Watermolen van Baudries
Kasteeldomein Baudries
op de Boeverbeek, zijbeek van de Schelde
kadasterperceel B1103-1104
Achter het kasteel van Dikkelvenne, in het Kasteeldomein Baudries (Kerkstraat 5-7) bestond reeds in 1440 een korenwatermolen op de Boeverbeek, een zijbeek van de Schelde.
Verschillende niet onbelangrijke heerlijkheden waren in Dikkelvenne ingesloten. Die van Baudriesch, in 17de-eeuwse geschriften onder de verfranste naam van Boudry aangeduid, was de belangrijkste. Zij behoorde in 1433 aan Elisabeth Sloofs of Sloven, gehuwd met Jan Tollin, ridder, burchtgraaf van Aalst, en in 1440 aan Zeger Sloofs, waarschijnlijk de broer van de genoemde Isabella. In 1440 schijnt het goed te Baudriesch niet door zijn eigenaar bewoond te zijn geweest, aangezien het toen, met een watermolen en een kleine tiende, voor de som van 44 pond groten in pacht werd gegeven. Voor 1869 kwam er een waterzwingelmolen tot stand. De toenmalige kasteelheer-eigenaar was graaf de Spangen. De molen bestond uit een lemen en houten gebouw met strodak, een houten onderslagrad met houten watergoot. Het sluiswerk had een schofbreedte van 1,12 meter. Deze zwingelmolen werd kort na 1886 opgeheven.De Potter F. & Broeckaert J., "Gschiedenis van de gemeente Dikkelvenne".
Lieven Denewet, "Zwingelen met water- en windmolens in Vlaanderen", Molenecho's, 36, 2008, 3, p. 130-153.
De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.