De Rozenboommolen was een houten korenwindmolen op de wijk Rozenboom bij de gelijknamige herberg, op de oostelijke hoek van de huidige Sint-Janstraat (nr. 181) en de Euromarktlaan.

De staakmolen werd opgericht tussen 1775 en 1791. We zien hem nog niet op de Ferrariskaart (ca. 1775), maar wel in de Atlas der Buurtwegen (ca. 1844) met het grondvlak van een staakmolen op teerlingen en op de topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850) met de benaming "Roosenboom Molen".

De staakmolen en de molenaarswoning werden op 25 augustus 1791 openbaar verkocht in herberg van Judocus van den Broucke in de Sint-Janstraat. De toenmalige gebruiker-bewoner, tot 1 oktober 1791, was de weduwe van Karel Gernay. Zowel de molen als het huis waren toen nog nieuw. De instelprijs bedroeg 750 £ gr. wisselgeld. Er waren inlichtingen te bekomen bij Jean Charles de Roo, griffier van Tielt en Ruiselede.

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Stevens-Verstraete, de weduwe, eigenares te Gent
- 26.12.1854, erfenis: Stevens-Roelandts Andreas Benoit, eigenaar te Gent (overlijden van de weduwe Verstraete van Stevens)

In september 1844 brak er brand uit in de molen. Het vuur ontstond door het onafgebroken werk dat de molen daags voordien had gedaan. Personen die er de volgende ochtend om 3 uur voorbijwandelden, werd de brand gewaar en verwittigden de molenaar. In 5 minuten tijd kon men zich meester maken van de brand. De schade werd maar op 150 frank geschat. De molen was verzekerd. De schade werd hersteld.

In 1884 volgde de sloop.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Gazette van Gend", 18 en 22 augustus 1791
In de herberg bij Judocus van den Broucke in de Sint-Jansstraat in de stad Tielt werd op 25 augustus 1791 openbaar verkocht: een schone, nieuwe korenwindmolen met een nieuw huis, geheel in steen, staande “t’eynden van de S. Jansstraete”, gebruikt door de weduwe van Karel Gernay”. Vrij vanaf 1 oktober 1791; ingesteld op 750 £ gr. wisselgeld. Inlichtingen bij Jean Charles de Roo, griffier van Tielt en Ruiselede.

Standaerd van Vlaenderen, 24.09.1844, p. 2.
De voorledene wéek héeft er zich in de gemeente Thielt brand verklaerd op den koorn-windmolen behoorende de weduwe Stevens te Gend, gebruykt door Franciscus Verougstraete. Het vuer is er in gekomen ten gevolge van het onafgebroken werk die er daegs te vooren met den molen is gedaen gewéest. Persoonen daegs nadien ten dry ueren ’s morgens daer voorby gaende, hebben den brand gewaer geworden, en den molenaer verwittigd. Men heeft zich in den tyd van vyf minueten meester gemaekt van den brand. De schaede word maer op 150 francs geschat. De molen is verzekert.

Landkaarten
Ferrariskaart (ca. 1775) (nog niet aangeduid)
Atlas der Buurtwegen van Tielt (1847)
Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855)

Kranten
Gazette van Gend", 18 en 22 augustus 1791
Standaerd van Vlaenderen, 24.09.1844, p. 2.

Werken
K. De Flou, Woordenboek der toponymie van Westelyk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het Land van den Hoek, de graafschappen Guînes en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, deel I, Brugge, 1914, kolom 804, 806.
Herman Holemans, West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 7. Gemeenten S-U, Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2003.
Herman Holemans, Windmolens te Tielt, in Ons Molenheem, 2002, nr. 4, p. 58.
F. Hollevoet e.a., Als straten gaan… praten. De roede van Tielt, Tielt, 2005, p. 207.
Gids voor Groot-Tielt 1987, Tielt, 1987, p. 53.