In Tuytenberg, dat al in de 13de eeuw een belangrijk gehucht was van Sterrebeek, stond een olieslagmolen op de Sterrebeek. Langs deze beek waren er verschillende vijvers gelegen. 
Een tekst uit 1475 vermeldt: "Tot behoef Jans van der Meeren... eenen viver geheten den claren (slach) vivere ten Tuytenberge..". Een akte van 1616 vermeldt: "eenen vijver geheeten den sclachvijver metten huysse, dammen ende syne toebehoorten..."
Op de "Caerte Figuratief der Thiende van Sterrebeecke" van 1751, stuk nr. 13 "Dorenveld", staat een gebouw afgebeeld naast de vijvers, dat mogelijk de (vroegere) watermolen kan geweest zijn. Misschien was hij op het lager perceel aan de overkant van de vijver gelegen?
Het gehucht Tuytenberg was op het einde van de 17de eeuw helemaal verdwenen. De vijvers werden gedempt op het einde van de 18de eeuw.

Lucienne SOMMEREYNS-PARENT

Stadsarchief Brussel, Fonds Pergamini, nr. 1616 ("Caerte Figuratief der Thiende van Sterrebeecke", 1751 - stuk nr. 13 "Dorenveld").
Henri Vannoppen & L. Sommereyns-Parent, "De geschiedenis van Sterrebeek, het kastelendorp", Tielt, 1978.
Wauters A., Histoire des environs de Bruxelles 8 B, Brussel, 1855 (herdruk 1973), p. 352-363..
Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 3: arrondissement Halle-Vilvoorde (M-Z)", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem", 1992 (niet vermeld)
M.A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961.
A. Cosyn, "Sterrebeek - Histoire du Village", Brussel, 1926 (eerder verschenen in: Folklore brabançon, 1925).
L. Sommereyns-Parent, "De verdwenen Sterrebeekse water- en windmolens", Molenecho’s, jg. 10, 1982, 4, 159-164.