Lier, Vlaanderen - Antwerpen
- Naam
- Clausgummaersmolen, Onze-Lieve-Vrouwemolen, Cuytmolen / Kuytmolen
- Ligging
- Sionsplein
2500 Lier
uiteinde Hazenstraat
kadasterperceel H358
Vlaanderen - Antwerpen
- Gebouwd
- voor 1415
- Verdwenen
- tussen 1828 en 1830
- Type
- Staakmolen
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet,
- Database nummer
- 4261
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Clausgummaersmolen (naar de 15de-eeuwse eigenaar) was een houten korenwindmolen op molenwal op de vroegere Sionsvest nabij de Leuvensepoort, aan de oostzijde van het huidige Sionsplein, tegenover de Hazenstraat, op het kadasterperceel H nr. 358.
Op stadskaarten komen ook de benamingen Cuyt- of Kuytmolen. In het beginvan de 17de eeuw was er dee benaming Onze-Lieve-Vrouwemolen, naar aanleiding van het Onze-Lieve-Vrouwbeelddat in de nabijheid op een staak werd geplaatst.
De standaardmolen werd voor 1415 gebouwd. De toenmalige eigenaar Jan Gummaers had zijn molen dan in pand gesteld als waarborg voor de betaling van een rente. Zijn zoon Claus Gummaers (Janszoon) was de volgende eigenaar. Eeuwenlang droeg de molen zijn naam.
We zien de molen afgebeed op de Ferrariskaart van ca. 1775. De molen werd in 1785 voor de heffing van pondspenningen op 1500 gulden getaxeerd.
In 1828 was de molen eigendom van Jan Baptist Dansaerts. Kort daarna is hij verdwenen, want hij komt niet meer voor in de vroegste documenten van het Belgisch kadaster (1834). DVolgens de legger van P.C. Popp (ca. 1850) had de overgebleven molenwal (artikel 1795, perceel H 358) een grootte van 13 a 23 ca en vormde hij een onderdeel van de "fortificatie", in het bezit van de Domeinen van de Staat.
De molenwal werd pas in 1907 afgegraven voor de aanleg van huizen.
Lieven DENEWET & Bernard JANSSENS
Literatuur
Archieven
Stadsarchief Lier, "Scabinale Protocollen", register 1, akte nr. 540 (akte van 1415)
Werken
Bergmann Anton, Geschiedenis der stad Lier, Antwerpen, 1873, p. 133-135; Lier, 1973, derde druk.
Beukeleirs J., Economische studie over de stad Lier, in 't Land van Ryen, 1961, p. 49-62.
Boschmans M., Stadsversterkingen en waterlopen te Lier, in 't Land van Ryen, 1956, p. 21-29.
De Clercq R.M., Brief aan Herman Holemans over Lierse molens, 09.08.1976.
Janssens B., "Water- en windmolens in het oude Lier", in: 't Land van Rijen, IV, 1954, p. 49-57.
Janssens B., Album Oud Lier, s.l., s.d.
Lens A., Lier voorheen en nu, Antwerpen - Roeselare, 1986.
Lens A.-Mortelmans J., Gids voor oud Lier, Antwerpen, 1980.
Melis H., "Water- en windmolens in Oud-Lier", in: De Nieuwe Gazet, 265.7.1972.
Smets M. e.a., Resurgam. Na de Belgische wederopbouw, Gent, 1985.
Stadsgezichten Lier, Mens en Ruimte V.Z.W., 1978.
Van der Auwera, Brief aan Herman Holemans over de Lierse molens, 09.08.1965.
Van der Wee H., Een stad groeide uit het moeras, Overdruk uit 't Land van Ryen, 1962.
Van der Wee H., Lier in het economisch historisch perspectief, in 't Land van Ryen, 1956, p. 49-60.
Van Lom Christiaan, "Beschrijving der stad Lier in Brabant", Den Haag, 1740.
Verhulst A.-Duvosquel J.M. (o.l.v), Historische stedenatlas van België. Lier, Brussel, 1990.
A. Lens & J. Mortelmans, Lier in oude prentkaarten, deel II, Zaltbommel, 1979.
H. Holemans & P.J. Lemmens, "Molens der Zuiderkempen", Nieuwkerken, Ten Bos / Studiekring Ons Molenheem, 1978, p. 60-61.