Brugge, Vlaanderen, West-Vlaanderen
- Naam
- De Inghele, De Engel, De Geete, De Jaegher, De Jager
- Ligging
- Kazernevest
8000 Brugge
links van het einde van de Ganzenstraat
kadasterperceel B224
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Gebouwd
- voor 1562 / begin 1700 / 18de eeuw (steen)
- Verdwenen
- 1861, sloop
- Type
- Staakmolen, later stenen windmolen
- Functie
- Korenmolen, schorsmolen
- Bescherming
- niet,
- Database nummer
- 6916
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Inghele, later De Geete en nog later De Jager was een houten windmolen op de Kazernevest (de vroegere Ganzenvest), links van het uiteinde van de Ganzenstraat.
We zien hem aangeduid op de kaarten van Marcus Geraerts (1562) en Jacob van Deventer (1558-1575) als de derde molen tussen de Gentpoort en de Kruispoort.
In het Sint-Donaeszestendeel van 1580 lezen we "Idem (een wijndmuelene) den Inghele", in het bezit van Joos Maertens. Het zestendeel vermeldt daar begin 1700 "de Geete vermeld, een houten korenwindmolen.
Deze werd later in de 18de eeuw vervangen door een stenen korenwindmolen, de Jager (Jaegher).
Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Bourguignon-Delahaye Franciscus Leopold, fabrikant te Brugge
- 23.07.1842, verkoop: a) Bourguignon Eugenia, zonder beroep te Brugge en b) Bourguignon Eduardus, zonder beroep te Brugge (notaris Claerhoudt - graan- en schorswindmolen)
- tot 1859, eigenaar: Leclercq-Bourguignon, Brugge
In augustus 1859 begon de stad Brugge te onderhandelen met eigenaar Leclercq-Bourguinon. Een overeenkomst werd bereikt en de molenwal werd voor 800 frank aangekocht. De molen werd in 1861 gesloopt. Op het kadastraal plan van Popp van 1865 is duidelijk tussen de Vulders- en de Ganzenstraat de vernieuwde parkaanleg te zien.
Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
Literatuur
Archieven
Stadsarchief Brugge, nr. 138. Registers der Zestendeelen, Sint-Donaeszestendeel, 15e cirkel, f° 994 (1580-1796).
Uitgegeven bronnen
L. Gilliodts-Van Severen, "Les registres des "Zestendeelen" ou la cadastre de la ville de Bruges de l'année 1580". Brugge 1894, p. 126.
Gemeenteblad van Brugge, 1855-1856, "Rapport Goddyn", p. 526.
Gemeenteblad van Brugge, 1859-1860, p. 68-70.
Werken
K. De Flou, Woordenboek der Toponymie van westelijk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het Land van den Hoek, de graafschappen Guînes en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, Brugge, 1914-1938.
Herman Holemans, Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 1. Gemeenten A-B, Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1993.
Guillaume Michiels, Iconografie der stad Brugge, III, Brugge, 1968.
Jaak A. Rau & Jan D'hondt, Een eeuw Brugge. Deel 1: 1800-1900, Brugge, Marc Vande Wiele, 2001 (hoofdstuk De windmolens in het 19de eeuws Brugge, p. 207-219).
Marc Ryckaert, Historische Stedenatlas van België, Brussel, 1991.
J.A. Rau & J. D’hondt, "De Brugse parochies. 2. Het leven in Sint-Salvator, Sint-Jacobs, Sint-Gillis", Brugge, 1988, p. 10, 16.