Molen van Ellicht
De Molen van Ellicht was een houten korenwindmolen aan de Ellichtstraat nr. 8, in het gehucht Hellicht.
Wie van Spouwen naar Vlijtingen rijdt, ziet die hoge ronde "gracht" te Ellicht. Hij behoort tot de hoeve van de familie Gaston Coenegrachts-Tans. Op dit ook kunstmatig wat aangevuld plateau stond vroeger een windmolen. De ligging was ideaal om de westenwinden die vrij uit het veld komen aanwaaien op te vangen. Hij behoorde oorspronkelijk toe aan de familie Meyers uit Ellicht. In 1660 hebben we Lemmen Meyers als mulder.
In het dorp werd gezegd "bij Schelkens". Wellicht is het goed van Reyner Scoll (1660) dat naast de oude hoeve lag, erbij gevoegd. Die naam leeft nu nog voort bij de mensen.
Pastoor Thomas Moers schrijft dat het heel lang geleden aan Nulen Deckers toebehoorde.
In 1730 maakte Agnes Meyers, gehuwd met Peter Coenegrachts van Herderen, haar testament en liet aan "haar zoon Vrind Coenegrachts de winning te Ellicht" terwijl haar dochter Mechtel voor haar deel de helft in de windmolen kreeg.
In 1776 zat Vrind Coenegrachts inderdaad nog op de hoeve.
De gevonden documenten leggen een verband tussen de Vlijtingse tak van de Coenegrachtsen en de takken Riemst en Herderen. De familie Coenegrachts vindt haar oorsprong rond 1370 te Riemst in een hoeve dicht bij de kerk.
De molen verdween tussen 1730 en 1775. Op de Ferrariskaart van ca. 1775 zien we een kleine afbeelding van de boerderij, maar niet meer van de molen.
Simon MOORS
Raymond Moors, "Het dorp Vlijtingen: zijn verleden en zijn boerderijen"
Simon Moors, "De oorsprong van de benamingen van de boerderijen, lgvlijtingen. be (12.12.2015)
Vital Medaerts, “Molendorp Vlijtingen, uniek in Limburg”, GOGRI (Geschied- en Oudheidkundig Genootschap Riemst), jg. 2, nr. 1, febr. 2005, p. 32-38, nr. 2, juni 2005, p. 25-27.
De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.