Molenechos's Homepage Molenechos.org

Lier, Vlaanderen - Antwerpen

Verdwenen molen

Karakteristiek

Naam
Haanmolen
Ligging
Mechelsesteenweg 149
2500 Lier
ten ZO
ten N v.d. Dennenlaan
bij het Oud Kerkhof
kadasterperceel F101
Vlaanderen - Antwerpen
Gebouwd
1297 / 1556
Verdwenen
ca. 1450 / 1896, verplaatst naar Ossendrecht, Nl.
Type
Staakmolen
Functie
Korenmolen
Bescherming
niet,
Database nummer
4255

Beschrijving / geschiedenis

De Haanmolen was een houten korenwindmolen ten zuidoosten van de Mechelsesteenweg, ter hoogte van het huisnummer 149, iets ten noorden van de huidige Dennenlaan, bij het Oud Kerkhof, recht tegenover de verdwenen afspanning "'t Berderen Huis".

Aanvankelijk stond er een schorswindmolen, die in 1297 in het bezit was van Gerung Cornau. Deze "scorsmolen" bestond niet meer in 1450. In 1556 kregen Steven Vermijlen en Lod. Merve, poorters en inwoners van Lier, een vorstelijk octrooi om de graanwindmolen op  te richten, mits de betaling van een jaarlijkse erfcijns.

We zien de molen aangeduid op de Ferrariskaart (ca. 1775) met het bruin symbool van een standaardmolen, op de Atlas der Buurtwegen (ca. 1842) en op de topografische kaart van Vandermaelen (ca. 1850) met de benaming "Haen Molen".

Volgens de legger van P.C. Popp (ca. 1850) was de "molen - molenberg" dan in het bezit van Jacobus Wynants-Van Craen, rentenier te Lier.De molen behoorde tot de 2de klasse en had een kadastraal inkomen van 360 frank (bebouwd) en 7,39 frank (onbebouwd, grootte 8,4 are).

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Wijnants-Van Craen Jean, molenaar te Lier
- 10.04.1874, deling: Wijnants-Ceulemans Jan, molenaar te Lier (notaris Notelteirs)
- 1896, verkoop (enkel als gebouw): Meullenbrück J.L (om te verplaatsen)

Jan Wijnants verkocht de molen in 1896 aan J.L. Meullenbrück, afkomstig uit Antwerpen (van een Düsseldorfse familie) en had zich op 10 juni 1886 in Ossendrecht gevestigd. Meullenbrück kwam uit een molenaarsfamilie. Zijn vader Jan had in 1843 de nog bestaande Scherpenbergmolen in Westmalle gebouwd. De zoon was daar zelf in 1846 geboren. Toen de Ossendrechtse molen in 1896 afbrandde, ging hij dus in België op zoek naar een molen ter vervanging. Zodoende werd de Haanmolen uit Lier in 1896 naar Ossendrecht verplaatst. Mogelijk kreeg hij hierin bemiddeling door "molengrossier" Buijs.

Meullenbrück overleed in 1918 en zijn erfgenamen verkochten de molen aan Constantinus Jansen, een zoon van Antonie Jansen, die in Ossendrecht een meelfabriek bezat. Op een foto uit 1939 is reeds te zien dat de molen zwaar verwaarloosd was. De kap ligt geheel open en door de spanten en gordingen zijnn de beide aswielen te zien. Ookh et dak van het kruiswerk begon onderkmen te raken. De molen rekte zijn bestaan tot 1946, toen een sloper er een einde aanmaakte.

Omtrent de inrichting van het gaande werk kon nog weorden achterhaald, dat er twee steenkoppels waren, beide op de tweede zolder, elk aangedreven door een aswiel. De situatie bleef dus gelijk als in Lier. Voor andere Westbrabantse standerdmolens geldt normaal dat het ene koppel stenen (de voormolen) op de steenbalk ligt en dat het andere koppel, liggend op de meelzolder, wordt aangedreven door een tandkrans aan de windweegzijde. De luisas werd aangedreven door  het aswiel aan de staartzijde. Ook deze molen had in Ossendrecht nog loopschoren. Verder viel in Ossendrecht de fraaie beschildering van de kast op. Op de zijwegen was een witte omlijsting aangebracht, met daartussen om en om gekleurde, verticale banen, gelijklopend met het kleedhout van de kast. De vlucht bedroeg 25 meter.

Lieven DENEWET & Ton MEESTERS

Literatuur

Goetschalckx, "Bijdragen...", jrg. 1906, p. 293 (vermelding uit 1297).
Bergmann A., Geschiedenis der stad Lier, Antwerpen, 1873, p. 133-135; Lier, 1973, derde druk.
Beukeleirs J., Economische studie over de stad Lier, in 't Land van Ryen, 1961, p. 49-62.
Boschmans M., Stadsversterkingen en waterlopen te Lier, in 't Land van Ryen, 1956, p. 21-29.
De Clercq R.M., Brief aan Herman Holemans over Lierse molens, 09.08.1976.
Janssens B., "Water- en windmolens in het oude Lier", in: 't Land van Rijen, IV, 1954, p. 49-57.
Janssens B., Album Oud Lier, s.l., s.d.
Lens A., Lier voorheen en nu, Antwerpen - Roeselare, 1986.
Lens A.-Mortelmans J., Gids voor oud Lier, Antwerpen, 1980.
Melis H., "Water- en windmolens in Oud-Lier", in: De Nieuwe Gazet, 265.7.1972.
Smets M. e.a., Resurgam. Na de Belgische wederopbouw, Gent, 1985.
Stadsgezichten Lier, Mens en Ruimte V.Z.W., 1978.
Van der Auwera, Brief aan Herman Holemans over de Lierse molens, 09.08.1965.
Van der Wee H., Een stad groeide uit het moeras, Overdruk uit 't Land van Ryen, 1962.
Van der Wee H., Lier in het economisch historisch perspectief, in 't Land van Ryen, 1956, p. 49-60.
Verhulst A.-Duvosquel J.M. (o.l.v), Historische stedenatlas van België. Lier, Brussel, 1990.
A. Lens & J. Mortelmans, Lier in oude prentkaarten, deel II, Zaltbommel, 1979.
H. Holemans & P.J. Lemmens, "Molens der Zuiderkempen", Nieuwkerken, Ten Bos / Studiekring Ons Molenheem, 1978, p. 60-61.
A.J. Pijnen, "De korenmolen van Hoogerheide", in: Tiding (uitgave van deh eemkundekringt 't Zuiderkwartier), 1982, nr. 2, p.K 26-48 (deel 1)
"Ossendrecht in oude ansichten". Uitgave gemeentebestuur Ossendrecht.
Mededeling van I.J. de Kramer, Leidschendam, aan Ton Meesters, 1990.