). Molen en land samen zijn “ter eerste keirsse” ingesteld op 300 £ gr. wisselgeld; volgens de advertentie van 17 en 24.08.1789 bedraagt de instel voor de molen apart 264 £ gr., en voor de twee partijen land resp. 30 en 16 £, of in totaal 310 £ gr. wisselgeld. Inlichtingen bij notaris en procureur Driesens, wonende op Sint-Pieters, Nederkouter. Deze advertentie verscheen in de Gazette van Gend van 19 februari, 2 maart, 17 en 24 augustus 1789

Geraakte de molen toen niet verkocht? Een nieuwe advertentie verscheen uiteindelijk in de Gazette van Gend van 28.04.1791 en 02.05.1791. Daarin lezen we: In de Vierschaar der schepenen van de Keure te Gent wordt op 4 mei 1791 openbaar verkocht: een oliewindmolen met molenberg, op- en afrede en alle toebehoorten, alsook land en erf, samen omtrent 286 roeden groot, benevens een pakhuisje daar beneden staande, molenalaam, zeilen enz., staande binnen Gent tussen de beide Muidepoorten omtrent de stadsvesten; de molen staat vermeld in het Landboek van de paters kartuizers (f° 27 v°) en aldaar belast met 9 schell. per jaar (voor 4 delen van de 9), alsook belast in de huisgelden (voor één derde). De molen wordt actueel nog gebruikt door de eigenaars-verkopers; de bijhorende twee partijen land worden resp. gebruikt door Pieter van Geert (51 roeden, ad £ 1:3:4:0 jaarpacht) en door Lucas van Langeraet (235 roeden ad 3 £ jaar-pacht). Ter “derde keirsse” verhoogd tot de som van 318 £ gr. wisselgeld voor het geheel van molen en land.

- 1793, mei: "ontrent de molen genaemd de Lonkerigge, zynde deel van de Stads-Aerde-Veste
- 1793, 7 oktober: "Te koop een molenberg (waarop gestaan heeft eenen oliewindmolen, genaemd de Ronkerigge). Gestaan tusschen Muyde, oost de vernietigde stadsveste"; bij de voornoemde “Molen-Dreve" (Gazette van Gend, 12 - 9 - 23 mei 793).

De molen werd nog vermeld op 23 mei 1793, maar op 7 oktober van hetzelfde jaar werd de molenberg te koop gesteld waarop een oliewindmolen gestaan heeft.  De verdwijning is dus tussen einde mei en begin oktober 1793 te situeren.

Lieven DENEWET & Paul HUYS

Literatuur

Stadsarchief Gent, Reeks 301 (Jaarregisters van de Keure), 25, 2, 80 v° (1420)
Stadsarchief Gent, Reeks 301 (Jaarregisters van de Keure), 30, f° 2v° (1428)
Stadsarchief Gent, Reeks 179/4, farde 1 (15.03.1691, kopie van 1758)
Landboek van de gewezen paters Chartreuzen, f° 27v° (18de eeuw)
Gazette van Gend, nr. 7, 24.01.1780.
Gazette van Gend, 19 februari, 2 maart, 17 en 24 augustus 1789
Gazette van Gend, 28 april en 2 mei 1791.
Gazette van Gend, 2, 9 en 23 mei 1793.
Gazette van Gend, nr. 81, 7 oktober 1793.
Paul Huys, "De Gentse molenaarsnering in het verweer (1690-1691)", Molenecho's, jg. 27, 1999, 3, p. 150-157.
Luc Van Durme, "Inventaris van de namen van de middeleeuwse Gentse windmolens", Molenecho's, XL, 2012, 1, p. 28-36.
Luc Van Durme, "Klapwiekend vrouwvolk in het middeleeuwse Gent", in: "Voor Magda: artikelen voor Magda Devos bij haar afscheid van de Universiteit Gent", Gent, Academia Press, 2010, p. 705-718.
Noël Kerckhaert, "Oude Oostvlaamse huisnamen", Kultureel Jaarboek voor de Provincie Oost-Vlaanderen, nrs 4, 16, 21, 32, 34, 37 (1977, 1981,1983,1990,1991,1993), dl. 4, p. 180.
Paul Huys, "Over de naamgeving van windmolens. Volkskunde in Vlaanderen. Huldeboek Renaat van der Linden". Brugge, 1984.
Paul Huys, "Molen en molenaar te kijk gesteld. Molinologische opstellen II", Gent, 1996.