Molenzorg

Izegem, West-Vlaanderen


Foto: Denis Van Cronenburg, 13.10.2009
Algemeen
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Hostiemolen van Ave Maria

Ligging
Gentsestraat 31
8870 Izegem
toon op kaart
Type
Achtkante stenen bovenkruier
Functie
Korenmolen
Gebouwd
1861
Verdwenen
voor 1900, onttakeld / 2013, sloop romp
Beschrijving / geschiedenis

De Hostiemolen van Ave Maria was een achtzijdige stenen korenwindmolen in Izegem, gelegen tussen de Gentsestraat 31 (het voormalige klooster de Pélichy, thans ingenomen door de school "Prisma Campus IdP") en de Kasteelstraat 28 (Prizma Middenschool). De achthoekige molenkuip met verticale muren was 7 meter hoog en had een diameter van ruim 4 meter. Hji was voorzien van kleine rondboogvensters (ca. 30 cm breed en 50 cm hoog). Op de benedenverdieping werd een hostie- en broodbakkerij ingericht. De gemetselde oven ervan bestond nog tot bij de sloop van de romp.

De windmolen werd rond 1840 gebouwd op initiatief van priester Joseph de Pélichy (1809-1882), kloosterdircteur sinds 1839. ten behoeve van de inwoners van het klooster en van de school. We zien hem aangeduid in de Atlas der Buurtwegen van 1843, waarop duidelijk het achtzijdig grondvlak zichtbaar is.

Het klooster met school van de Zusters van Maria aan de Gentsestraat in Izegem werd gesticht in 1806. De school kon in 1811 de deuren openen in een neoclassicistisch, witgepleisterd gebouw.

Priester Joseph de Pelichy stond in voor een grote bouwactiviteit. Tussen 1843 en 1848 werden onder meer een pensionaat, de zogenaamde 'Franse School' en verschillende nutsgebouwen opgetrokken. Omstreeks 1845 werd de 'Zilveren Kapel', de privekapel van Joseph de Pelichy, ingericht en kreeg de "Gouden Kapel" een neobarokke aankleding.  De school en het klooster werden in 1879-1880 nogmaals uitgebreid waardoor de huidige rechthoekige plattegrond met gesloten binnenkoer tot stand kwam. Zowel het exterieur als het interieur van dit klooster- en schoolcomplex bleven gaaf bewaard.

Keren we terug naar de molen. Omdat de molen te laag was en door zijn ligging bij gebouwen, ving hij te weinig wind. Daarom werd de molenkuip tijdens de zomer van 1861 drie voet - een kleine meter - hoger opgetrokken waarna alles weer op de juiste plaats werd gemonteerd. Op 25 augustus 1862 werd voor het eerst gebakken: de eerste ovenbeurt leverde tarwebrood voor "de dis" (de armen) op, de tweede brood voor de kloostergemeenschap. Er werd tevens bloem gebruik om er hosties van te bakken. De molenaar en de bakker waren dezelfde persoon.

Ook na de verhoging bleek nog steeds niet echt te voldoen. Het mechanisme verdween volledig, maar de toren en de oven bleven bewaard. 

De in onbruik geraakte toren kreeg in 1912 een aanbouw, ingericht als klaslokalen voor huishoudkunde. De toren kreeg grote rondboovensters en een toegang via een gecementeerde trap met ijzeren leuning. De vloer werd belegd met cementtegels.

Ooit beschermd monument (2001-2008)

Nadat op 2 februari 1981 de Gouden Kapel met het orgel beschermd werd als monument, volgde in 2001 het gehele klooster, met inbegrip van de molenromp met de hostiebakkerij. Deze bescherming werd bij arrest van de Raad van State van 30 juni 2008 opgeheven vanwege procedurefouten (publicatie in het Belgisch Staatsblad op 14 juni 2011). Er volgde evenwel een nieuwe bescherming van het oude kloostergebouw en de school als monument op 18 juli 2012 (Belgisch Staatsblad 26.09.2012), maar hierin was de molenromp niet meer inbegrepen.

De spijtige sloop

Het kloostergebouw werd in maart 2013 verkocht aan projectontwikkelaar Bossu uit Rumbeke. Onmiddellijk ging deze nieuwe eigenaar over tot de sloop, omdat ze oordeelden dat de molenromp en bijgebouwen (gekend als "'t Villaatje") te vervallen was geworden en te duur om te herstellen en er geen functie kon voor worden bedacht.

De laatste vier zusters van Maria nemen half april 2014 afscheid van hun klooster Avé Maria.

Ik had de oven binnen nog gezien op 23 mei 2001, tijdens een vriendelijke rondleiding door de vroegere directeur José de Mûelenaere. Helaas had ik dan mijn fotocamera niet bij. Geen nood: ik keerde terug in de zomer van 2013, maar stelde helaas vast dat de romp pas gesloopt was. De betonmolens draaiden: men was bezig met een nieuwe speelplaats aan te leggen.

De toren was niet in slechte staat en nam niet veel ruimte in. Men had zich kunnen beperken tot de sloop van het leegstaand bijgebouw en enkel de toren kunnen behouden om hem een zinvolle functie te geven voor de school.

Lieven DENEWET, Hooglede

Bijlagen

Dirk Van Mechelen.
Vlaams Minister van financiën en begroting en ruimtelijke ordening.
Antwoord op vraag nr. 121 van 20 juni 2007 van Joris van Hauthem.
1. Sinds 1 juli 1997 werden 17 aanvragen voor (gedeeltelijke) wijziging of opheffing van bescherming ingediend, indien noodzakelijk ter advies voorgelegd aan de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen (KCML), en uiteindelijk positief beantwoord door de minister, bevoegd voor het onroerend erfgoed:
(8) Aanvraag door de eigenaar tot wijziging van de bescherming als monument van het klooster van de Zusters van Maria en de voormalige molen met hostiebakkerij te Izegem. De eigenaar stelde dat het beschermingsbesluit een te grote impact had, door een al te omvangrijke claim op de roerende goederen die deel uitmaken van het beschermde klooster. De KCML stelde dat de eigenaar "na onderhandeling ... bereid( is) om te komen tot de volgende consensus over het huidig voorstel tot wijzigingsbesluit: de reductie van de bescherming van de roerende goederen die tot de nagelvaste uitrusting en de nagelvaste decoratieve elementen; de roerende goederen horend bij het altaar van de ‘zilveren kapel'; bescherming van het art decosalon met inbegrip behoud van art decomeubilair, tapijt en luster. De KCML verklaart zich akkoord met het geformuleerde voorstel van wijzigingsbesluit". Conform deze argumenten, keurde de toenmalige minister een wijziging van de bescherming goed, bij MB van 20 april 2004.

Opheffing bescherming
Gentsestraat 31: klooster Zusters van Maria (met cultuurgoederen die er integrerend van uitmaken, inzonderheid bijhorende uitbreiding en decoratieve elementen) en vml molen met hostiebakkerij (Wijziging MB 20/04/2004, BSB 04/08/2004) (vernietigd bij arrest van de Raad van State nr. 184.936 van 30 juni 2008, BSB 14 juni 2011)

"Immo Bossu koopt klooster van de Zusters van Maria in Izegem", De Weekbode, 22.03.2013.
Bouwpromotor Immo Bossu uit Rumbeke kocht het klooster van de Zusters van Maria in Izegem, in de volksmond Ave Maria genoemd. "De nieuwe bestemming van die gebouwen kan nog alle kanten uit", klinkt het.

Frank Meurisse, "Bouwpromotor koopt gebouwen. Laatste zusters van Maria verlaten klooster", Het Nieuwsblad, 19.03.2014.
Foto FMR. De zusters Myriam, Mia, Agnes-Marie en Bosco zijn te oud om nog in het grote klooster te blijven.
Izegem - De laatste vier zusters van Maria nemen half april afscheid van hun klooster Avé Maria in de Gentsestraat. Het gebouw werd verkocht aan projectontwikkelaar Bossu uit Rumbeke die de site een nieuwe invulling zal geven.
‘Het is met pijn in het hart dat we Izegem verlaten', zegt zuster Myriam, die samen met zusters Mia, Agnes-Marie en Bosco de laatste bewoner van het klooster is. ‘We zijn hier zolang verbonden geweest met de mensen, de parochie en de gemeenschap. We moeten veel loslaten.'
Zuster Mia en zuster Agnes-Marie trekken straks naar Sint-Kruis terwijl zuster Myriam en zuster Bosco naar Pittem verhuizen. ‘Het was niet langer verantwoord om met slechts vier zusters in zo'n groot gebouw te wonen. Goed een jaar geleden zijn we van acht op vier zusters teruggevallen', zegt zuster Myriam. In de jaren ‘60 woonden er nog 60 zusters in het klooster Avé Maria. 200 jaar lang waren er zusters in Izegem. Vanuit het klooster werden ook scholen uitgebouwd, onder meer het huidige Instituut de Pélichy en verschillende basisscholen.
Grootse plannen
Het klooster werd nu verkocht aan Immo Bossu uit Rumbeke. ‘Voor ons is dit een uitdaging', zegt Floris Vantyghem van Bossu. ‘Wat het precies gaat worden, kunnen we momenteel nog niet zeggen. We hebben er zelf nog geen zicht op. Er is veel mogelijk: woningen, commerciële ruimtes, een restaurant... of een mix van dit alles. Voor ons wordt dit hoe dan ook een visitekaartje. Er is zowel plaats voor nieuwbouw als voor renovatie. Onder meer de gevel is een beschermd monument, dus veel elementen zullen bewaard blijven. Mooie voorbeelden daarvan zijn de gouden kapel en de zilveren kapel. Die blijven bewaard, al zullen we ze niet in eigen beheer houden.'
De bouwpromotoren gingen intussen inspiratie opdoen bij een gelijksoortig project in Leuven. ‘We willen een alomvattend concept uitwerken en daarmee naar het stadsbestuur en de dienst erfgoed gaan. Pas als iedereen op één lijn zit, kunnen we verder.'
Veel Izegemnaars zijn bekommerd om het bekende stadsgezicht. ‘We kregen zelfs al telefoons van mensen die zelf een invulling voor de site voorstellen.'
Op zaterdag 13 april is er voor het afscheid van de zusters om 16 uur een dankviering in de Sint-Tillokerk.

----------------------------------

Over het Klooster de Pélichy

De Gunsch Ann, Metdepenninghen Catheline & Vanneste Pol m.m.v. Tansens A., "Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Roeselare, Kantons Hooglede - Izegem - Lichtervelde", in: Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 17N2, Brussel - Turnhout, 2001.

Klooster van de zusters van Maria, zogenaamd klooster de Pélichy en Basisschool "Ave Maria", het Instituut de Pélichy "Ave Maria" en de middenschool J. de Pélichy. Huidig complex gelegen tussen de Gentsestraat (ten zuiden), Dirk Martenslaan (ten oosten), Kasteelstraat (ten noorden) en Bossekouter (ten westen), bestaande uit klooster, scholencompex, directeurswoning en voormalige molen met hostiebakkerij. Ten noordoosten, resten van de voormalige kloostertuin die in de loop der tijd werd ingenomen door verscheidene klassenvleugels.

1806: oprichting van het klooster en de school op gronden geschonken door jezuïet D. van Huerne, zoon van Baron van Huerne. Bedoeling was er kosteloos onderwijs te verstrekken en hiermee de leemte te vullen, ontstaan na de afschaffing van het klooster der grauwzusters in 1789, die sinds de 16de eeuw deze taak vervulden.

1811: inhuldiging van de nieuwe school.

1829: uitbreiding met lagere school voor betalende kinderen en pensionaat voor meisjes.

1836: oprichting van kantwerkschool. In de loop van het tweede kwart van de 19de eeuw: talrijke uitbreidingen van het het klooster onder impuls van priester Joseph de Pélichy :

1839: uitbreiding van de bestaande kapel zogenaamde "Gouden kapel.. Tussen 1843 - 1860 aankoop van gronden tussen het klooster, de Dirk Martenslaan, de Bossekouter en de Kasteelstraat.

1843-1845: toevoeging van een pensionaatsvleugel en bouw van privé-kapel voor priester J. de Pélichy, zogenaamde "Zilveren kapel".

1848: bouw van washuis, stallingen en bijgebouwen. 1853: oprichting van de directeurswoning. 1860: begin van de bouw van de molen met hostiebakkerij. 1879-1880: verdere uitbreiding van school met nieuwe vleugels ten noordwesten en ten noordoosten van het klooster voor onder meer een bewaarschool.

1894: bouw van een nieuwe vleugel zogenaamd "Germana", gesloopt in 1960. 1907, 1912 en 1914: verdere vergrotingen in het zuidoosten ten gevolge van oprichting in 1908 van beroepsschool voor naaisters en borduursters, een school voor borsteltreksters en in 1914 school voor schoenstiksters.

1912 eveneens uitbreiding van de in onbruik geraakte molen tot klaslokalen voor huishoudkunde.

1954: aansluiting van het klooster bij de orde van de zusters van Marie van Pittem.

1959: oprichting van een nieuwe klassenvleugel en feestzaal ten oosten van het klooster.

1962: nieuwe klaslokalen voor de basisschool en het Instituut de Pélichy. In loop van de jaren 1970: verdere uitbreidingen ten noordoosten. 1988: nieuw gebouw voor de middenschool, naar aanleiding van Groep Planning (Brugge) ten oosten Klooster: dieperin gelegen complex met voorliggende en ondergrondse parking; in oorsprong U-vormig grondplan geëvolueerd tot rechthoekige plattegrond met vleugels gegroepeerd rondom een binnenplaats met verscheidene nu verdwenen kloostergangen. Oorspronkelijke toegang gelegen aan de Kasteelstraat (zie primitief kadasterplan), heden aan de Gentsestraat.

Laatclassicistisch getint bakstenen complex met bepleisterd en witgeschilderd parement; twee bouwlagen onder zadeldaken (mechanische pannen en leien); oudste vleugel, in kern van 1811, bekroond door houten dakruiter omgeven door ijzeren hek. Benadrukt middenrisaliet, na 1840 (zie schilderij) verhoogd ten gevolge van de uitbreidingen tussen 1838-1845, om aldus een eenheidsarchitectuur te bekomen. Typerende driehoekige frontons onder meer met wijzerplaat; geprofileerde rondboognis met schouderstukken en voluten; Maria met kind. Rechthoekige vensters met onder meer houten kozijnvensters met schuiframen met kleine roedeverdeling in de oudste vleugel, aan binnenplaatszijde. Rondboogdeuren met arduinen bordestrap, geflankeerd door vensters in verdiepte en geprofileerde rondboognissen met kapiteeltje, aan voorgevelzijde in arduinen omlijsting; glas-in-loodvensters; bovenlichten met waaiervormige roedeverdeling.

Interieur: centrale ingang, geflankeerd door twee salons. Hal met granitovloer met centraal mozaïek met bloemmotief, alsook een mozaïekomzoming met in de hoeken roosmotief verwijzend naar opdrachtgever J. de Pélichy (zie wapenschild). Wanden van simili-natuursteen. Links, onvangstzaal in de jaren 1930 ingericht in art-decostijl door O. Vandewalle (Izegem). Verticale wandritmering door panelen met stucwerkbloemen. Vleugeldeur met origineel hang- en sluitwerk naar verluidt naar ontwerp van N. Viaene. Bewaarde tafel en stoelen.

Kapel Ave Maria, zogenaamde "Gouden kapel": toegewijd aan Onze Lieve Vrouw Onbevlekt Ontvangen. 1838-1839: verbouwing en uitbreiding van de oorspronkelijke kloosterkapel (gelegen in de westvleugel) van 1811 in opdracht van priester J. de Pélichy.

1845: bewaarde neobarokke aankleding van het interieur. 1846: inwijding van de kruisweg naar ontwerp van J. Geefs. 1865: plaatsing van vier glas-in-loodvensters naar ontwerp van B. Capronnier (Brussel). Circa 1880: uitbreiding van de kapel, waarbij vier klaslokalen worden verbouwd. Witbepleisterd bakstenen gebouw, geïntegreerd in het klooster. Niet-georiënteerde kapel op rechthoekige plattegrond. Eenbeukig schip van vier + vijf venstertravee en een koor met rechte sluiting. Leien zadeldak. Ten noordoosten lager aanpalende sacristie onder plat dak; halve radvensters met waaiervormige roedeverdeling.

Rijkelijk en kleurrijk neobarok interieur. Wandgeleding door middel van gekorniste sokkel met ingewerkte hoog basement van de composiete pilasters; aansluitende zware consoles met gevleugelde engelenfiguren die de pseudo-gordelbogen ondervangen van het gestucte tongewelf met gietijzeren trekankers. Wanden met imitatiemarmerbeschildering geritmeerd door verdiepte rondboognissen met schilderijen op doek in de rechterwand, en rondboogvensters linkerwand, (aan binnenplaatszijde). Cartouches met Kruiswegtaferelen in de sokkel. Marmeren vloer volgens dambordpatroon.

Geplafonneerde uitbreiding met neogotische inslag met slanke gietijzeren zuilen, die de balken ondersteunen. Wanden met sjabloonschildering en rondbogige glas-in-loodramen aan binnenplaatszijde. Houten steektrap leidt naar het koor op de bovenverdieping: parketvloer met visgraatmotief en centraal kruis. Ranke houten zuilen ondersteunen de balken. Eenvoudig houten koorgestoelte. Wanden met marmerimitatiebeschildering.

Doksaal: orgel van Merklin-Schütze (Parijs) van 1857. Meubilair. Monumentaal marmeren altaar met houten Mariabeeld. Zogenaamde "Zilveren kapel", van 1843-1845, als voormalige huiskapel van priester J. de Pélichy, gelegen op de bovenverdieping van de oostvleugel. Naam verwijst naar de verzilverde hartjes die als ex-voto's op de fries van het gewelf werden geplaatst (verdwenen in 1981-1982). In 1845 ingericht als noodkapel voor het klooster, tijdens de werken aan de "Gouden Kapel". Later kapel voor congreganisten. Nu bidplaats voor de kloostergemeenschap. Fraai beschilderd verankerd spiegelgewelf met beschilderde neobarokgetinte cartouches en medaillons met teksten en scènes uit het Marialeven. Rijkelijk uitgewerkte hoofdaltaarwand met eerder eclectisch-neobyzantijnse inslag getypeerd door cabochons van glas en halfedelstenen. Harmonium van 1855, vervaardigd door Merklin-Schütze (Parijs).

Klassenvleugel en feestzaal met art-decoreminiscenties gebouwd in 1959. Onderkelderd bakstenen gebouw van vijftien venstertraveeën. Baksteenbouw met gedifferentieerd koloriet. Ritmerende pilasters van gele en lisenen van rode baksteen; witbepleisterde horizontaliserende accenten en arduinen plint. Typerende grote rechthoekige vensters en borstwering van gele baksteen in streks verband. Rechthoekige deur met vernieuwde bordestrap en luifel. Binnendeuren met geometrische glas in lood in de bovenlichten.

Directeurswoning van 1909 gelegen aan de Kasteelstraat; voortuintje afgezet door bakstenen muurtje met smeedijzeren hek. L-vormig plattegrond; onderkelderd dubbelhuis van zes traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (nok parallel aan de straat, mechanische zwarte pannen). Baksteenbouw met verwerking van muurbanden van witte sierbaksteen voor de muurbanden en van arduin voor vensterbanken, lateien en negblokken. Vrije interpretatie van streekeigen vormen in de voorgevelordonnantie. Combinatie van lijst- en topgevels. Twee traveeën breed rechterrisaliet opgevat als trapgevel met aansluitende rechtertravee onder lessenaarsdak. Linkerrisaliet oplopend in een schoudergevel; in de top een typerend beglaasde nis met Mariabeeld op arduinen console waaronder casement met inscriptie "Ave Maria". Getoogde vensters, onder meer blind met visgraatmotief en met getraliede bovenlichten. Deels beglaasde en getraliede deur; arduinen bordes. Gelijkaardige achtergevel; twee getrapte dakkapellen. Bovenvensters met sierlijk uitgewerkte houten rolluikkasten.

Voormalige molen met hostiebakkerij van 1860 gelegen ten noordoosten van het klooster gebouwd in opdracht van priester J. de Pélichy. Bij de eerste poging om de molen in werking te stellen bleek deze geen wind te kunnen vangen, waarna de kuip verhoogd werd. Toch bleef de molen slechts korte tijd in gebruik. In 1912 uitgebreid met klaslokalen voor huishoudkunde. Eclectisch gebouwtje, deels L-vormig gebouwtje met onder meer neorenaissance en -barokelementen zie gevels met in- en uitgezwenkte top, voluten en dakkapel met palmet; trapgevels. Bakstenen volume met accenten van veelal geprofileerde gele baksteen naar traditioneel gebruik en arduin.

Achthoekige molenkuip toegankelijk via gecementeerde trap met ijzeren leuning. Cementtegels voor de vloer binnenin.

Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, Archief, nummer 340, 343.

Stadsarchief Izegem, Bouwvergunning 14/ 1909-1911.

Kadaster West-Vlaanderen.

LERMYTE J.M., Geschiedenis van Izegem, 1985, p. 291-292.

(VANDERHEEREN A.), 1811-1986. 175 jaar Zusters van Maria te Izegem, Rumbeke, (1986).

VANDROMME A., Kapellen te Izegem, in Ten Mandere, nummer 72, 1983, p. 156-167.

VANDROMME A., Izegem vroeger, beeld van een stad, Izegem, 1989, p. 121, 134 en 146-148.

Priester Joseph de Pélichy (1809) die de molen en bakkerij liet bouwen.
Schilderij uit 1859, olie op doek, 86x106cm.
Te koop aangeboden in 2017 voor 350 euro.

Literatuur

Archieven
Agentschap Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen, Archief, nummer 340, 343.
Stadsarchief Izegem, Bouwvergunning 14/ 1909-1911.
Kadaster West-Vlaanderen.

Werken
Lieven Denewet, Achtkante stenen romp van kloostermolen te Izegem beschermd, in: Molenecho's, 29ste jg., 2001, nr. 2, p. 66-67.
Pieter De Clercq, De oude windmolens te Izegem, in: De Mandelbode, 21 en 28 februari 1953; 7, 21 en 28 maart 1953 en 4, 11 en 18 april 1953;
P. De Clercq, De oude molens van Izegem, in: Ten Mandere, I, 1960, nr. 1, p. 22-36 en nr. 2, p. 9-21;
A. Vandromme, Izegem, vroeger en nu, Izegem, 1971.
A. Vandromme, Izegem vroeger, beeld van een stad, Izegem, 1989, p. 121, 134 en 146-148.
J.M. Lermyte, Geschiedenis van Izegem, 1985, p. 291-292.
H. Holemans, Windmolens te Izegem, in: Ons Molenheem, Kinrooi, 1991, nr.. 4, p. 3-11.
Herman Holemans, Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel III. Gemeenten H-J, Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1995.
(A. Vanderheeren), 1811-1986. 175 jaar Zusters van Maria te Izegem, Rumbeke, (1986).
A. Vandromme, Kapellen te Izegem, in Ten Mandere, nummer 72, 1983, p. 156-167.
Ann De Gunsch, Catheline Metdepenninghen & Pol Vanneste m.m.v. A. Tansens, Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Roeselare, Kantons Hooglede - Izegem - Lichtervelde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 17N2, Brussel - Turnhout, 2001.
Mailberichten Maarten Osstyn, Adegem, 09.10.2014, 20.03.2015.
"Immo Bossu koopt klooster van de Zusters van Maria in Izegem", De Weekbode, 22.03.2013.
Frank Meurisse, "Bouwpromotor koopt gebouwen. Laatste zusters van Maria verlaten klooster", Het Nieuwsblad, 19.03.2014.

Overige foto's

<p>Hostiemolen van Ave Maria</p>

Foto: Lieven Denewet

<p>Hostiemolen van Ave Maria</p>

Foto: Lieven Denewet

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: donderdag 17 augustus 2017

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens