Ruddervoordemolen
Molen Te Ruddervoorde
oostzijde
tegenover de Ronselvaalstraat
grens met Bellegem
Ruddervoorde
2,4 km NW v.d. kerk van Kooigem
kadasterperceel A152
De Ruddervoordemolen was een staakmolen aan de oostzijde van de Doornikserijksweg (nr. 287), tegenover de Ronsevaalstraat, op de grens met Bellegem.
De staakmolen werd voor 1486 gebouwd als graanmolen. Voor 1830 werd er een oliemolen aan toegevoegd.
We zien hem aangeduid op:
- Villaretkaart (1745-1748) met de benaming "Moulin de Ruvord"
- Ferrariskaart (ca.1775) met het bruin symbool van een staakmolen met de benaming "Moulin de Coeijghem"
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1844) met het grondvlak van een staakmolen op teerlingen en met de benaming "Ruddervoorde, Moulin"
- Topografische kaart Vandermaelen (ca. 1850) als "M(oul)in de Coyeghem"
- Kadasterkaart van P.C. Popp (ca. 1855) met het symbool van een staakmolen op teerlingen.
Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Samain Frans, landbouwer te Kooigem
- 24.08.1848, erfenis: Yserbyt-Samain Pieter en de kinderen, olieslager te Kooigem (overlijden van Frans Samain)
Reeds in 1865 verdween de windmolen. De molensite is nu ingenomen door het bedrijf Beaucarne & Zn. bvba, groothandel in akkerbouwproducten en veevoeders. Aan de overzijde van de Doornikserijksweg bestaat nog de vroegere molenaarshoeve (Doornikserijksweg 286). Deze is vastgesteld als bouwkundig erfgoed.
Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
Nota over de vierkantshoeve Ter Ruddervoorde (Agentschap Onroerend Erfgoed)
"Ter Ruddervoorde", naam verwijst naar de voormalige molen. Aan de straat gelegen 19de-eeuwse vierkantshoeve, aangegeven op de Vander Maelenkaart (1852), maar teruggaand op een oudere hoeve cf. het landboek van Kooigem (1771) afgebeeld als hoeve bestaande uit twee parallelle volumes. Naast hoeve ook herberg cf. opschrift in bovenlicht van deur van woonhuis: AU RUDDERVOORDE. Huidig gebouwenbestand voornamelijk uit de eerste helft van de 20ste eeuw. Ten oosten van het erf, aan de straat gelegen 19de-eeuws woonhuis/herberg. Gecementeerde baksteenbouw onder zadeldak bekleed met eterniet.
Archieven en landkaarten
- Villaretkaart (1745-1748)
- Ferrariskaart (ca. 1775)
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1844)
- Topografische kaart Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855)
Werken
Decoene D., Kooigem: de landelijke gemeente 1944-1976, Kortrijk, 1982.
Defever M.C., Kooigem vanaf de eeuwwisseling tot nu, s.l., 1983-1984.
Despriet P., De Zuidwestvlaamse parochiekerken, deel 1, Kortrijk, 1982.
Dewilde B., Vierstraete J.-P., Gids voor Groot-Kortrijk, Kortrijk, 1982.
Hasquin H., Gemeenten van België, deel I, Vlaanderen, Brussel, 1980, p. 505-506.
Witdouck R., Decaluwé C., Kooigem, in Landelijk leven en hoevengids Groot Kortrijk, deel 4, Tielt, 1991, p. 138-139.
Herman Holemans, Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1980. Deel 4. Gemeenten K-L, Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1997.
Pierre Mattelaer, De molens van Zuid-West-Vlaanderen, in: De Leiegouw, XXI, 1979, p. 31-64.
Torie Mulders (pseudoniem van Hector Vindevogel), De windmolens tussen Schelde en Leie, in: Handelingen van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk, XXII, 1946-1948, p. 46-107 (niet vermeld).
E. Van Hoonacker, Duizend Kortrijkse straten, Kortrijk, 1986.
De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.