Neder-Over-Heembeek (Brussel), Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussels Hoofdstedelijk Gewest
- Naam
- Watermolen van Over-Heembeek, Molen Vander Eycken
- Ligging
- Lombartzijdestraat
1120 Neder-Over-Heembeek (Brussel)
vroegere Molenstraat
op de Molenbeek, Heembeek of Beysegemgracht
kadasterperceel D111
Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Brussels Hoofdstedelijk Gewest
- Gebouwd
- voor 1173
- Verdwenen
- 1913, stoomgraanmolen / ca. 1960, sloop gebouw
- Type
- Bovenslag watermolen
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet,
- Database nummer
- 5323
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
Aan de watermolen van Over-Heembeek in de Lombartzijdestraat (tot in 1921 trouwens de Molenstraat), die pas in de jaren 1960 verdween hebben velen nog wel herinneringen. In 1173 stond eigenaar Philippus van Hembecke sommige rechten op zijn watermolen af aan de abdijen van Affligem en Grimbergen.
In 1676 werd de watermolen, samen met de windmolen, het Beyaerdkasteel en een hoeve, bij de verdeling van de erfenis van Jan Bolarte toegewezen aan zijn oudste zoon, terwijl de jongste zoon bezittingen in Neder-Heembeek kreeg.
Alphonse Wauters schreef in 1855 als ooggetuige dat het kasteel toen al een 70 jaar geleden verdwenen was (allicht in de nasleep van de afschaffing van het ancien régime na de Franse invallen), maar dat de vijver die er voor lag en toen schijnbaar nog bestond een watermolen voedde die veel dieper gelegen was. Het water werd er heen gevoerd via een houten leiding die boven de Molenstraat liep. Maar dat moet allang geleden zijn, niemand heeft nog enige herinnering aan die leiding of aan de vijver. Jan Verbesselt bezat een tekening uit 1887 van een zekere M.J. Godart-Meyer waarop dat nog zou afgebeeld staan.
Waarschijnlijk is dat deze die we terugvonden in "L'lllustration Européenne" van dat jaar. Men ziet er inderdaad hoe het water vanuit de vijver voor het Beyaardkasteel via een houten goot van de kant van de Kruipweg over de toenmalige Molenstraat (de huidige Lombardzijdestraat) werd gevoerd en op het grote molenrad (type bovenslagrad) viel.
Op oude kaarten, zoals in het " Kardt boeck" van Jacobus 't Kint uit 1749 ziet men hoe voor het Beyaerdkasteel (dat hier wel met veel fantasie is weergegeven) inderdaad een vijver lag. De bovenste rij bomen zou dan de Kruipweg vormen, de onderste rij de Molenstraat die een stuk lager lag. Men ziet hoe het water naar de molen, het onderste gebouwencomplex, loopt.
Op een kaart uit 1906 is er al geen vijver meer te zien. Maar men kan wel de loop van de Molenbeek volgen, vanuit de velden boven op de Laskouter, onder de Beizegemstraat, door de weide van "den Beis", onder de Kruipweg en over de Molenstraat, om dan een bocht naar rechts te maken (dat kan men ook zien op de tekening uit 1887) en tussen de huidige Gemene Beemdenstraat en Kasteel Beyaerdstraat onder de Heembeekstraat te lopen en dan weer naar links af te buigen en onder het laatste stuk van de Gemene Beemdenstraat door in de collector aan de oever van de vaart uit te monden. Voor de verbreding van de vaart kwam de beek ongetwijfeld uit in de "Leibeek" of Kleine Zenne die langs de vaart liep tot aan de Drie Gaten en daar via een sifon onder de vaart in de Zenne zelf liep.
Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: De Cock Egide Franciscus, handelaar te Brussel
- 21.07.1842, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van Egide De Cock)
- 15.03.1851, deling: De Cock Nicolaas Josephus, rentenier te Sint-Joost-ten-Node
- 15.10.1857, deling - registratie: de weduwe (overlijden van Josephus De Cock)
- 07.06.1880, deling: Bingé-De Cock Herman, eigenaar te Kontich (notaris Eliat)
- 06.09.1882, verkoop: Vandereycken-De Boeck Victor (°Neder-Over-Heembeek 16.08.1847), molenaar te Neder-Over-Heembeek (notaris Van der Burght). We vinden deze molenaar terug in een kiezerslijst uit 1894.
Victor Vanderecyken had als bijnaam "die van de meulen" en was niet de eerste molenaar van zijn familie. Blijkbaar heeft een zoon hem nog opgevolgd, en is een dochter van die zoon gehuwd met Miel Hemmerechts (1889-1981) wiens zoon Charel Hemmerechts in Uil&Spiegel van september en oktober 1987 herinneringen aan de molen ophaalde. Volgens hem was de molen nog in bedrijf tot het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, maar draaide hij toen al wel op gas. In 1913 was een "petrolmoteur" geplaatst en werd de molen in het kadaster omschreven als een stoomgraanmolen. Op het schilderij van J. Ballewyns uit 1915 is het houten bovenslagrad niet meer te zien.
Op foto's van 1938 ziet men het het nog gave molenerf in de diepte naast de Lombartzijdestraat liggen. Tekeningen en foto's uit de jaren 1950 tonen de molen al verlaten en in verval. In de jaren 1960 werd het vervallen gebouw gesloopt.
Wim VAN DER ELST
Literatuur
Kardt boeck van Jacobus 't Kint, 1741, f° 22
Wim van der Elst, "De drie watermolens van Heembeek", Uil & Spiegel, Maandblad van uw wijk (Gemeenschapscentrum Heembeek - Mutsaard vzw), XXXII, 2005, 9 (nov), p. 1-3.
Charel Hemmerechts, in: Uil&Spiegel, sept.-okt. 1987.
Jacobus 't Kint, "Kardt boeck", 1749.
Alphonse Wauters, "Histoire des environs de Bruxelles", 1855.
"L'Illustration Européenne", 1887 (met tekening)
Jan Verbesselt.
M.A. Duwaerts e.a., De molens in Brabant, Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961.
Herman Holemans, Kadastergegevens: 1835-1980. Brabantse wind- en watermolens. Deel 1: arrondissement Brussel-Hoofdstad, Kinrooi, Studiekring 'Ons Molenheem", 1989.
Paul Bauters & Marc Villeirs, Les moulins à eau et à vent de Woluwe-Saint-Lambert et de la région bruxelloise. Histoire et technologie / Water- en windmolens van Sint-Lambrechts-Woluwe en van het Brussels gewest. Geschiedenis en techniek, Woluwe-Saint-Lambert/Sint-Lambrechts-Woluwe, 1996 (Musée communal de Woluwe-Saint-Lambert, cahier n° 2 / Gemeentelijk museum van Sint-Lambrechts-Woluwe, tijdingen n° 2)