Watermolen
Middeleeuwse getijwatermolen op het Zwin.
Nog eeuwen werd de herinnering levendig gehouden door de benaming van het perceel, zoals in 1791 "den watermeuelene".
Lieven DENEWET & Maurits COORNAERT
K. De Flou, Toponymie van Westelijk Vlaanderen..., Brugge, dl. XVII, p. 101-103.
M. Coornaert, Watermolens en hilteweren in West-Vlaanderen, Jaarboek van de Geschied- en heemkundige kring De Gaverstreke, 1980, p. 45-53 (47).
M. Coornaert, Een overzicht van de molens in het Noordvrije, in: Liber Amicorum René De Keyser, Speciale uitgave, Geschied- en Heemkundige Kring Sint-Guthago, 1985, p. 43-78.
René De Keyser, "Vroegere olie- en watermolens te noorden van Brugge", Rond de Poldertorens, III, 1961, 4, p. 140-146.
Johan Ballegeer, "Molens in de Zwinstreek", in: Rond de Poldertorens, 47ste jg., 2005, nr. 2, p. 39-75.
René de Keyser, "De watermolen in de havenkille van Damme", in: Rond de Poldertorens, XXXII, p. 86.
Maurits Coornaert, "Sluizen en Watermolens", in: Rond de Poldertorens, XXXIX, p. 37.
N. Pannier, De datering van de Duinkerke III-B transgressie en het dijksysteem ten noorden van Brugge, in Handelingen der Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent, XXIV, 1970, p. 113-126.
J. De Groote, "Het waterrecht van Damme", Rond de Poldertorens, XLIII, 2001, 3, p. 103-115.
De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.