Molenzorg

Wilsele (Leuven), Vlaams-Brabant


Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Wijgmaalmolen
Molen van Wijgmaal

Ligging
Watermolenstraat in acte notariael van notaris Liekens wordt Michiel Grietens nog vermeld als molder dus hij was zeker tot dat jaar nog daar
3012 Wilsele (Leuven)

op de Dijle
tussen de twee Dijle-armen
3,6 km N v.d. kerk
kadasterperceel B15/16
dubbelmolen Wisele-Herent


toon op kaart
Type
Onderslag watermolen
Functie
Korenmolen, oliemolen, volmolen
Gebouwd
voor 1306 / 17de eeuw (graan- en kortstondig volmolen) / 1856 (rijstmolen)
Verdwenen
1914 (graanmolen werd magazijn) / 1940 (rijstmolen werd sluisgebouw)
Beschrijving / geschiedenis

De Wijgmaalmolen was een watermolen tussen de twee Dijle-armen aan de huidige Watermolenstraat, op 3,6 kilometer ten noorden van de kerk van Wilsele.

Het was een dubbelmolen: op de linkeroever de Dijle (grondgebied Wilsele) stond de korenmolen, op de rechteroever (grondgebied Herent) stond een oliemolen.

Een eerste graanwatermolen werd opgericht voor 1306. Naast het malen van graan, werd hij in de 17de eeuw door toedoen van de stad Leuven ingericht als volmolen. De stad wilde, op aangeven van het "gilde van de drapperije", de lakennijverheid weer nieuw leven inblazen, nadat het in de troebelen ten onder was gegaan. Het college van burgemeester en schepenen gaf de inwoners de kans aan de stad geld te lenen om de molen te kunnen kopen. De bewaarde lijst van de intekenaars verwijst naar een publieke financiering van de aankoop. De volmolen kende evenwel slechts een korttijdig bestaan.

Michiel Grietens was er huurder-molenaar vanaf 14 juni 1728, in opvolging van N. Savaigne, toen de molen in gebruik was als oliemolen. Er bleef van hem een verzoekschrift bewaard die hij in 1729 richtte aan de stad Leuven, de eigenaar, om huurvermindering te bekomen vanwege de onmogelijkheid om olie te slaan (zie bijlage). Uit een akte verleden door notaris Liekens uit Leuven in 1754, blijkt dat Michiel Grieters er nog steeds molenaar was: '...  item michiel Grietens bejaerden jonghman woonende als molder op den waeter molen tot Wijghmael ..  kind van wijlen Michiel Grietens ende Maria L'enfant ...'

In 1740 werd een schikking getroffen aangaande de sluis op de Dijle bij de molen, naar aanleiding van een klacht van een schipper dat hij geen doorgang had (zie bijlage).

We zien de molen afgebeeld op de Ferrariskaart van ca. 1775. De watermolen was in 1855 met twee raderen uitgerust. Bij de herbouw in 1856, werd het tweede rad aangewend voor de aandrijving van een rijstmolen (zie hierna).

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Mosselman Dominique Joseph, eigenaar te Brussel, later rentenier te Leuven
- 11.10.1844, verkoop: a) De Vleeschouwer Desire, koopman te Leuven, b) De Vleeschowuer Edouard en c) De Vleeschouwer Felix (notaris Roberti)
- 1846, regulatisatie: La Banque Foncière de Bruxelles, te Brussel (verklaring van 19.05.1846)
- 1847, regularisatie: Remy Edouard Felix, koopman te Leuven
- 13.01.1855, verkoop: a) Remy Edouardus Maria Joannes, koopman te Antwerpen, b) Remy Pierre Henri, brouwer te Leuven, c) Remy Clemence Isabelle, echtgenote Devleeschouwer, te Leuven en d) Boey& Angélique Colette, weduwe Remy Felix Emmanuel, eigenares te Leuven  (notaris Hollanders - watermolen met twee raderen)
- 29.05.1857 / 06.06.1857, verkoop / maatschappij: Naamloze Maatschappij van Koophandel en Nijverheid "Remy en Cie", te Wilsele  (notaris Gheyssens)
- 12.12.1887, verkoop: Naamloze Matschappij de Werkhuizen van Wijchmael, te Herent (notaris Gheyssens)

Een belangrijk keerpunt vormde de aankoop door Edouard Rémy in 1855. Deze zakenman, afkomstig uit Antwerpen, liet belangrijke werkzaamheden uitvoeren. Vooreerst liet hij de graanmolen herbouwen in 1856.

In dat jaar veranderde hij ook het pakhuis op de andere oever  (perceel B15c) in een waterrijstmolen.
De graanmolen (op B16) werd regelmatig uitgebreid. Na een nieuwe vergroting in 1885 werd het gebouw omschreven als een graanmolen door water en stoom en als ameldonkfabriek (= stijfsel). In 1905 werd gemeld dat de water- en stoomgraanmolen tot puin was vervallen. Bij de aanvang van de oorlog in 1914 was het een magazijn geworden.
De rijstmolen op de andere oever werd eveneens regelmatig vergroot. Sinds 1882 werd er stoom toegepast, maar er werd ook nog met waterkracht gewerkt, zelfs nog in 1934. In 1940 werd het gebouw omschreven als sluisgebouw.

Het molengebouw op het grondgebied van Herent (D256) was in 1830 in werking als oliemolen. Vanaf 1870 was hij in gebruik als stijfselfabriek.

De watermolens vormden de grondslag tot  het ontstaan aan de wereldbekende Fabrieken Remy aan de Leuvense Vaart. Bij de oprichting in 1855 werkten er 35 arbeiders. Bij het 50-jarig jubileum in 1905 werkten er reeds 1.161 mensen.

Lieven DENEWET, Herman HOLEMANS & Herman SWINNEN

Bijlagen

Jo De Schepper, "Fabriek, toren en silo Remy" (uit het Beschermingsdossier).

Bedrijf gesticht door Edouard Remy in 1858. Aanvankelijk gelegen tussen de twee armen van de Dijle ter hoogte van het pleintje aan de Watermolenstraat. Een nieuwe vestiging kwam in 1890 tussen het kanaal en de spoorweg. De nieuwe site wordt zo dicht mogelijk bij het kanaal gekozen en omvat een tweetal woningen, het verwarmingsgebouw, een reeks silo's en magazijnen langs het kanaal en het molengebouw met aangebouwde machinezaal.

In 1897 werd het bedrijf uitgebreid met een stijfselfabriek, naar ontwerp van de Gentse architecten L. Morial en A. Tertzweil. Het betreft een monumentaal gebouw van 9 bouwlagen en 13 traveeën. De middenpartij van 3 traveeën springt naar voren evenals de hoekpartijen van één travee. Deze accentuerende partijen worden verder gekenmerkt door rondbogen onder- en bovenaan. Het geheel werd in baksteenmetselwerk opgetrokken maar werd rijkelijk voorzien van gebouchardeerde natuurstenen lijsten en een plint bestaande uit rotsblokwerk die de monumentale structuur van de gevels benadrukken. De muuropeningen bevinden zich in rondbogig afgedekte nissen. De kornis wordt gekenmerkt door een muizentandfries. Inwendig: troggewelven baksteen bepleisterd tussen poutrellen, gietijzeren zuilen met van vleugels voorzien kapiteel waarop twee gekoppelde I-profielen gemonteerd zijn.

Het gebouw dateert van de periode waarin het bedrijf Remy zowel op architecturaal vlak als op het vlak van uitrusting en producten op wereldschaal aan de spits stond. Dit krijgt gestalte in de gewilde monumentaliteit die wordt verkregen zowel door de gebruikte vormentaal (eclectische elementen aangepast en tot een architecturale eenheid versmolten in een grootschalige context) als door het materiaalgebruik dat meteen structurerend werkt.

In de jaren 1930, bouw van het 'Tenacity gebouw', een testhal en labo, naar ontwerp van de bekende modernistische architect Jean de Ligne.

De functionele band met het kanaal is een overslagtoren op de kanaaloever. Gebouwd circa 1890. Torengebouw op rechthoekig grondplan, met een hoogte van 5 bouwlagen. Per 2 traveeën zijn de gevels onderverdeeld in getoogde en iets dieper gelegen boogvelden. Zijgevels: 1 boogveld. Oorspronkelijk schrijnwerk is bewaard (houten deur met visgraatbeplanking/ijzeren ramen met T-profielen type fabrieksraam). Het interieur kon niet worden bezocht. Zware uitkragende kornis.

Later werd het bedrijf in belangrijke mate uitgebreid, zo ook met een elektro-unit met inbegrip van een controlezaal. Het geheel van bedienings- en controlepanelen en -kasten zijn volgens de technische en esthetische opvattingen van de periode rond 1935 opgebouwd.

Materiaal: metaal, bakeliet, glas. Panelen zilvergrijs; meters: zwart met witte plaat. Bovenop de bedieningskast (5 elementen): 7 ronde meters op kruisvormige console. Schakelkasten: 11 elementen. De schakelkasten zijn op overzichtelijke wijze op een estrade met ijzeren balustrade opgesteld.

Op 16.01.1987 werd de Remy-silo (Remylaan 2) en op 03.02.2005 de overslagtoren Remy (Vaartdijk 2) wettelijk beschermd als monument.

---------------------

Stadsarchief Leuven, nr. 349, "Magistrale Resolutie Loven", 1729, f° 350-352.
Request molenaar van Wijgmaal (transcriptie Herman Swinnen, Overijse)

"Boven dien is aen mijne heeren voorgelesen de requeste aen hun gepresenteert weghens Michiel Grietens molder van sijnen stiel, daer bij te kennen gevende hoe dat mijne heeren sijn gedient geweest op den 14 junij van den jaere 1728 publieckelijck te doen verhueren seeckeren coren ende smoutmolen geleghen tot Wijchmael met alle het gene daer van dependeert, ende het recht van de sluijse aldaer dese stadt competerende, ende alsoo den voors[chreve] smoutmolen tot nu toe noch niet en is in staet om daer mede te connen wercken ende smout te slaen uijt reden alle de ruerende wercken gansch sijn gedevaliseert ende buijten staet om te connen gaen, gelijck sulcx aen UE commissarissen, den voors[chreve] smout molen door de gesworen molenslaeghers gevisiteert hebbende, is gebleecken ende alsoo den verthoonder daer door groot prejuditie compt te leijden ende alvolghens niet gehouden en is in de volle betaelinghe van sijne huere, redenen hij verthoonder sijnen toevlucht was nemende tot mijne heeren, seer oodtmoedelijck biddende gelieven gedient te wesen aen hem supl[ian]t ter oorsaecke voors[chreve] s’jaers te remitteren van sijne huere ten minsten eene somme van drij hondert guldens wisselgelt, totter teijt ende wijlen den voors[chreve] smoutmolen sal wesen in behoorelijcken staet gestelt om te connen wercken.
Mijne heeren in deliberatie geleijt hebbende den inhoude der voors[chreve] requeste, ordonneren aen de rentmeesters deser stadt, via juris, met den aldereersten, te praemen den gewesenen huerlinck van den voors[chreve] molen N: Savaigne tot voldoeninghe aen het contract van sijne huere, ende alvolghens den voors[chreve] smoutmolen te stellen  in behoorelijcken staet om te connen gaen, houdende ondertusschen in surceantie van de huere des supl[ian]ts de somme van hondert vijftich guldens courant s’jaers, diende dese voor acte van procuratie in forma".

-----------------------------------------

Rijksarchief Leuven, Notarisakten – register 10 # 36. Depositie over de sluis bij de molen van Wijgmaal, 30 mei 1740 (transcriptie Herman Swinnen, Overijse).

Compareerde op heden desen dertighsten maij 1700 viertigh voor mij als openbaer notaris …  tot Rotzelaer residerende present die getuijgen naer te noemen Franciscus Chavanné wonende actuelijck inden molen tot Rotselaer oudt ontrent de  een en viertigh jaeren aen mij notario bekent, welcken voors[chreve] comparant sonder inductie ofte persuasie van iemant dan alleen in faveur van justitie ter requisitie van Jan vande Vliedt, Michiel Vervoort ende Cornelis de la Bastita gecomitteerden van ’t Schiptreckers ambacht van Rijmenam, Hacht, Werchter, Rotselaer ende Aerschodt, heeft bij desen  verclaert ende gedeponeert waerachtigh te wesen het gene naerbeschreven, dats te weten, dat hij deponent over de twintich jaeren gepasseert woonende bij sijnen vaeder op den Molen tot Wijghmael, dat alsdoen ter tijt sekeren schipper met naeme Merten Deens aldaer quamp inde Deijle gevaeren hebbende een nieuw schip, dat het schip niet wel en coste passeren door die sluijse tot Wijghmael, datse alsdoen het selve schip  een weijnigh hebben gesmaelt met eenen dessel ende schaeff, maer alleen wedersijts ontrent het mastgebeent, voorders soo verclaert hij voors[chreve] deponent dat Alsdan ter tijdt alle de lege schepen passerende door de selve sluijse verder daer door gehaelt met niet meer als twee coppelen peerden ende som.. met drij peerden, ende somtijts m.. coppel peerden allegerende hij voors[chreve] deponent voor redenen van wethentheijdt aldaer tot Wijghmael als doen ter tijdt gewoont te hebben het bovenschreve gesien te hebben, daer bij ende present geweest te sijn, ende wandt goddelijck ende redelijck is getuijgenis  der waerheijdt te geven  besonderlijck des aensocht sijnde, soo verclaert hij  voors[chreve] deponent paraet te wesen dese sijne depositie voor alle heeren hoven wetten ende gerichten onder sijnen deughdelijcken eede te verifieeren end reitereren toties quoties des aensocht
Aldus gedaen ende gepasseert ter comptoire mijns notarij die mense et anno ut supra ter presentie van  franciscus van Laer ende Adriaen Huijsmans getuijgen hier toe aensocht, die dese beneffens den deponent en mij notario hebben onderteekent,
[get]
Francis Chavanné
F van Laer   Adreiaen huijsmans
Quod attestor    F: Liekens  nots pubs 30,5.1740

Literatuur

Archieven

Stadsarchief Leuven, Oud Archief  nr. 725, ("gilde van de drapperije"), f° 109.
Stadsarchief Leuven, nr. 349, "Magistrale Resolutie Loven", 1729, f° 350-352.
Rijksarchief Leuven, Notarisakten – register 10 # 36. Depositie over de sluis bij de molen van Wijgmaal, 30 mei 1740 (transcriptie Herman Swinnen, Overijse).
Rijksarchief Leuven, Notarisakten - register 1754 # 20. Notaris Liekens - Acte Notariael, 1754. 

Werken

J. Berckmans, R. Geets e.a., "Van Wicmale tot Wijgmaal", Wijgmaal, 2002.
M. Piot. "Geschiedenis van Herent. Van de prehistorie tot de 21ste eeuw". Herent, 2003.
M.A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961;
Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 5: arrondissement Leuven (M-Z)", Kinrooi, Studiekring 'Ons Molenheem', 1994.
Werkgroep "Van Wicmale tot Wijgmaal", "Van Wicmale tot Wijgmaal". Vroeger en nu in woord en beeld. Wijgmaal, 2000.
Matt Rouwet, "Geschiedenis van Wijchmaal van 1200 tot nu", 1946.
Beatrijsgezelschap Rotselaar, "Wijgmaal aan de Dijle", 1968.
Jacques Berckmans, "Heemkundige praatjes", in: Onze School, kontaktblad van de oudervereniging van de Gemeentelijke Jongensschool Wijgmaal-Herent, 1970-1977.
Matt Rouwet, "Sprokkelingen uit de geschiedenis van Wijgmaal aan de Dijle", 1975.
Hubert Jacobs, "Wijgmaals verleden", 1981.
Jan Gijbels, "De Remy-fabrieken te Wijgmaal", 1982-1983.
Werkgroep voor Architctuur, "Geschiedenis en Theorie (WAGT) van de K.U.-Leuven, 1984-1986:
1) Johan Cokelaere “Beleving en waardering van het gebouwde in het Wijgmaal van Remy”
2) Bruno Dercon en Paul Vermeulen “Groot ontwerp REMY WIJGMAAL
– Ontwerp voor een indooratletiekcentrum op het terrein van de vroegere Maalderij Remy”
3) Chris Willemsens “Morfo-Typologische studie van het dorp Wijgmaal”
- 1985 - 1986 Sofie Beyen en Johan De Walsche “Ontwerp van een evenementencomplex op het terrein van de vroegere maalderij van de fabrieken Remy te Wijgmaal bij Leuven”.
Roger Casteels & Gust Vandegoor “1914 in de regio Haacht - Kleine dorpen in de Grote Oorlog”. 1993.
Gust Vandegoor “Het kanaal Leuven - Mechelen in heden en verleden 1750-2000", 1998.
Constant Bollion “De Fabrieken Remy te Wijgmaal”, 1999.
Stichting Industrieel en Wetenschappelijk Erfgoed (SIWE) “De Remyfabrieken te Wijgmaal", 2000.

Mailberichten
Herman Swinnen, Overijse, 28.09.2014, 24.08.2015, 14.02.2016, 15.04.2016).

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: zondag 17 april 2016

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens