Jaarlijks aantal asomwentelingen
1994: 18.682 1995: 10.853 1997: 24.053 1998: 23.428 1999: 4.401 2000: 403 2001: 841 2002: 6.867 2003: 0 2004: 3.761 2005: 1.282 2006: 0 2007: 0 2008: 0 2009: 0 2010: 0 2011: 0 2012: 0
Intekendatum: 01.12.2009, 10 u. Molen: Balegem (Oosterzele, O.-Vl.), Klepmolen - stenen bergmolen Bouwheer: Gemeente Oosterzele Ontwerper: Architectenbureau Sabine Okkerse bvba, Horebeke Aard van de opdracht: Niet-openbare aanbesteding voor de restauratie, perceel 1: restauratie molenromp; o/cat. D24, kl. 1; 80 werkdagen; perceel 2: molentechnische werken; raming: ca. 175.000 euro Plaats aanbesteding: Gemeentehuis, Dorp 1, 9860 Oosterzele Toewijzing: Perceel 1: Aquastra bvba, Lauwe; perceel 2: Verscheure Karel bvba, Zwalm
Dagboek van onderpastoor Anciau 1 maart 1915, om 3 uur juist een ongeweerte komende uit het westen naar het oosten, bliksem en donder, regen en sneeuwbuien. Het was zo donker dat men malkander in de kerk niet meer zag. De Klepmolen van Denir Meirleire op Bierman verdondert... De bovenas waar de zeilen op draaien, dit dik eiken stuk gebroken, zoo langs de zeile af naar den anker die in de grond stak uitgetrokken.
"Restauratie Klepmolen gaat starten", regiozottegem.be, 01.02.2010. Tijdens de gemeenteraad maakte SVVO-gemeenteraadslid Filip Michiels zich zorgen over de restauratie en renovatie van de Oosterzeelse molens. Volgens schepen van Cultuur Paul Cottenie wil de gemeente het restauratie dossier van de Guillotinemolen in Balegem zo snel mogelijk terug op de rails zetten. Het dossier liep al verschillende keren om administratieve redenen vast. Voor het restauratiedossier van de Klepmolen in de Bottelweg in Balegem kondigt de schepen de start van de werken aan na het komende bouwverlof. De gemeente wil in maart de aannemer aanduiden. Voor de Vissersmolen, ook de Windekemolen genoemd, op de grens met Scheldewindeke heeft het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen geld voorzien in haar begroting voor de aanstelling van een ontwerper voor de opmaak van het restauratiedossier. Vorig jaar werd een beschermcomité Monumenten en Landschappen in het leven geroepen. Dit comité moet het onroerend erfgoed in groot-Oosterzele inventariseren, behouden, beheren en ontsluiten. De erkende monumenten zouden in een autonoom gemeentebedrijf opgenomen worden.
Gemeente Oosterzele. Dagorde gemeenteraad. Zitting van 31 augustus 2011 Goedkeuring lastvoorwaarden, bestek en raming inzake het vernieuwen van het gevlucht voor de Klepmolen te Balegem. Door de ontwerper, Bvba Architektenburo Ro Berteloot, wordt het ontwerp bestaande uit bestek, raming en plannen voorgebracht voor het vernieuwen van het gevlucht van de Klepmolen te Balegem. Het renoveren van het gevlucht werd uit het oorspronkelijk restauratiedossier gehaald omdat na expertise blijkt dat de wieken dusdanig beschadigd zijn, dat enkel een volledige vernieuwing aan de orde is om de molen draaiâ€ï¿½ en maalvaardig te maken. De raming bedraagt 47.375,00 €, excl. BTW. De overheidsopdracht zal aanbesteed worden volgens een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Aan de gemeenteraad wordt gevraagd dit agendapunt goed te keuren.
MVDV, "De Klepmolen in Balegem - Een nieuw leven.", De Beiaard, 03.05.2013.
Ze zijn met drie: de twee meester-molenaars en ... de Klepmolen. Van de drie is de Klepmolen in Balegem het oudst maar hij begint aan een nieuw leven. En dat wordt op 26 mei gevierd. De Klepmolen kent een lange en bewogen geschiedenis. Het begon toen Jan de Waeghemaeker in1791 een aanvraag indiende om in Balegem op het "Ackelveld" een nieuwe graan- en oliewindmolen op te richten. De toenmalige heersers zetten de voet dwars voor dat plan want volgens hen waren er al genoeg molens. "Meer dan souffisant om geheel alle d'ingesetenen te dienen". Ondanks alles kreeg Jan de Waeghemaeker een jaar later toch zijn octrooi en toen moest het opeens heel snel gaan. Eén van de voorwaarden was namelijk dat de molen er binnen het jaar moest staan en gebruikt worden! De molen kwam er. Het was een houten staakmolen die, na herhaalde malen van eigenaar te zijn veranderd, in 1888 door kwaad opzet afbrandde. Daarna kwam de stenen bergmolen er. In de huidige Klepmolen zijn trouwens nog drie van de oorspronkelijk vier zogenaamde teerlingen te zien. Dat zijn de massieve blokken waarop de staakmolen stond. Recent werd Oosterzele getroffen door een verschrikkelijk noodweer dat enorm veel schade en leed veroorzaakte. Helaas is er in dit verband niet veel nieuws onder de zon want het dagboek van onderpastoor Anciau vertelt het volgende: "1 maart 1915, om 3 uur juist een ongeweerte komende uit het westen naar het oosten, bliksem en donder, regen en sneeuwbuien.Het was zo donker dat men malkander in de kerk niet meer zag. De Klepmolen van Denir Meirleire op Bierman verdondert... De bovenas waar de zeilen op draaien, dit dik eiken stuk gebroken, zoo langs de zeile af naar den anker die in de grond stak uitgetrokken". De molen werd hersteld maar door de immer slechtere windvang door de omringende bebouwing en een ernstige breuk aan het mechanisme viel de molen in 1959 helemaal stil.
"Kom een kijkje nemen in de vernieuwde Klepmolen", oosterzele.be In de namiddag kan iedereen tussen 13.30 en 18 uur een kijkje komen nemen in de molen (Bottelweg in Balegem). Er zullen doorlopend rondleidingen, randanimatie en drankgelegenheid zijn.Bezoekers krijgen ter plaatse een grondige uitleg over het molengebeuren door Michel Christiaens - secretaris van de vzw Erfgoedcel en zelf ook molenaar - en door molenaars Willy en Rik. Voorgeschiedenis De Klepmolen kent een lange en bewogen geschiedenis. Het begon er al mee toen Jan de Waeghemaeker in 1791 een aanvraag indiende om in Balegem op het Ackelveld een nieuwe graan- en oliewindmolen op te richten. De toenmalige heersers zetten de voet dwars voor dat plan want volgens hen waren er al genoeg molens. “Meer dan souffisant om geheel alle d’ingesetenen te dienen”. Ondanks alles kreeg Jan de Waeghemaeker een jaar later toch zijn octrooi en toen moest het opeens heel snel gaan. Een van de voorwaarden was namelijk dat de molen er binnen het jaar moest staan en gebruikt worden. De molen kwam er. Het was een houten staakmolen die - na herhaalde malen van eigenaar te zijn veranderd - in 1888 door kwaad opzet afbrandde. Daarna kwam de stenen bergmolen er. In de huidige Klepmolen zijn trouwens nog drie van de oorspronkelijke vier zogenaamde teerlingen te zien. Dat zijn de massieve blokken waarop de staakmolen stond. Onlangs werd Oosterzele getroffen door een verschrikkelijk noodweer dat enorm veel schade en leed veroorzaakte. Helaas is er in dit verband niet veel nieuws onder de zon want het dagboek van onderpastoor Anciau vertelt het volgende: “1 maart 1915, om 3 uur juist een ongeweerte komende uit het westen naar het oosten, bliksem en donder, regen en sneeuwbuien. Het was zo donker dat men malkander in de kerk niet meer zag. De Klepmolen van Denir Meirleire op Bierman verdondert... De bovenas waar de zeilen op draaien, dit dik eiken stuk gebroken, zoo langs de zeile af naar den anker die in de grond stak uitgetrokken“. De molen werd hersteld maar door de immer slechtere windvang door de omringende bebouwing en een ernstige breuk aan het mechanisme viel de molen in 1959 helemaal stil. De Klepmolen werd bij koninklijk besluit in 1979 een beschermd monument en de Oosterzeelse gemeenteraad kocht in 1980 de molen aan. In 1983 werd met de restauratie begonnen en die werd in 1983 afgerond. Er was nogal wat werk aan geweest voordat hij weer maalvaardig was en Willy Van Nevel er als vrijwillig molenaar mee aan de slag kon. Een molen is een levend iets en dus onderhevig aan de knagende werking van de natuur en de tijd. Een onontkoombaar gegeven dat het nodig maakte om in 2011 grote onderhouds- en restauratiewerken uit te voeren.
Herman De Knijf / Fotografie L.A.M.P., "Het trio van de Balegemse Klepmolen...", De Beiaard, 22.03.2017. Balegem, 22/03/2017: Willy Van Nevel, Rik Vandecasteele en Michel Christiaens: een trio dat wind in de zeilen heeft…Er gaat niet direct een lichtje branden… maar dit trio houdt de Klepmolen van Balegem in goede conditie, want een molen die niet draait is ten dode opgeschreven… Willy en Rik en Michel hebben het dan ook in dit interview – exclusief voor De Beiaard- over “onze Klepmolen” of de reus van Balegem. Rik Vandecasteele en Michel Christiaens volgden in hetzelfde jaar 2011 de molenaarsopleiding. Rik koos daarna voor het “meesterschap” en Michel verkoos de richting “molengids”. Er wordt nog al eens lachend aan de bezoekers verteld dat Willy en Rik het werk doen, terwijl Michel als gids uitlegt hoe dat moet gebeuren… Het is een voorstelling van zaken die nogal grof geborsteld is, want deze “vakmannen” vormen een hecht team en dat is nodig in hetzelfde huis “de klepmolen” - De lezer wil graag weten hoe jullie er toe kwamen om molenaar te worden? Willy Van Nevel komt uit een “molenaarsstamboom” zijn grootvader was molenaar in Nazareth, verder was zijn vader ook een molenaar en zelf is hij geboren in een watermolen. Rik en Michel kregen steeds meer en meer belangstelling voor molens en voor alles wat daarmee gepaard ging en zij ontdekken dat de vzw Oost-Vlaamse Molens degelijke opleidingen aanbood om zich te bekwamen als molenaar. Dat veronderstelt het volgen van een specifieke cursus (tweejaarlijks) het slagen in een theoretisch examen en nog eens een stage doorlopen van minimaal 100 uren. Dat is de basis nadien kan er gekozen worden voor diverse andere richtingen. - Wat is jullie eerste maalmoment? Het eerste maalmoment gebeurt tijdens de stage, want daar zijn minstens 25 maaluren voorzien, en die gebeuren bij voorkeur op verschillende soorten molens, zowel wind- als watermolens. Voor ons als molenaars is het “echte werk” best spannend te noemen, omdat wij op vele zaken attent moeten zijn, om een goed eindresultaat te komen, nl gemalen meel. De eerste ervaringen doen verlopen niet zonder het “zweet”. - Wat zijn jullie ervaringen met onze windmolens in Vlaanderen? Er zijn nooit twee gelijke molens, want iedere molen is een “individu” en heeft zijn eigenheid. De grote verschillen zijn te vinden in de verschillende types van molens, zo heb je de staakmolen en de stenen molens en de watermolens. Het malen met een staakmolen is een aparte belevenis, je moet er als molenaar “zeebenen” voor hebben… want tijdens het malen staat het molenkot heen en weer te bewegen, bezoekers slaan nog net niet in paniek. - Wanneer zingen de molenstenen…? Een molen bedrijfszeker houden is de opdracht van iedere molenaar, en wanneer de molen in “goede conditie “ is en er een constante maaiwind is, dan loopt de molen als een gesmeerde machine en dan “zingen “ de molenstenen, en dat klinkt als muziek in de oren van de molenaar. Zodra er ergens een valse noot te horen is, moet de molenaar alert zijn en eventueel ingrijpen. - Ooit angstige momenten beleefd ? Angstig kan je maar beter zijn indien de natuur dreigt met de molen op de loop te gaan. Wanneer de wind plotseling aanwakkert en er net geen graan in de kaar zit, dan kan de molen op hol slaan. Het is zaak hem dan zo snel mogelijk stil te leggen, te „vangen“. Dat is iets wat geen uitstel duldt. Kom je daarmee te laat, dan kan de molen kapot draaien. Het spreekt voor zich dat zoiets met enorme schade en gevaar gepaard gaat. - Wanneer de wieken niet meer apart te zien zijn als ze aan een venster passeren, maar als één massief „wiel“, dan grijpt een hand met ijzige vingers het hart van de molenaar. Zelfs vangen is dan een groot risico. Het kan zover gaan dat door de wrijving van de rem de rook uit de kap slaat! Een schietgebedje tot Sint Victor is dan aangewezen. Om onze patroonheilige ertoe te bewegen te voorkomen dat de molen in brand vliegt. In bepaalde omstandigheden kan het voorkomen dat de wind opeens 180 graden draait. Daardoor blaast hij dan tegen de achterkant van wieken. De molen gaat in de verkeerde richting draaien. Door de specifieke manier waarop het remmechanisme, de vang, is gemaakt, is het dan niet mogelijk de molen te remmen. Er blijft geen andere mogelijkheid over dan de molen uit de wind te zetten. Dus met man en macht moet er dan „gekruid“ worden. - Weet je nog iets over de geheime taal van de molenaars ? Boeren en molenaars hadden mekaar nodig maar tegelijk lagen ze voortdurend overhoop. De boer vond altijd dat de molenaar een dief was. Eentje die van zijn meel stal. De molenaar vond dat de boer een krentenkakker was die altijd wat te morren had. Nu werkten de molenaars wel eens hun eigen slechte reputatie in de hand. Bijvoorbeeld door het gebruik van „meulefrans“. Op de zakken meel schreef de molenaar hoeveel erin de zak zat. Alleen deed hij dat niet met een schrift dat voor iedereen leesbaar was. Nee, elke molenaar ontwikkelde een eigen code. Let wel: iedere molenaar. Dat betekende dus dat ze zelfs het schrift van elkaar niet konden ontcijferen. Van dat meulefrans zijn hier en daar nog wat fragmenten bewaard gebleven. Het is een ingewikkeld systeem met verticale en horizontale streepjes. Of nog wat anders, zo als het de molenaar inviel. Het is verder ook zo dat de molens konden „spreken“. Door een bepaalde stand van de wieken konden sommige omstandigheden duidelijk gemaakt worden. Vreugdevolle gebeurtenissen, droevige zaken, een korte rust, een lange rust… De molenwieken vertelden de gemeenschap wat er in de molen aan de hand was. Wanneer de wieken spraken van een lange rust, dan had het geen zin om naar molen te gaan. Dat kon iedereen van ver zien zonder dat er tijd verloren moest gaan aan een tocht die op niets uitliep. - Je bent vrijwilliger bij de gemeente Oosterzele. Wat betekent dat? In Vlaanderen zijn er geen beroepsmolenaars meer. Het bedrijven van een wind- of watermolen „om den brode“ bestaat niet meer. Het is al lang niet meer rendabel. Wel is het zo dat een molen die niet werkt, kapot gaat. Onvermijdelijk. Dus om die getuigen uit ons industriële verleden levend en gezond te houden zijn er vrijwilligers nodig. Zo eenvoudig is dat. De Klepmolen in de Bottelweg draait iedere eerste zondag van de maand. Wie nog meer technische informatie wil of de geschiedenis wil kennen, kan terecht op de website van Molenecho’s http://www.molenechos.org/molen.php?AdvSearch=62 Of bij Oost –Vlaamse molens : http://www.vlaamsemolens.com - Wat wil je nog meer kwijt over je unieke bezigheid als molenaar? Van dichtbij betrokken zijn bij het molengebeuren geeft veel voldoening. Het werken met natuurkrachten als de wind en het stromend water (bij watermolens) is uniek. Het bedienen en beheersen van een onvoorstelbaar machtige machine is speciaal. Dikwijls heeft men van het bestaan van een molenaar een nogal romantisch idee. Het is echter zwaar werk. Evenwel is er de dag van vandaag geen “verplichting” achter de job, zoals vroeger toen er “de kost “ mee moest verdiend worden. Het geeft veel voldoening naar het meel te kijken, te voelen en te ruiken. Het geeft ook voldoening een product voort te brengen dat eerlijk en zuiver is, op een manier zoals ook onze voorvaderen dat deden. De activiteit van molenaar legt een brug tussen het heden en het verleden. Wij, molenaars zijn de behoeders van een erfgoed dat eens op sterven na dood was. Dat dreigde in de mist van de moderniteit verloren te gaan. Wij, de vrijwillige molenaars en de mensen en instanties die in de molentechniek wilden en durfden investeren, wij hebben het daarvan gered. Bedankt Willy, Rik en Michel voor jullie verhaal en houdt de Balegemse Klepmolen verder in goede conditie.
Literatuur
Archieven Rijksarchief Gent, Vorstelijke Domeinen, bundel 100 (nrs. 45 en 52) (octrooiaanvraag) Rijksarchief Gent, Raad van Vlaanderen, bundel 30.938 (stuk 171/N° 1478 de l’an 1791) (octrooiaanvraag) Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad (octrooi van 31 oktober 1792)
Gedrukte bronnen "Het Weekblad van Maldeghem en Zeeuwsch-Vlaanderen", Zondag 13 december 1903, jg. 13, nr. 50.
Werken De Potter Frans & Broeckaert Jan, "Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen", reeks I, deel 1, Balegem, p. 7-8, Gent, 1864-1870. Paul Huys, "Betwistingen rond de oprichting van molens (1792)", Molenecho's, XXXVIII, 2010, 3? p. 140-141. Lucien De Smet, "De houten korenwindmolens te Balegem (Oosterzele), in: "Jaarboek van het Heemkundig Genootschap van het Land van Rode", Gentbrugge, jg. 11, p. 114-143, ill. krt., plans; Lucien De Smet: "De stenen korenwindmolens te Balegem (Oosterzele)", in: Land van Rode, driemaandelijks tijdschrift van het Heemkundig Genootschap Land van Rode, (1) Jaarboek IX, 1985, p. 53-69 en Jaarboek X, 1986, p. 40 e.v., ill. De Smet Lucien, "De Klepmolen te Balegem", Land van Rode, nr. 153, XXXIX, 2011, 1, p. 5-15. Mola, "Aantal asomwentelingen van Oost-Vlaamse molens in 2010", in: /West-/Vlaams Molenblad, XXVII, 2011, 1, p. 51. P. Huys, “De oprichting van nieuwe molens in Oost-Vlaanderen in de late achttiende eeuw”, in Uit velerlei eeuwen. Historische en kunsthistorische bijdragen (Gent, Provincie, 1982; reeks Kultureel Jaarboek - Bijdragen, nieuwe reeks, 18), pp. 57-72 (70). Paul Huys, "Betwistingen rond de oprichting van molens (1792)", Molenecho's, XXXVIII, 2010, 3, p. 140-141. Paul Bauters, "Eeuwen onder wind en wolken. Windmolens in Oost-Vlaanderen", Gent, Provinciebestuur, 1985; Paul Bauters, "Oostvlaams molenbestand 1986", Gent, 1986 (Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen. Bijdragen, nieuwe reeks, 25); "Oosterzele gaat Klepmolen restaureren", in: Molenecho's, XI, 1983, p. 261; (L. Smet), "Balegem, Klepmolen", in: Molenecho's, IV, 1976, p. 61; P. Huys, “De oprichting van nieuwe molens in Oost-Vlaanderen in de late achttiende eeuw”, in Uit velerlei eeuwen. Historische en kunsthistorische bijdragen (Gent, Provincie, 1982; reeks Kultureel Jaarboek - Bijdragen, nieuwe reeks, 18), pp. 57-72 J. Verpaalen, "De Klepmolen te Balegem", in: De Belgische Molenaar, LXXVII, 1982, nr. 3, p. 62-63; "Balegem: het Vlaams molendorp?", in: Molenecho's, XI, 1983, p. 15; V.G., "Wordt Balegem een uitverkoren molendorp? in: De Belgische Molenaar, LXX, 1975, p. 354; "De driemolenwandeling Balegem", in: Bouwkundig Erfgoed in Vlaanderen, 1977, nr. 26, p. 19-23; "Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Tweede aflevering. De arrondissementen Eeklo en Gent", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XV, 1961, 2 (Gent, 1962); Herman Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 1. Gemeenten A-B", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1996; J. D(ruyts), "15 september. Oostvlaamse Molendag", in: Levende Molens, jg. 7 (1985), nr. 11, p. 81-84, ill; Jan Bauwens, "Zuid Oostvlaams molennieuws [Klepmolen van Balegem, De Guillotine te Balegem, Windekemolen te Balegem, Opbrakel, Nederbrakel, Nederzwalm, Velzeke]", in: Levende Molens, jg. 6 (1984), nr. 3, p. 20 en 24;
John Verpaalen, "Balegem: molendorp met weinig allure", in: De Belgische Molenaar en Levende Molens, jg. 77 (1982), nr. 2 (februari), p. 38-40, ill.
Bogaert C. & Verbeeck M. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kantons Destelbergen - Oosterzele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12N2, Brussel - Turnhout.
Mailberichten Michel Christiaens, secretaris vzw Erfgoedcel Oosterzele, 27.06.2013. Françoise Verhoosele, secretaris Land van Rode, Heemkundig Genootschap, 09.10.2018.
Persberichten "Restauratie Klepmolen gaat starten", regiozottegem.be, 01.02.2010. DV, "Bescherming traag maar zeker - Drie molens in Oosterzele worden gerestaureerd", in: De Streekkrant, 10.02.2010. Peter Dirix, "Klepmolen nog dit voorjaar gerestaureerd", Het Nieuwsblad, 11.01.2011. Wesley Poelman, "De Klepmolen in Balegem wordt gerestaureerd in het voorjaar", Het Nieuwsblad, 10.01.2011. MVDV, "De Klepmolen in Balegem - Een nieuw leven.", De Beiaard, 03.05.2013. W. Poelman, "De Klepmolen komt opnieuw tot leven op zondag 16 juni", Het Nieuwsblad, 10.06.2013. PDX, "Klepmolen na al die jaren volledig in zijn glorie hersteld", Het Nieuwsblad, 13.06.2013. "Kom een kijkje nemen in de vernieuwde Klepmolen", oosterzele.be Herman De Knijf / Fotografie L.A.M.P., "Het trio van de Balegemse Klepmolen...", De Beiaard, 22.03.2017.
|