Het Molentje van Peerdeken, Peerdekensmolen of molentje Lefevere was een kleine staakmolen op torenkot, ingericht om graan te malen, aan de oostzijde van de Muizeputweg (nr. 12).

Op 3 december 1841 verleende de Bestendige Deputatie van de provincie West-Vlaanderen de toelating aan Jean Lefevre voor de oprichting van een houten graanwindmolen op zijn boerderij te Ardooie. Het ging evenwel om een regularatie, aangezien de molen al gebouwd was!

Jan Lefevere (Ardooie, 1795-1880) was landbouwer en molenaar en huwde met Ursula Gruyaert (°Beveren-Roeselare 1801 - +Ardooie 1878). Ze kregen 10 kinderen. Het vroegtijdig sterven van twee van hen, Jan en Clement, en gebrek aan opvolging, leidde tot het kort bestaan van de molen.

Na verkoop in 1881 aan Charles Denys-Devroe, vlashandelaar te Ardooie, werd het molentje meteen gesloopt.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Gabriël Houthoofd, "De windmolens van Ardooie", in: Jaarboek van de Heemkundige Kring Ardooie-Koolskamp, VI, 2010, p. 25-44; X, 2014, p. 3-13.
Herman Holemans, "Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 1. Gemeenten A-B", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1993.