Brugge, Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Naam
- Rosmolen bij het Jonghof, Rosmolen Pollet
- Ligging
- Sint-Jorisstraat
8000 Brugge
bij het Jonghof van de Sint-Jorisgilde
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Type
- Binnenrosmolen
- Functie
- Tabakstamper
- Bescherming
- niet,
- Database nummer
- 6913
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
Toussain Pollet had in 1744 toelating gekregen om een tabaksmolen te gebruiken op de zolder van zijn boeie in de Sint-Jorisstraat, bij het Jonghof ("Jonkhof") van de Sint-Jorisgilde, ‘tot het maelen van toeback, ghynebarie, peper ende andere waeren’, met het uitdrukkelijk verbod er een oliepeerdmolen op te richten. Dit verbod werd hem bij sententie van 29 mei 1745 nogmaals bevestigd, met bedreiging van een boete van 300 gulden.
Op 18 juni 1745 bleek dat Pollet toch een roskot had gebouwd, en hij vroeg nu te mogen malen ‘gort, geerste ende finen bouckweet’. Dit werd hem toegestaan op voorwaarde dat hij de boekweitbloem niet zou verkopen in mindere mate dan een vat. Met deze beperking wilde men beschermen ‘eene menighte van menagien de welcke hunnen cost winnen door het maelen van boucqueet blomme met handt meulenen ende querens’ (Stadsarchief Brugge, Res. Bouck 1744-45, f° 326v°).
Aan deze beperking, gesteld bij ordonnantie of voorgebodt politicq van 21 juni 1745, stoorden twee eigenaars van rosmolens: Michiel La Coye wonende in de Steenstraat en Toussain Pollet op d'oude burse, zich slechts weinig; ze verkochten rustig hun boekweitbloem in kleinere hoeveelheden, zodat meerdere gedingen tegen hen aanhangig werden gemaakt.
De rol van de ondernemende Toussain Pollet en zijn echtgenote Maria Trentesoulx geraakte uitgespeeld. Ze waren op 7 april 1750 bankroet bedegen waren en deden afstand van goederen ten bate van de crediteuren.
Christian DEVYT
Literatuur
Stadsarchief Brugge, Res. Bouck 1744-45 f. 236 vo.
Stadsarchief Brugge, Res. Bouck 1749-51 f. 84-85;
C. Devyt, "De generaliteit van de gort-en boekweitmaalders te Brugge", Biekorf, jg. 65, 1964, p. 374-384.