Deze houten korenwindmolen, op Ferdinanduspolder, aande weg Dambrugge-Ekeren, hoek Ferdinandusdijk). Het kadaster vermeldde rond 1834: "deze molen is in hout vervaardigd, hij heeft twee paar stenen, is in goede staet en gunstig elegen, hij wordt verhuurd en de waarde van den selven is na de verhuring gereld. Pachter is J. Daelemans, molenaar te Merksem.

Rond 1830 behoorde de standaardmolen toe aan Joannes Francis Van Dijck, maaldersgast te Schelle.

Op 13 februari 1833 (notaris Hanegraef) kwam de standaardmolen in het bezit van Jan Baptist Daelemans-Sel, molenaar te Merksem. Na zijn overlijden zetten zijn weduwe en kinderen het werk verder.

De molen werd in 1860 onteigend bij de aanleg van de vestingswerken rond Antwerpen. De molen (van onteigeningsplan 3, lot 108) werd verkocht voor 2500 frank aan de Nederlandse molenaar Strybos. Deze kreeg rouwkoop en bij heroproeping ging de molen naar maalder Jan Frans Biermans te Zandhoven. Deze liet de molen in 1861 afbreken en naar Zandbergen overbrengen.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Zie verder onder: Zandhoven, Achterste Molen

Georges Kockelberg, "Historische molenvermeldingen in en om Antwerpen. Een blik op de 1000-jarige geschiedenis der Antwerpse molens", Antwerpen, 1986.
Herman Holemans & P.J. Lemmens, "Molens van de Voorkempen en van Groot-Antwerpen", Nieuwkerken, 1983.
P. Goetschalckx, "Geschiedenis van Schooten, Merxem en Sint-Job-in-'t-Goor", I-II, Ekeren, 1919-1920.
F. Prims, "Geschiedenis van Merksem", Antwerpen, 1951.
O. du Caju, "Verdwenen molens voor vestingswerken", Ons Heem, jg. XIV, 1959, p. 69.
W. Van Mensel, "Molenaars Biermans", Ons Molenheem (Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem), jg. 1996,  nr. 4, p. 9-13.