De "Moulin Fauconnier" of "Forge Goblet", voorheen "Grand Moulin" genaamd, was een watermolen op de Dijle.
Opgericht voor 1400 en hing af van het graafschap Namen.
De korenmolen werd in 1847 verkocht aan Auguste Fauconnier die er een ijzersmederij van maakte: "forge et fonderie à trois roues hydrauliques" (1865).

De nog bestaaande sluismechanismen van de watervallen van Hyon, waarop duidelijk een stempel "GOBLET" staat, zijn afkomstig van deze fonderie-forgerie.

Opeenvolgende eigenaars:
- voor 1834, eigenaar: d'Auxy comte Charles, eigenaar te Court-Saint-Etienne
- later, eigenaar: de Beeckman baronne Félicité Françoise Joséphine, echtgenote d'Auxy et de Watou comte Charles Eugène Ferdinand
- 20.07.1847, verkoop: Fauconnier Auguste, eigenaar te Gosselies (notaris Brion)
- 01.04.1858, verkoop: Goblet d'Alviella-Damien comte Albert, eigenaar te Brussel (notaris Jacqmain - molen met twee raderen)
- 1885, erfenis: a) Goblet d'Alviella comte Eugène (voor 1/2 volle eigedom + 1/2 naakte eigendom), eigenaar te Brussel en b) Goblet d'Alviella-d'Auxy Louis, de weduwe (voor 1/2 vruchtgebruik), eigenares te Brussel (erfenissen op 13.03.1863, 18.01.1867 en 05.03.1873).
- 04.05.1885, verkoop: Henricot-Rucquoy Emile Edouard, industrieel te Court-Saint-Etienne (notaris Dery)
- 01.03.1910, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van Emile Henricot)

Gebeurtenissen van de molen
- 1858: molen met twee raderen
- 1865: na vereniging van percelen beschreven als "forge et fonderie à trois roues hydrauliques" H373i
- 1872: na gehele herbouw: H373k
- 1876: na vergroting en na grenswijziging tussen percelen: "forge et fonderie" H373 L
- 1882: na vergroting en na grenswijziging tussen percelen: "fonderie de fer et émaillerie d'ustencils de cuisine en fonte mue par eau" H373n
- 1886: na vergroting en na grenswijziging tussen percelen: H373p
- 1887: na vergroting, na gedeeltelijke herbouw en na plaatsing van een stoomachine: "fonderie de fer et émaillerie d'ustencils de cuisine en fonte, à eau et à vapeur"
- 1888: na hermeting: H373s
- 1893: na grenswijziging: H373v
- 1896: plaatsing van een stoommachine van 28 pk
- 1898: na grenswijziging tussen percelen en plaatsing van een stoommachine: H373y
- 1900: na vereniging van percelen: H373z (fonderie de cuivre, atelier d'ajustage) en H373a2 (laboratoire)
- 1901: H373a2 na grenswijziging: "fonderie de fer, atelier d'ajustage"
- 1904: na vereniging van percelen: "bâtiment industriel" H373d2
- 1910: "établissement étant fonderie de fer, de cuivre, d'acier, forges et d'ateliers de construction".

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 6: arrondissement Nijvel (A-E)", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem", 1995;
M.A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961, p. 284.
Vincent Van Grunderbeeck, "Les moulins à eau de la Haute-Dyle", in: Le Lothier roman, Revue d'histoire publiée par le Cercle d'histoire et d'archéologie du Pays de Genappe, trimestriel, 1996, nr 1, p. 1-69.

Mailbericht
Mark Peeters, restaurateur van oude waardevolle metalen (altnova.be), 29.09.2017.