Molenzorg

Vlissegem (De Haan), West-Vlaanderen


Foto: Patricia Van Vlaenderen, 14.01.2010
Algemeen
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Rosmolen van de Schamele Weecke
Rosmolen van de Schamelweze

Ligging
Lepelemstraat 42
8421 Vlissegem (De Haan)

98ste Begin


toon op kaart
Type
Buitenrosmolen
Functie
Korenmolen
Gebouwd
voor 1834
Beschrijving / geschiedenis

De Rosmolen van de Schamele Weecke of Schamelweze was gelegen op het erf van deze grote boerderij, in de Lepelemstraat 42 (98ste Begin) te Vlissegem.
De rosmolen, type buitenrosmolen, was ingericht als korenmolen en had een grondoppervlakte van 70 m².
Hij werd voor 1830 gebouwd en was toen in het bezit van de Hospiciën (Burgerlijke Godshuizen) te Brugge.
Veel eerder, van voor 1453 tot voor 1600, stond er op het erf een windmolen.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

ZIe ook: Vlissegem, Molen van Schamele Weecke (windmolen)

Over de boerderij

Molenhoeve "Grote Schamele Weecke" en ook "Schamelweeke-Schamelweeze" hofstede". Destijds één van de grootste pachthoeves in de streek. Schuur van "1319" en "1449", beschermd als monument bij K.B. van 8 september 1971. Heden "Hof ter Lepelem" uitgebaat als vakantiehoeve.
Volgens de legende houdt de naam verband met een weesmeisje dat als kind eigenaar wordt van de grote hoeve. Haar familieleden, azend op de erfenis, voorkomen dat het meisje nakomelingen krijgt waarop deze later uit wraak de hoeve schenkt aan het Brugse Sint-Janshospitaal.
De hoeve gaat zeker terug tot 1273, destijds in een charter van het Brugse Sint-Janshospitaal vermeld als "hofstede int ambocht van Vlisseghem ende het scamelwekenhuse leghet zuudtoost vander kercke". Tussen de tweede helft van de 13de eeuw en het eind van de 14de eeuw verwerft het godshuis van den heilige Geest geseyt ter Potterie in Brugge de hoeve. Een pachtbrief van 1438 beschrijft de hoeve als "'t goed ter scamel weecken" met een korenmolen, een grote paardenstal, kachtelstal, schaapsstallen, kalverkot en "De Groote Schuere.
In de tweede helft van de 15de en eerste helft van de 16de eeuw breidt de Potterie haar eigendommen te Vlissegem uit met 40 ha en bouwt er een tweede hoeve aan de huidige Grotestraat 217. Om een onderscheid te maken krijgt de nieuwe hoeve in 1554 de naam "Kleine Schamele Weecke".
Langs de hoeve loopt de Schamelwekezwin die ter hoogte van Stalhille in verbinding staat met de Ieperleet (huidig kanaal Brugge-Oostende), wat de mogelijkheid biedt om met een schip allerlei producten te vervoeren. In de ommeloper van 1554 beschreven als "tBevanck vanden hove te Sc., mette huijsen daerop staende" en van 1686 als "de Schamele Weecke...met de huyzen daerop staende".
Op de Ferrariskaart (1770-1778) ligt de hoeve "Cense Groote schamelwegh" in een vierkante omwalling aan de zuidkant toegankelijk via een lange oprit. Naast het woonhuis en de schuur staan er nog meerdere landgebouwen. Op een 19de-eeuwse kaart afgebeeld met de schuur en het woonhuis zie huidig en een landgebouw parallel met het woonhuis. Op de Atlas der Buurtwegen (1842) aangeduid als "Ferme Groote Schamelweeze" met ten zuiden van het erf de tweede schuur zie huidig. In 1856 staat het goed genoteerd als "Hofstede toebehorende aan de Burg. Godshuizen te Brugge, 285 gemeten groot: de Groote Schamele Weeke".
In 1925 wordt het strooien dak van de schuur vervangen door een pannendak met dakschild aan de oostelijke eindgevel zoals te zien op een foto van 1953. In 1946 wordt de "Grote Schamele Weecke" op verzoek van pachter Tilleman gesplitst in twee afzonderlijke bedrijven (oude hoeve nummer 44, nieuwe hoeve met modern woonhuis nummer 42) waarbij de monumentale schuur ten zuiden van het erf bij nummer 42 wordt gevoegd. In 1977-1978 wordt de schuur volledig gerestaureerd waarbij het dakschild aan de oostzijde wordt vervangen door een puntgevel met aandak. Architect was Paul Goethals (Brugge) en de aannemer Arthur Vandendorpe (Sint-Michiels). In de noordwesthoek zijn de duiventil ("173?" gedateerd) met aanpalende landgebouwen recent vervangen door nieuwbouw met gastenverblijf.

Bouwkundige beschrijving van de molenhoeve (Patricia Van Vlaenderen, Agentschap Onroerend Erfgoed)
Oorspronkelijk omwalde hoeve aan de zuidkant toegankelijk via een lange, bochtige, geasfalteerde oprit en een betonnen brug met bakstenen balustrades geflankeerd door twee vierkante, witbeschilderde bakstenen pijlers. De walgracht met wilgen is grotendeels bewaard, boomgaard ten westen van het boerenhuis. Bekiezeld, gekasseid en begraasd erf, deels tot siertuin omgevormd met er omheen de losse bestanddelen, fasegewijs tot stand gekomen. Centraal op het erf staat een conisch hondenhok in witbeschilderde baksteen.
Boerenhuis ten westen van het erf met links drie opkamertraveeën onder zadeldak (Vlaamse en mechanische pannen) met jaartal "16?9" (muurankers) op de zijgevel. Verankerde baksteen met bepleisterde en lichtrozebeschilderde voorgevel, aangepaste muuropeningen. De voormalige, aanpalende stalling aan de noordzijde (nu verbouwd als gastenverblijf) was "ANNO 1769R" gedateerd. Links van het woonhuis een aanpalende, lagere schuur in gele, verankerde baksteen onder zadeldak (Vlaamse en mechanische pannen).
Ten oosten van het erf de monumentale, driebeukige dwarsschuur van zeven traveeën onder zadeldak (Vlaamse pannen) met aandaken. De schuur gelijkt typologisch op de tiendeschuur (circa 1275-1280) van de Ten Duinenabdij van Ter Doest (zie Brugge, Lissewege). Vermoedelijk bestonden de zijwanden oorspronkelijk uit stijl- en regelwerk, later vervangen door bakstenen muren. Gele, verankerde baksteenbouw met verjongende steunberen aan alle zijden en sporen van diverse verbouwingen. Gedateerd "1319" aan de westgevel met muurankers, aan de oostgevel "1449" zie gevelsteen. In de topgevel wijzen de muurankers met datum "1977" op het jaar van restauratie waarbij de oostgevel volledig werd gereconstrueerd in navolging van de bewaarde westgevel. Westgevel met schouderstukken, topstuk met bolbekroning, vlechtingen en asemgaten. Gelijkaardige oostgevel met zonnerad in de topgevel. Rechthoekige muuropeningen met schuurpoorten onder houten latei.
Interieur met ankerbalkgebinte grotendeels van 1319. Het is in Europa wellicht het oudst gekende ankerbalkgebinte dat vrij in de ruimte is opgesteld. Het gebinte bestaat uit zeven spanten met ankerbalken, met schoorgebinte en vliering. Ten zuiden van de schuur een gekasseid voetpad met gerestaureerde, circulaire molenvloer.
Ten zuiden van het erf staat een tweede, imposante schuur (horend bij nummer 42) volgens gevelsteen in de westgevel "1870" gedateerd. Wellicht gebouwd op de plaats van een ouder gebouw zie sporen van metselwerk in de westgevel. Bruine, verankerde baksteenbouw onder zadeldak (Vlaamse pannen) met overstekende dakrand. Rechthoekige muuropeningen onder strekken, in de zijgevel rondboogopening onder fijne waterlijs.

Literatuur

Monteyne G., Vandaele R., Vlissegem een 1000-jarige geschiedenis: van Scamel Weeke tot SunParks De Haan, Beernem, 2006, p. 174-175.
Holemans H., Rosmolens in West-Vlaanderen", Ons Molenheem, jg. 1995, nr. 2, p. 19-21 (21).

Overige foto's

<p>Rosmolen van de Schamele Weecke<br>Rosmolen van de Schamelweze</p>

Foto: Patricia Van Vlaenderen, 14.01.2010

<p>Rosmolen van de Schamele Weecke<br>Rosmolen van de Schamelweze</p>

Foto: Patricia Van Vlaenderen, 14.01.2010

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: zondag 10 juli 2016

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens